NieuwsSchaatsen ploegenachtervolging
Schaatsers krijgen rekening gepresenteerd voor wanbeleid
Het schaatsseizoen is net begonnen, maar de eindrangschikking van de ploegenachtervolging in de wereldbeker is na drie wedstrijden al opgemaakt, met matige resultaten voor Nederland. Na de wereldbekerwedstrijden van vrijdag in het Poolse Tomaszow Mazowiecki eindigden zowel de Nederlandse mannen als vrouwen op de vierde plek.
De positie van het teamonderdeel is in het Nederlandse schaatslandschap met zijn commerciële ploegen al zwak, maar werd dit prille seizoen nog verder ondergraven door het ontbreken van een bondscoach.
Vooral de achtervolgingsmannen stelden teleur op de enige overdekte ijsbaan van Polen. In hun race in Tomaszow Mazowiecki zagen hun directe Russische tegenstanders het Nederlandse trio in de rug, toen ze aan het slot van de wedstrijd het rechte eind op stuurden. Zoveel sneller waren ze. Stayers Jorrit Bergsma, Simon Schouten en Kars Jansman verloren ruim van de Russen (die als derde eindigden), en belandden daarmee op een karige achtste plaats.
De vrouwen, met Lotte van Beek, Ireen Wüst en Melissa Wijfje, deden het beter. Maar ook zij haalden het podium niet. Zij werden vierde en zakten eveneens in het klassement naar de vierde plaats.
Met nog één ploegenachtervolging op de internationale kalender bij de WK afstanden in februari is er nog flink werk te verzetten voor Nederland. Maar wie gaat dat doen? Sinds Geert Kuiper afgelopen voorjaar afscheid nam als bondscoach is de positie bij de KNSB vacant. Eind oktober liet de schaatsbond weten verschillende kandidaten gesproken te hebben, maar tot een contract leidde dat niet.
Best wel een zooitje
Dat het de KNSB niet lukte om voor de start van het seizoen iemand te vinden en dat de bond daarna de deadline voor het invullen van de vacature verzette naar 1 januari, viel bij de schaatsers niet in goede aarde. ‘Gepruts’, noemde Sven Kramer half november de manier waarop de schaatsbond naar een nieuwe bondscoach had gezocht. Ireen Wüst sloot zich na de eerste ploegenachtervolging van het seizoen in Obihiro bij hem aan. ‘Het is best wel een zooitje geweest de afgelopen zomer’, vertelde ze bij de NOS.
Echt gek is het niet dat de KNSB zoveel moeite heeft om iemand te vinden die het wil doen. Het bondscoachschap is het meest ondankbare baantje in het Nederlandse schaatsen. Wie even niet oppast, raakt vermorzeld tussen de belangen van de commerciële ploegen en de individuele ambities van de schaatsers.
‘Als bondscoach ben je heel eenzaam. Je hoort nergens bij, want zij zitten bij een team. Je hebt ze even te leen en dan moet je met ze werken − en dat is best lastig − en dan laat je ze weer gaan’, vertelde Geert Kuiper eerder dit jaar aan schaatsen.nl.
De ploegenachtervolging is al sinds het in 2006 een olympisch onderdeel werd een struikelblok voor de Nederlanders. Het land dat al anderhalf decennium boven alle andere schaatsnaties uittorent, wist pas in 2014 in Sotsji voor het eerst, bij zowel de mannen als de vrouwen, olympisch goud te veroveren.
Versnipperd schaatslandschap
Kuiper probeerde na die Winterspelen die lijn voort te zetten en de voorbereiding van de ploegenachtervolging grondiger aan te pakken. Hij liep vast in het het versnipperde Nederlandse schaatslandschap en de regels van de ISU. Om deel te mogen nemen aan een achtervolging moet elke deelnemer zich ook voor een individueel onderdeel plaatsen. Dat betekent dat de bondscoach altijd moet puzzelen met de paar schaatsers die zich vanuit de grote groep Nederlandse topschaatsers kwalificeren en dat hij niet langdurig aan één ploeg kan bouwen.
Dat luxeprobleem bestaat in andere landen niet. Daar is de top veel smaller en kunnen coaches jarenlang aan hetzelfde groepje kneden, totdat ze perfect op elkaar ingespeeld zijn. Het is de belangrijkste reden dat de Noorse mannen en de Japanse vrouwen bij de afgelopen Winterspelen de titels pakten en de Nederlanders ondanks alle individuele successen niet.
Het debacle in Zuid-Korea maakte de functie van bondscoach nog onaantrekkelijker dan zij al was. En na de valse start van dit seizoen is dat niet veel beter geworden. Wie op weg naar de Spelen in Beijing vier jaar eenzaamheid en frustratie wil ondergaan, mag zich melden bij de KNSB.
Tweede plek Verbij
Kai Verbij was in Tomaszow Mazowiecki de enige Nederlander die naar het erepodium geroepen werd. De 24-jarige sprinter werd in 1.09,92 tweede op de 1.000 meter, achter Pavel Koelizjnikov (1.09,23). De Rus had eerder op de dag ook al de 500 meter op zijn naam geschreven.
Bij de vrouwen was Ireen Wüst de enige Nederlandse die een aansprekend resultaat boekte. Zij verraste met de vierde plaats op de 1.000 meter. Met 1.16,89 gaf ze veel tijd toe op winnares Brittany Bowe. De Amerikaanse kwam tot 1.15,40.
De pupillen van Jac Orie zijn niet in Polen, maar op trainingskamp in Italië. Het ontbreken van onder meer Kjeld Nuis, Thomas Krol en Jan Smeekens – dit wereldbekerseizoen samen goed voor vijf podiumplaatsen op de sprintafstanden – had zijn weerslag op de prestaties van de Nederlandse selectie.