null

INTERVIEWTon Boot

Ton Boot beziet de sport met de ogen van een coach: het gaat om winnen en winnen alleen

Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Na een leven van topsport in het basketbal heeft Ton Boot (80) een unieke kijk op het vak van coach. Hij schreef er een boek over: Voorkom de crisis! Aan de hand van enkele probleemgevallen, legt hij zijn visie toe.

Rob Gollin

Ton Boot, in oktober 80 geworden, zet in zijn woonkamer een mondkapje op. ‘Vind je dat een bezwaar?’ Het is ongemak van niks. Afgelopen juni overleed zijn vrouw, ze had parkinson. De laatste vier jaar heeft hij haar elke dag in het verpleeg­huis bezocht, dat was zwaar geweest. ‘Als zich dan iets lastigs voordoet, weet je dat je je bescheiden moet opstellen.’

Vorige maand verscheen zijn boek Voorkom de crisis!, waarin de eigenzinnige en uitgesproken, zo niet zelden provocatieve, basketbalcoach, goed voor veertien landstitels in Nederland en België, zijn werkwijze uitlegt.

Hij schreef het op aandringen van Toon Gerbrands, algemeen directeur van PSV. Ze zijn bevriend sinds 1997. Gerbrands leidde toen de nationale volleybalploeg. Volgens hem heeft Boot een visie op het vak die het basketbalveld ver ontstijgt. Zelf zegt hij: ‘Ik had het uit mezelf nooit geschreven.’ Het hoeft voor hem niet zo als het over hem gaat. ‘Ik heb de biografie over mij nooit gelezen, de documentaire over mij nooit gezien. Dit stuk zal ik ook niet lezen.’

Op uitnodiging reflecteert hij op enkele kwesties in de sport, wanneer het tij tegenzit en de coach antwoorden moet verzinnen. Hij wil twee opmerkingen vooraf genoteerd zien. ‘De werkelijkheid van de topsport is een hele andere dan die van de alledaagse realiteit. Daar spelen andere normen, andere mechanismen.’

En: ‘Ik zal me niet bemoeien met de sportspecifieke kennis. Het zal niet gaan of het 4-2-4-systeem in het voetbal beter is dan 4-3-3. Ik was actief in het basketbal. Maar kennis over mensen en hoe het werkt in een teamproces, dat dient tot de competentie van iedere coach te behoren.’

Voetballer Lionel Messi lijkt het niet meer zo naar zijn zin te hebben bij Barcelona. Wat staat trainer Ronald Koeman te doen?

‘In de topsport heb je naast veel gewone sporters een flinterdun laagje elite. Voor uitzonderlijke spelers als Messi, Ronaldo, LeBron James en ­Michael Jordan gaan andere wetten op. Zij maken de dienst uit. Wil je als coach meedoen, dien je je te gedragen volgens de regels van de supersterren. Dat betekent dat je een ­peoplemanager wordt. Hoe bereik je dat het lekker loopt? Wat is nog redelijk tussen in onze verstandhouding?

‘Ik ben streng en autoritair, maar in een relatie met een vedette ben ik niet de norm. Ik zal moeten accepteren dat ik het niet alleen voor het zeggen heb. De ster bepaalt de cultuur. Als ­Michael Jordan besluit vlak voor een cruciale wedstrijd nog naar Las Vegas te gaan, is dat een vrijheid die alleen hij zich kan veroorloven. Er zijn twee voorwaarden voor zo’n verstandhouding: als we maar blijven winnen en er geen morele normen worden overschreden, zoals het plegen van strafbare feiten of een gebrek aan respect. Koeman zal zich moeten schikken, zoals Guus Hiddink en Leo Beenhakker zich ook zo goed konden plooien in hun relatie met grote sterren.

‘Bij Messi kun je je intussen afvragen of hij nog wel die grote ster is, gezien zijn leeftijd. Is hij nog van belang? Dat kan tot een andere opstelling tussen speler en coach leiden. Het doel dat je samen hebt afgesproken is bijvoorbeeld Europees en wereldkampioen worden. Als dat niet lukt, kun je hem voorhouden dat de afspraak niet wordt nagekomen. Dan zijn z’n rechten niet meer van toepassing. Vanaf nu gelden mijn regels. Je behoort kennelijk niet meer bij die flinterdunne elite.

Zo eerlijk moet je dan zijn. Je moet sowieso te allen tijde duidelijk zijn. Als hij dan vertrekt, dan is dat maar zo. Dat is niet zo erg. Als je zo’n gesprek aangaat, heb je hem eigenlijk al afgeschreven. Want zo werkt het: het grote gelijk in de topsport haal je slechts uit het resultaat: winst of verlies.’

Lionel Messi tijdens de kwartfinale van de Champions League tegen Bayern München, 14 augustus. Beeld BSR Agency
Lionel Messi tijdens de kwartfinale van de Champions League tegen Bayern München, 14 augustus.Beeld BSR Agency

AZ gaf aan het begin van de competitie vier keer een voorsprong weg. Hoe voorkom je dat dit in de hoofden van spelers gaat zitten?

‘Allereerst: het verwachtingspatroon was verkeerd. Te hoog. AZ eindigde ­vorig jaar bovenaan, publiek en pers verwachten nu weer hetzelfde. Maar het team presteerde dat seizoen boven het gemiddelde niveau. Ik geef toe: dat gemiddelde is misschien een wat vaag begrip, zoiets is niet objectief te definiëren. Het is intuïtief.

‘Natuurlijk, het zijn geen koeken­bakkers, maar toen was het echt een flow waarin ze zaten. Ze wonnen vrijwel alles. Het gevaar dreigt dat sommige spelers dan ook gaan denken dat ze beter zijn dan ze werkelijk zijn. Dat zie je veel in de sport, zelfoverschatting. Dan moet een coach ze voorhouden: jongen, ik denk dat je goed kan worden, maar je bent nog niet veel. Zo deed ik het. Iets subtieler misschien, maar het moet wel worden gezegd.

‘Maar aan zo’n reeks zou ik verder weinig aandacht besteden. Pas op voor selffulfilling prophecy. Je kunt beter naar de feiten en omstandigheden kijken. AZ kampte met blessures bij belangrijke spelers. Er waren ­incidenten. Fouten in de achterhoede, fouten van de keeper, tegen een rode kaart aanlopen. Dat lijken me geen blijvende kwesties. Het is ­allemaal verbeterbaar. Het veldspel was al superieur. Er is geen reden voor paniek. Kijk maar naar de laatste ­resultaten. AZ wint weer. De ban is al gebroken.’

Turners beschuldigen coaches van grensoverschrijdend gedrag. Hoe moet je reageren?

‘Heel lastig, dit. Ik kan niet uit ervaring spreken, ik heb alleen maar met volwassen mannen in teamverband gewerkt. Maar als buitenstaander zit ik wel met veel vragen. Wat was dat gedrag precies? Slaan? Schoppen? Schelden? Op elke training? Één tik in tien jaar? Is in de aantijgingen rekening gehouden met de toenmalige tijdgeest en de gymnastiekcultuur?

‘Wat was de rol van de ouders, hoeveel wisten zij? Zijn de toenmalige club- en bondsbestuurders niet net zo goed of wel meer verantwoordelijk dan de coaches? Zij hadden toch kunnen corrigeren? Op die positie moet je zoiets zien. Daar kun je op worden aangesproken. Nu zijn het alleen de coaches die worden geschorst.

‘Nee, ik ben naar mijn gevoel nooit te ver gegaan. Ik heb nooit iemand vernederd, dat suggereert opzet, dat heb ik nooit voor ogen gehad. Oké, ik heb sommigen misschien niet helemaal juist behandeld. Ik ben onze lieve Heer niet. Maar ik begrijp je vraag: wat ik doe, is in de alledaagse werkelijkheid niet normaal.

‘Waar de buitenwacht denkt dat ik een speler aan het afbranden ben, probeer ik ’m alleen maar beter te maken. Het is juist een positief proces. Ik oefende kritiek ook alleen maar uit waar de groep bij stond. Je hoort geen geheimen voor elkaar te hebben. De anderen begrijpen zo waarom je zoiets zegt. Het kan ook achteraf nooit misbruikt worden, iedereen heeft het gehoord. Daar ben ik weer: duidelijkheid, transparantie.’

Tennisster Kiki Bertens heeft moeite met de druk. Hoe kun je haar helpen?

‘Is het wel de druk? Haar ­vorige coach Raemon Sluiter houdt het volgens mij op onzekerheid. Het is een enorme worsteling geweest, kennelijk. Maar ga eens na: ze heeft vierde gestaan op de wereldranglijst, ze heeft 11 miljoen euro bij elkaar geslagen. Hoezo, moeite met druk?

‘Dat ze het wel eens met publiek aan de stok heeft, kan ook verwendheid zijn. Je moet die buitenwereld niet toelaten, nooit. Dat heb ik mijn teams ook altijd opgedragen: trek je niks van anderen aan, niet van de ­toeschouwers, niet van de scheidsrechter. Dat leidt maar af. Mijn advies aan Kiki zou zijn: wees er tevreden mee. Dit is je limiet. Tel je zegeningen. Tel je geld.’

Bondscoach Frank de Boer kreeg na zijn eerste wedstrijden met Oranje ladingen kritiek over zich heen. Het oeverloze gebrei was weer terug. Moet je je daar iets van aantrekken?

‘Het gaat in topsport om winnen en winnen alleen. Als je wordt afgebrand, moet je dat aan je voorbij laten gaan. De omgeving heeft nauwelijks kennis van zaken en draagt geen enkele verantwoordelijkheid. Frank de Boer is een sterke persoonlijkheid, hij is door de wol geverfd. Hier kan hij professioneel mee omgaan. Het saaie spel wordt pas een probleem als de resultaten uitblijven – en zo saai als in het begin is het al niet meer. Hij zal echt nog niet worden afgerekend op de Nations League, zelfs niet voor de eerste fase van de EK. Pas bij de achtste finales begint het serieuze werk. Tot dan is er geen enkele reden voor De Boer om zich druk te maken.’

Bondscoach Frank de Boer tijdens de Nations League-wedstrijd tussen Italië en Nederland op 14 oktober in Bergamo, Italië.  Beeld ANP
Bondscoach Frank de Boer tijdens de Nations League-wedstrijd tussen Italië en Nederland op 14 oktober in Bergamo, Italië.Beeld ANP

Sprintster Dafne Schippers doet vergeefse pogingen weer aansluiting te vinden bij de wereldtop. Ze wisselde van coach. Kan zoiets een oplossing zijn?

‘Het automatisme om een coach te bedanken als het niet gaat, is natuurlijk aanvechtbaar. Sporters steken over het algemeen hun hand niet in eigen boezem als het tegenzit. Soms heeft iemand zelfs uitstekend werk verricht, maar moet hij toch weg omdat de sporter of het bestuur denkt dat het nóg beter kan. Er zit als coach niks anders op dan het maar te accepteren. Ontslag zit in het contract verdisconteerd. Ik ben nooit in zo’n situatie beland. Ik nam zo’n beetje om de 3,5 jaar een sabbatical. Zo was ik het altijd voor, wie weet.’

‘Dafne is van Bart Bennema naar Rana Reider gegaan en nu weer terug bij Bennema. Die eerste coachwissel pakte rampzalig uit. Haar tijden zijn sindsdien alleen maar achteruit gegaan, de concurrentie vloog haar voorbij. Onder Bennema zie je nu ook geen progressie meer. Ze is nu een goede atlete. Niet meer en niet minder. Reider heeft aantoonbaar verkeerde dingen gedaan. Ik heb echt een beetje medelijden met haar.’

Een basketbalcoach stuurt een goedbetaalde prof op de eerste de beste training weg, omdat hij zich onvoldoende inspant. Moet dat meteen zo rigoureus?

‘Ha, ja, dat gaat over mij, het is veel langer geleden. Het wordt nog vaak aangehaald, er bestaan beelden van. Ja, dat moest. Ik leg het uit in mijn boek. Het was een Amerikaan die bij ons op proef was. Voor die training had ik een gesprek met hem. Ik zei: je moet je uiterste best doen. Hij zei: ja coach. Ik herhaalde: je uiterste best, hè. Oké. Luister, zei ik, ik zeg iets belangrijks tegen je, maar jij kijkt naar buiten. Je moet je uiterste best doen. Hij snapte het. Een half uur later ­begint de training. Hij is niet vooruit te branden. Voor geen meter. Ik begrijp echt niet waarom hij niet zijn uiterste best doet. Afspraak is afspraak. Ik zeg: vertrek maar, ik wil je nooit meer zien. Einde verhaal.

‘In de topsport geldt het nadeel van de twijfel. Je kunt niet zeggen: weet je wat, we proberen het toch maar. Daar is geen ruimte voor. Ik ben ook altijd bevreesd voor die ene rotte appel in de mand. In de sport wordt die ene ­eikel niet door de negen of tien anderen gecorrigeerd, het bederf gaat juist de andere kant op.

‘Hier manifesteert wederom het verschil tussen de alledaagse werkelijkheid en die van de topsport. Of ik het bestaan mis? Nee. Maar als ik naar sportwedstrijden zit te kijken, betrap ik mezelf erop dat ik me toch telkens afvraag: wat zou ik doen als ik in de schoenen van de coach stond. Je schudt het nooit helemaal af.’

Voorkom de crisis! De methode-Ton Boot, Ton Boot. 160 pagina’s. € 19,95. Uitgeverij Arko Sports Media.

Ton Boot, basketbalspeler

1958 Eerste landstitel met DED.

1959 Debuut als international

1961, 1964, 1965 Landskampioen met The Wolves

1970 Landskampioen met Blue Stars

1970 Coca-Cola trofee topscorer eredivisie

1975 Laatste van 148 interlands

Ton Boot, basketbalcoach

1978-1980 Landskampioen met Den Bosch

1979 Finale European Winners Cup met Den Bosch

1981, 1982 Bondscoach, coach Parker Leiden

1982 Beste coach Jones Cup, WK clubteams

1983, 1984 Landskampioen met Den Bosch

1989-1992 Landskampioen met Den Helder

1995 Belgisch landskampioen met Oostende

1999-2002 Landskampioen met Amsterdam

2004 Landskampioen met MPC Capitals (Donar), Groningen

2004 Coach van het jaar, NOC.NSF

2006 Ridder in de Orde van Oranje Nassau

Van 1179 wedstrijden als coach won hij er 828.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden