Pragmaticus die zich niet verstopt

Jan Albers wordt op 1 november voorzitter van de Nederlandse hockeybond, mits de algemene vergadering daarmee akkoord gaat. De Brabander maakt snel furore, maar ‘de meiden’ laat hij niet in de steek....

Ronald ten Brink

De huidige internationals plagen hem er weleens mee, dat hij slechts zes interlands achter zijn naam heeft staan. Maar ze vergeten dan dat in zijn tijd het doorwisselen nog niet bestond. Bovendien had hij Koen Kranenberg voor zich. ‘Die stopte de strafcorner nog perfect met de hand, maar was nooit geblesseerd.’

Jan Albers is de eerste om zijn actieve hockeycarrière te relativeren. Een subtopper, noemt hij zichzelf als hij terugblikt naar de jaren zeventig. Hij leerde het spel bij Basko, in zijn geboorteplaats Veldhoven, speelde vijf jaar bij EMHC, twee jaar bij Tilburg en de laatste drie seizoenen bij het toen grote Klein Zwitserland.

Als Tilburger speelde hij zijn eerste interland op 22 mei 1976 tegen Spanje (2-2) en na zijn tweede cap, een maand later, werd hij gekozen in de olympische selectie voor Montreal. Tijdens de Spelen kwam hij alleen tegen Canada (3-1) in actie. Nederland was toen al geplaatst voor de halve finales.

Vanaf de bank zag de Brabander toe hoe het Nederlands elftal teleurstellend vierde werd. Er was op een gouden medaille gerekend. Want Oranje telde in die dagen grote namen. Wim van Heumen was de bondscoach, en in het veld stonden mannen als Paul Litjens, Hans Jorritsma, Maarten Sikking, Wouter Leefers, Ron en Tim Steens en, niet te vergeten, André Bolhuis.

Uit die tijd kennen de scheidende en de toekomstige voorzitter van de hockeybond elkaar. En contacten in het hockey zijn bestendig. De ex-internationals zoeken elkaar vaak op, heffen regelmatig het glas, en zijn nooit te beroerd om een bestuursfunctie te vervullen. Het old boys’ network zouden ze uitgevonden kunnen hebben.

Maatschappelijk maakte Albers, die bedrijfskunde studeerde, carrière in tal van managementfuncties bij Philips Electronics. Jaren verbleef hij in het buitenland, met name in Zuid-Amerika. Vanaf 1999 maakte hij vier jaar deel uit van de raad van bestuur van het Duitse concern GEA. Op z’n 51ste kon hij zich permitteren te stoppen. ‘Ik doe nog heel veel’, zei hij in november. ‘Maar ik bepaal zelf wat.’

Na de Olympische Spelen in Athene zocht hockeypreses Bolhuis een nieuw begeleidingsteam rond Marc Lammers, de bondscoach van de Nederlandse hockeysters. De voorzitter belde Albers in november 2004 met de vraag of hij manager van de ploeg wilde worden. ‘De dames? Nou nee’, was zijn eerste gedachte. Achteraf heeft hij geen spijt gehad dat hij uiteindelijk toch instemde. ‘Het is een van de leukste dingen die mij in mijn leven zijn overkomen.’

Nog geen half jaar later hing Bolhuis weer aan de telefoon. Of hij Koos Formsma wilde opvolgen als bestuurslid met de portefeuille tophockey. Albers zei opnieuw ja, maar bedong wel dat hij manager van de hockeysters zou blijven tot hij een geschikte opvolger had gevonden. ‘Ik laat Lammers en die meiden niet in de steek.’

Volgens de huidige planning stopt Albers pas als manager van het Nederlands elftal na het WK, begin oktober in Madrid. De voorzitterswissel staat op de agenda voor 1 november, mits de algemene vergadering van de hockeybond daarmee op 25 juni akkoord gaat.

Over zichzelf zegt Albers dat hij een pragmaticus is en dat hij houdt van besturen op afstand. Maar harde besluiten schuwt hij niet. ‘Bij een beursgenoteerde onderneming kun je je ook niet verstoppen.’ Hij is een groot voorstander van het aanstellen van een fulltime technisch directeur bij de hockeybond, want ‘de clubs worden sterker en de bond wordt sterker. Er zullen steeds meer strijdpunten komen.’

Voor de enige ophef zorgde Albers vorig jaar november, toen hij in een interview met de Volkskrant zei dat Roelant Oltmans na het WK in Mönchengladbach (4-17 september) moest kiezen tussen zijn functie als bondscoach van de mannen en als technisch directeur. Hij zag in Oltmans de ideale TD. ‘Hij is er geknipt voor, maar dan moet hij het veldwerk loslaten.’

Oltmans, die op dit moment beide banen combineert, was in zijn wiek geschoten en vond dat Albers voor zijn beurt sprak. Pas na het WK wilde hij erover nadenken. In hetzelfde interview zei de toekomstige voorzitter dat het voor hem geen vraag was, hoe de organisatie bij de hockeybond er over vijf jaar zou uitzien.’ Dan is er een fulltime technische directeur, met één en misschien wel twee assistenten.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden