Sport
Pogacar troeft in Lombardije in zijn eentje Deceuninck-Quick-Step af
Na zijn zeges in Luik-Bastenaken en de Tour de France heeft de 23-jarige Sloveen zaterdag ook de Ronde van Lombardije gewonnen. Daarmee schaart hij zich in de statistiek in een klein elitegroepje.
Hij had aangekondigd zijn seizoen in stijl te willen beëindigen. De verkenning van het parcours van de Ronde van Lombardije, dit keer startend in Como met de finish in Bergamo, was Tadej Pogacar wel bevallen. Lastige wegen, schitterend decor. De concurrentie was alvast gewaarschuwd.
Zaterdag was er geen houden meer aan. De 23-jarige Sloveen, debuterend in de najaarsklassieker, vertrok op de Passo di Ganda met nog 36 kilometer voor de boeg. Hij kreeg aan het einde van de afdaling nog gezelschap van Fausto Masnada, maar klopte de Italiaan gemakkelijk op de Viale Papa Giovanni XXIII.
Daarmee schaarde hij zich in de statistiek in een klein elitegroepje. Met de zeges van zaterdag, in Luik-Bastenaken en de Tour de France schreef hij twee monumenten en een grote ronde binnen één seizoen op zijn naam. Alleen Eddy Merckx en Fausto Coppi speelden dat klaar. Tel daar dan ook nog bij op dat hij op de Olympische Spelen het brons greep in de wegrit en in het voorseizoen de beste was in Tirreno-Adriatico en de UAE Tour; de fundering voor een bekroning in schoonheid was al vroeg gelegd.
Pogacar ontmantelde in Lombardije in z’n eentje de op volle sterkte uitgerukte divisie van Deceuninck-Quickstep. Die ploeg had drie kopmannen naar Italië gestuurd: de Franse wereldkampioen Julian Alaphilippe, de Belg Remco Evenepoel en de Portugees João Almeida. Evenepoel, die wel ambities had nadat hij in de vorige editie van de wedstrijd zwaar gewond was geraakt na een tuimeling in een ravijn, ging al vroeg tijdens de beklimming van de Ganda overboord. Almeida moest passen toen meerdere favorieten achter Pogacar aan gingen.
Masnada was de niet voorziene troef van het team. Hij slaagde erin het gat met de Tourwinnaar te dichten, mede dankzij zijn kennis van de uiterst lastige afdaling; hij komt uit Bergamo. Eenmaal aangesloten bij Pogacar bleef hij in het wiel, tot verbazing van de latere winnaar. Mogelijk rekende Deceuninck-Quick-step op aansluiting van Alaphilippe. Maar die bevond zich in een groep met de resterende favorieten, waarin onder anderen Primoz Roglic, Alejandro Valverde en Adam Yates. Daarin voelden de meesten er weinig voor de wereldkampioen zomaar naar het leidende duo te brengen. Ze kwamen niet dichterbij dan 31 seconden. In Bergamo was de achterstand weer opgelopen tot 51 seconden. Yates won het sprintje en mocht het podium op. Bauke Mollema, oud-winnaar, was met zijn twintigste plek op 3.23 de beste Nederlander.
Pogacar bekende na de finish dat hij even getwijfeld had over zijn vorm na de Tour. Goede dagen wisselden slechte af. Nu had hij zichzelf verbaasd. ‘Het is gek om het seizoen zo af te sluiten. Ik heb er geen woorden voor. Ik heb er altijd van gedroomd om in Lombardije te starten en met de besten in Italië te koersen.’ Alaphilippe zei dat hij tevreden was en dat hij had genoten. Niet uit te sluiten is dat de toon van de nabespreking bij Deceuninck-Quick-Step wat grimmiger is geweest.