EK voetbal
Oranje is een leuke, onbevangen, vriendengroep zonder leider. Virgil van Dijk wordt gemist
Het avontuur van de vriendenclub begint. Is het Nederlands elftal klaar voor het EK, voor het treffen met Oekraïne van zondag? De wil is er, maar het spel van de ploeg oogde tijdens de oefenduels onwennig.
Die ene pass op Robin van Persie heeft het leven van Daley Blind veranderd. De pass vanaf links, even over de middenlijn, lang, diep en precies, gevolgd door de duik in de ruimte van Van Persie, besloten met diens geniale, intuïtieve kopbal: 1-1, op 13 juni 2014, de eerste groepswedstrijd van het WK in Brazilië. Dat ene doelpunt, zo beeldend dat het eeuwigheidswaarde heeft, knakte de wereldkampioenen. Wie zo’n goal in zich heeft, is tot veel meer in staat. Nederland - Spanje 5-1.
Ja, hierop was eindeloos getraind, in de speelwijze 5-3-2 van bondscoach Louis van Gaal, waarin Blind destijds de meest linker verdediger was. Het wonderlijke was dat het lukte op het ultieme moment, in Salvador, in het gezichtsveld van de geëmotioneerde vader Danny Blind, de assistent van Van Gaal. Daley Blind, puttend uit zijn herinnering: ‘Heel de wereld keek. Ik zette na het WK een prachtige stap naar Manchester United. Niet per se alleen door die ene wedstrijd, maar die had wel grote impact op mijn leven.’
Aanvaller Memphis Depay, over de invloed van een landentoernooi: ‘Je kunt jezelf in de kijker spelen, maar het gaat vooral om de ervaring. Spelers hebben het altijd over eindtoernooien. Memories die ze hun hele leven meenemen. Dat gaat veel verder dan dat ene moment. En heel Nederland leeft mee.’
Zondag in Amsterdam, precies zeven jaar na Nederland - Spanje, trapt Oranje af voor het EK, tegen Oekraïne. De spelers zeggen dat ze vrij zijn in hun hoofd, maar dat is ook stoere buitenkant. Probeer zelf eens te denken aan de druk die zij voelen. Voetballen voor miljoenen mensen die een fragiel geloof in succes koesteren, terwijl straten zijn versierd en een hevige wens tot feesten leeft in het staartje van de pandemie. Het dankwoord voor goed voetbal zal aanbidding zijn. Slecht spel zal leiden tot verdoemenis. Dan is bondscoach Frank de Boer een nietsnut en zijn de spelers zakkenvullers, in de gepolariseerde kermis van meningen.
Nederland outsider
De Boer zei tijdens het trainingskamp: ‘We hebben geprobeerd het zaadje te planten in de hersenen. Hopelijk gaat het groeien en komt het tot wasdom.’ Nederland kan een team opstellen dat volgens Van Gaal kan meedoen om de titel, vanwege verdedigers en middenvelders uit het topsegment en één aanvaller die tegen de wereldtop aanschurkt, Memphis Depay. Al ziet de wereld, daarin bevestigd door allerlei berekeningen, Nederland hoogstens als outsider. Verdediger Matthijs de Ligt: ‘Gelukkig wordt voetbal op het veld gespeeld, niet op een databureau. Maar het is ook wel eens fijn om de underdog te zijn, zoals wij met Ajax twee jaar geleden in de Champions League.’
Valt al te zeggen hoe dat zaadje van De Boer is gegroeid onder de zonneschijn, de regen en de schaduwen boven Oranje? Dat is lastig. Steunpilaar De Ligt is geblesseerd aan de lies en het blijft de vraag of hij zondag kan meedoen. De eerste keeper, Jasper Cillessen, bleef thuis vanwege corona. Zijn vervanger, vrijwel zeker Maarten Stekelenburg, is een man van 38 die pas in het laatste half jaar weer van zich deed spreken, omdat Onana geschorst is bij Ajax.
Het veelbesproken systeem is net als in 2014 5-3-2, omdat Oranje nu eenmaal niet zo veel goede aanvallers heeft. De Boer versterkt de defensie, bouwt zekerheid in en speculeert op besparing van krachten. Het liep matig tot slecht, in oefenduels met Schotland en Georgië. Het leek alsof spelers elkaar ontwend waren. Hoor centrale verdediger Stefan de Vrij, ervaringsdeskundige bij Inter, met een referaat over instappen, over twee jaar inslijpen, over details. Voor de centrale verdedigers kan het systeem het best uitpakken. De Vrij en kompaan Ron Vlaar groeiden in 2014 als relatief anonieme spelers uit tot uitblinkers op het WK, mede omdat de afstemming achterin goed was.
Verdedigers zijn geen aanvallers
De vleugelverdedigers Denzel Dumfries en Owen Wijndal, wingbacks heten ze opeens, spraken over wat ze moeilijk vinden en wat niet. Dat ze zo eigenlijk nooit hebben gespeeld bij hun club, PSV en AZ, dat ze geen directe tegenstander meer hebben en mee ten aanval mogen trekken. Wat ze er niet bij zeiden is dat aanvallen niet hun grootste specialiteit is, anders waren ze wel aanvaller geworden.
Middenvelder Marten de Roon beet van zich af, omdat hij van de media elke keer te horen krijgt dat hij niet in Oranje thuishoort en de eigen ploeg ontregelt in plaats van de tegenstander. ‘Ik zal toch niet alleen zijn opgeroepen vanwege mijn leuke karakter of uiterlijk.’ Hij staat model voor de roep om meer voetbal in het elftal: Ryan Gravenberch, Donyell Malen, Jurriën Timber, Steven Berghuis. Andere middenvelders dan: Frenkie de Jong. Ook voor hem is het wennen, met drie centrale verdedigers in plaats van twee achter zich. Aanvoerder Georginio Wijnaldum wil aansluiten bij de aanval, scoren en rennen.
Voorin staan twee aanvallers. De een, Memphis Depay, is de vrije, creatieve geest met turbodijen en de grote actieradius. Hij is de beste international van de laatste jaren en hunkert naar het dragen van verantwoordelijkheid. De ander heet vermoedelijk Wout Weghorst, volksheld in de dop, die laat zien dat voetballen in Oranje geen illusie hoeft te zijn. Gewoon keihard werken en meer doen dan een ander. Honderden Wouten Weghorst steken zondag de barbecue aan en bereiden zich op hun manier voor op de wedstrijd.
De Boer is geen Van Gaal
Al met al oogt het spel onwennig, hoe weinig dat ook zegt na een paar oefenduels. Oranje is bovendien zijn leider kwijt, Virgil van Dijk. Het is nu een leuke, onbevangen, diverse vriendengroep zonder werkelijke baas, al profileren Wijnaldum en Depay zich. Nederland raakt daarbij zijn traditionele dominantie op het veld kwijt en is straks inwisselbaar met tal van landen die risico’s mijden. Voor puriteinen is dat sowieso een zonde.
En De Boer is geen Van Gaal, de docent van de stoomcursus 5-3-2 in 2014. Het gaat te ver om te zeggen dat de basgitarist opeens de solo’s speelt en de drummer zanger is, maar de ritmesectie is wel degelijk verstoord. Het is anders voor de backs. Anders voor de centrale verdedigers. Anders voor Frenkie de Jong. Anders voor de spits, die geen vaste buitenspelers naast zich heeft. Oranje is een nieuwe auto, een diesel, met een hopelijk goede airbag. Veiligheid eerst, in de hoop de eerste klap te overleven.
Eén woord liet Frank de Boer vaak vallen. Focus. De Boer was in 2010, toen Oranje de finale van het WK verloor, assistent van bondscoach Bert van Marwijk: ‘In 2010 zeiden we: finale. Dat had moeten zijn: grachten.’ Nederland voer weliswaar door de Amsterdamse grachten, als nummer twee, maar dat was surrogaat. ‘Als je wint, zit je in de grachten. Dat moet het einddoel zijn. We gaan voor het allerhoogste, maar het is niet zo dat we zomaar de finale winnen. En het gaat om het besef, dat we alles hebben gedaan.’
Voetbal is een mindgame
Hij sprak over teamproces, over sport als mindgame. ‘Spelers kunnen wedstrijden winnen, teams winnen prijzen.’ Na het zaaien verliep alleen lang niet alles goed, maar dat hoort bij een toernooi en bij de tijd van uitvergroting in de media. Er was de vaccinatie-discussie. Transferpraat. Er is gedoe met Quincy Promes, verdachte van een steekpartij. Toch is focus gevraagd.
De Boer was op zijn best in de zon in Portugal, toen hij vorige week over zijn eigen loopbaan vertelde: ‘Ik heb bij Barcelona 90 procent van de wedstrijden gespeeld in 4,5 seizoen. En dan denk ik: wat heb ik daar laten zien? Was het de Frank de Boer van Ajax? Het was niet slecht, zeker niet. Maar waarom was ik daar? Ik heb een nieuwe cultuur opgesnoven. Maar er waren duizend vluchten per dag, voor 60 euro. Als iemand kwam, ging ik nog laten zien waar het leuke strandtentje was. Je moet weten wanneer je vrienden aandacht geeft, terwijl je je vanaf twee dagen voor de wedstrijd moet afsluiten. Later denk je: misschien was het mijn maximum, misschien ook niet. En dat is het lastige van topsport. Dat je continu op je hoogste niveau probeert te presteren.’
psalm 126, vers 3.
Blind, Depay en een stel anderen weten hoe levens kunnen veranderen door een landentoernooi. Depay was een van de opvallende jongelingen in 2014. Hij bleef daarna nog een jaar bij PSV, net als Wijnaldum, om de club eindelijk weer kampioen te maken. Blind denkt nog vaak aan die ene pass.
Zondag blijkt of het zaaisel van De Boer ontkiemt, met zijn 5-3-2, waarbij hij snel wil kunnen omschakelen naar 3-4-3 of 4-3-3. De bal zo snel mogelijk bij de creatieve jongens krijgen, bij De Jong of Depay, in de wetenschap dat Oekraïne een lepe, goede tegenstander is, met Malinovski, Zintsjenko of de grijzende, genaturaliseerde Braziliaan Marlos, alledrie gezegend met een heerlijk linkerbeen.
Depay zegt dat hij kan leven met de druk. Hij is gefocust. Hij luistert muziek in de aanloop naar een wedstrijd en komt dan in de vibe. Hij doet een goede warming-up en vergeet nooit te genieten. Dat zegt hij ook tegen anderen: geniet. ‘Het kan zomaar je laatste keer zijn.’
Later onthult hij het werkelijke thema van Oranje: het ontkiemende zaad, waarover De Boer zo vaak sprak. Op donderdag plaatst Depay op Twitter een kort bericht: psalm 126, vers 3. De tekst uit de Bijbel luidt, samengevat: ‘Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.’
Kijken als een kenner
Waar moet je dit EK op letten? In Kijken als een kenner maakt voetbaljournalist Sam Planting van elke kijker een expert. In welk systeem gaat Oranje spelen en wat betekent dat voor Weghorst? Dit zijn de voor- en nadelen van 4-3-3 en 3-5-2.