Spanje eindelijk verlost van de regionale barrières

Midden in de Spaanse euforie na de winst op wereldkampioen Italië en de verbroken vloek van de kwartfinales, is ineens zijn naam opgedoken: Raúl González....

Van onze verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi

Volgens radiozender SER zou Raúls zaakwaarnemer Ginés Carvajal vlak voor Euro 2008 hebben geprobeerd Aragones om te kopen met een miljoenencontract als trainer bij een Europese club. Doel was Raúl op de Spaanse lijst van 23 spelers te krijgen voor het toernooi in Zwitserland en Oostenrijk. Aragones zou beleefd hebben geweigerd en bij zijn besluit zijn gebleven spits David Villa het rode shirt met nummer 7 te gunnen.

Geen Spanjaard die het besluit van de 69-jarige bondscoach betreurt. Niet alleen werden in de groepsfase Rusland en Zweden dankzij de vier goals van Villa verslagen, Spanje bereikte voor het eerst in 24 jaar weer eens de halve finale van een groot toernooi. Een prestatie waarmee Aragones zijn landgenoten gelijk heeft afgeholpen van een strafschoppentrauma dat na uitschakelingen tegen België (WK ‘86), Engeland (EK ‘96) en Zuid-Korea (WK ‘02) steeds grotere dimensies begon aan te nemen.

Het gevolg: niemand die zich de afgelopen dagen druk heeft gemaakt om het relletje rond de voormalige ster van het Spaans elftal. Belangrijker zijn de prestaties van La Furia Española vanavond in Wenen tegen Rusland. Eindelijk durven de Spanjaarden te geloven in een mogelijke opvolger van de succesvolle ploeg uit de jaren tachtig. Die met geluk en werklust niet alleen de EK van 1984 bereikte – onder meer door de beruchte 12-1 winst op Malta die Nederland de kwalificatie kostte. Maar ook nog eens de EK-finale haalde – waarin slechts een blunder van doelman Arconada Frankrijk aan de Europese titel hielp.

Honderdduizenden fans dromen zelfs al stilletjes van een herhaling van de sportieve triomf die slechts de ouderen zich kunnen herinneren: de EK-winst van 1964 in eigen land. Toen de Spaanse dictator Franco nog leefde en legendarische spelers als Luis Suárez, Iríbar en Amancio nog keurig juichten na afloop van de met 2-1 gewonnen finale tegen de Sovjet-Unie.

Het zijn vervlogen tijden vastgelegd in korrelige zwart-witbeelden, waaronder de winnende treffer van Marcelino. Een goal die de Spanjaarden pas sinds enkele weken voor het eerst volledig kunnen bewonderen. Omdat een censor van Franco destijds overijverig had zitten knippen en plakken.

Dus zit vanavond een record aantal Spanjaarden voor de televisie als de ploeg van El Sabio de Hortaleza (de wijze uit Hortaleza) ten koste van Rusland de finale van Euro 2008 probeert te bereiken. Opvallender is dat, net als bij de kwartfinale tegen Italië, gejuicht zal worden in regio’s waar het Catalaans en Baskisch nationalisme dat voorheen onmogelijk maakte.

Natuurlijk, in Manresa, waar de extreemste adepten van een onafhankelijk Catalonië wonen, zal La Selección ook vanavond weinig applaus krijgen. Hier steunen ze slechts Catalonië, dat onlangs nipt verloor van Argentinië.

Maar ook in Manresa kunnen ze niet om het feit heen dat Catalonië historisch hofleverancier is van het Spaanse team. Ook op Euro 2008 zijn de Catalanen met zes spelers het best vertegenwoordigd. Verder telt de groep onder meer vier Madrilenen, vier Andalusiërs, één Bask en een genaturaliseerde Braziliaan. Opvallend: alleen de laatste (middenvelder Senna) houdt zijn hand op het hart als het Spaanse volkslied klinkt.

Een detail waar ze in Spanje nu eens geen halszaak van maken. Net als van de rivaliteit tussen Real Madrid en FC Barcelona. Het symbool van De Koninklijke (Raúl) liet Aragones thuis. En wie de Spaanse selectie doorneemt, ontdekt slechts drie spelers van FC Barcelona (Puyol, Xavi en Iniesta) en twee van Real Madrid (Casillas en Sergio Ramos). De rest speelt bij Spaanse clubs als Villarreal of in de Engelse Premier League en de meeste Spanjaarden zien hen vooral als voetballers en niet als vertegenwoordigers van een club of regio.

Dat is volgens de fans misschien wel de grootste verdienste van bondscoach Aragones. Meer nog dan zijn tactische vondst om de traditionele Spaanse furie in te wisselen voor creatief balbezit. De Spaanse ploeg is een eenheid, waar iedereen zich ook aan kan laven. Wat ook de bloedgroepen.

Twijfelaars wordt fijntjes gewezen op de twee hoofdrolspelers in de nu al historische penaltyreeks tegen Italië: Casillas, een Madrileen, stopte de strafschoppen van De Rossi en Di Natale. Fabregas, een Catalaan, schoot vervolgens de beslissende strafschop binnen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden