Schaatsster Jorien ter Mors won in het weekeinde drie afstanden bij de kwalificatiewedstrijden voor de wereldbeker. Het was precies het succes dat ze na een lange revalidatie van een knieoperatie kon gebruiken.
Losjes laat Jorien ter Mors zondagmiddag haar rechtervoet op de grond leunen. Eigenlijk raakt ze alleen met haar tenen de vloer in de catacomben van Thialf. Heel haar lijf steunt op haar linkerbeen. Ze ontziet haar rechterknie, want het gewricht is nog altijd niet hersteld van een operatie van vorig jaar. Ondanks het gekwetste gewricht heeft Ter Mors drie afstanden gewonnen tijdens de wereldbekerkwalificatiewedstrijden: de 500, 1.000 en 1.500 meter.
Hoe sterk is haar lijf dat ze zelfs met een blessure boven de concurrentie uittorent? IJzersterk. Dat is het korte antwoord. Al sinds het moment, inmiddels zo’n zeven jaar geleden, dat ze zich als shorttrackster ook op klapschaatsen liet zien. Ze verbaasde door in beide disciplines de wereldtop te bereiken. Op zowel het krappe shorttrackbaantje als de 400-meterbaan behaalde ze internationale titels. Soms leek het alsof ze alles kon.
Goed in alles
Er is ook een langer antwoord. Haar ijzeren lijf is keer op keer kwetsbaar gebleken. Juist omdat ze alles kan, denkt haar huidige coach Martin ten Hove. ‘Ze kan sprinten, ze kan allrounden, ze kan goed lopen, ze kan goed fietsen, ze kan goed schaatsen, ze kan goed shorttracken. Dat is juist haar valkuil.’
Meer dan eens viel ze erin en diep ook. Na de Spelen van Sotsji in 2014 raakte ze overtraind en moest ze een jaar rustig aan doen. In de aanloop naar de vorige Winterspelen, in Pyeongchang, haperde haar knie. Ze zette door, verbeet de pijn en veroverde goud op de kilometer op de langebaan en brons met haar ploeggenoten van de relay (ploegaflossing) bij het shorttrack.
Ze drijft haar lijf tot het uiterste. Dat ze daarmee mogelijk haar gezondheid op de langere termijn in de waagschaal stelt, maakt haar niet uit. En dat terwijl ze uit ervaring weet hoe belangrijk het is om gezond van lijf en leden te zijn. Haar oudere zus heeft een ernstige spierziekte en zit in een rolstoel.
Uit ervaring weet de 29-jarige Twentse ook hoe kort het leven kan zijn. Haar vader, Henk, overleed in 2013, pas 58 jaar oud. Het heeft de balans om laten slaan. Liever maakt ze het beste van het moment, dan dat ze voorzichtig doet. ‘Zo schaatsen kun je niet je hele leven doen. Ik vind het supermooi om te doen en ik weet dat ik hard kan schaatsen. Daarom wil ik daarvoor die risico’s wel nemen’, zegt ze beslist. ‘Ik lever gerust tien jaar van mijn leven in om nu te genieten. Ik wil genieten van wat ik nu kan en niet wachten tot morgen.’
In de put
En schaatsen is een genot voor Ter Mors. Dat merkte Ten Hove de afgelopen anderhalf jaar. Nu weer aan haar plezier op het ijs, maar eerst aan de diepe teleurstelling toen zijn nieuwe pupil vorig jaar besloot geen wedstrijden te rijden, maar een knieoperatie te ondergaan. ‘Ze wist niet of ze de operatie en revalidatie mentaal zou trekken.’ Weer een jaar eruit, net als na de Winterspelen van Sotsji, was een schrikbeeld, maar het kon niet anders.
Het greep haar aan. ‘Ze moest veel huilen en heeft het mentaal heel zwaar gehad. Ze heeft echt in de put gezeten.’ Terwijl haar ploeggenoten trainden en wedstrijden reden, zat zij aan de kant.
De coaches, Ten Hove en zijn broer Erwin, betrokken haar in die periode heel bewust bij het team. ‘De ploeg kende een goed jaar en we wilden zorgen dat ze dat meemaakte. Zo hebben we dat geprobeerd en ze is eruit gekomen. Dat is gaaf.’
Waar haar grenzen liggen op het ijs is voor zowel Ter Mors als haar trainers de vraag. Ze hebben nog geen normaal trainingsschema kunnen uitstippelen. De drie zeges in Heerenveen komen als een verrassing. Vooral de 500 meter, die ze als enige van het veld met 37,99 binnen de 38 seconden heeft afgeraffeld. Ten Hove: ’Dit hadden we nooit verwacht. We hoopten ergens een ticket op één afstandje mee te pikken.’
Op anderhalf been
Haar knie is ‘wisselvallig’, vertelde ze vrijdag na de zege op de 1.500 meter. Als ze het gewricht belast, dan hoopt er zich vocht in op. Daardoor kan ze niet goed diep zitten en komen de spieren rond haar knie op spanning te staan. ‘Dat voelt alsof je zware spierpijn hebt.’ Het verschil in omvang van haar beide bovenbenen is, omdat ze al maanden het aangedane rechterbeen ontziet, ook nog altijd flink. ‘Zeker zo’n twee centimeter.’
Wint ze in Thialf op anderhalf been? Dat vindt Ten Hove te ver gaan. ‘Ze zit in elk geval dichter bij twee benen dan de vorige keer op de Spelen’, zegt hij. Toen was haar knie misschien nog wel een groter probleem en toch werd ze olympisch kampioen. In Thialf reed ze zondag met 1.14,56 precies een seconde langzamer dan in Pyeongchang.
‘Wij denken dat er nog heel veel rek in zit’, zegt Ten Hove. Juist omdat ze het shorttracken eraan heeft gegeven. Na jaren van combineren moet specialisatie op de langebaan haar nog net wat extra’s geven. Ter Mors: ‘Ik weet nu dat als ik keuzes maak en me op één ding richt, dat ik daarmee echt hoog kan scoren.’
Patrick Roest belooft na zijn baanrecord op de 10 kilometer dat het beste nog moet komen.
Dat Kjeld Nuis een man van uitersten is, bleek dit weekeinde weer. Wie anders krijgt het voor elkaar om misslag, opgave, diskwalificatie en winst in één wedstrijd te verpakken?