Analyse
Ongekende score Nederland op de Spelen: zevende van de wereld, de beste van de Europese Unie
Het grote succes werd met een zekere bescheidenheid gepresenteerd. De Nederlandse olympische topsport, opererend onder de marketingnaam TeamNL, deed voor het eerst wat technisch directeur Maurits Hendriks in 2010 als voornaamste beleidspunt liet opschrijven: de toptien van de wereld halen.
Hendriks, ‘de architect van het succes’, aldus zijn chef de mission Pieter van den Hoogenband, liet het zondag na om zichzelf op de borst te slaan. Zijn Nederlandse team, een kleine driehonderd sporters groot, werd in het medailleklassement van Tokio 2020 zevende, met liefst 36 medailles: 10 gouden, 12 zilveren en 14 bronzen exemplaren. Het is een recordaantal.
Het vorige record dateert van 2000, de Spelen van Sydney. Daar werd Nederland achtste in de landenrangschikking en ontstond het revolutionaire idee, allereerst voorzichtig omarmd door de technisch directeur van toen, Joop Alberda, om structureel tot de beste tien sportlanden van de wereld te horen.
Onder Hendriks, aangetreden in 2009, werd het beleid gericht op subsidie aan kansrijke sporten. Focusbeleid ging het heten. Kleine, onbetekenende takken van sport hadden budgettair het nakijken.
In Londen 2012 haalde Nederland een tegenvallende dertiende plaats. Vier jaar later was er in Rio de Janeiro de elfde plaats. In Tokio wisten de internationale waarnemers – op basis van de WK-uitslagen van de laatste jaren – dat de Nederlandse ploeg royaal de olympische toptien in zou schuiven. Er waren voorspellingen van een vijfde plaats.
Het werd in Japan de zevende plek. Daarmee was Nederland de beste sportnatie van de Europese Unie met zijn 27 landen. Het bleef sportieve grootmachten als Frankrijk (achtste), Duitsland (negende) en Italië (tiende) voor. Spanje werd 22ste.
De verrichting van de nationale ploeg kwam tot stand in de moeilijkste omstandigheden, bepaald door de strenge Japanse coronamaatregelen, de hitte en het gebrek aan internationale competitie. Toen olympiërs in het begin besmet uitvielen, in quarantainehotels werden opgesloten en de eerste resultaten tegenvielen, werd een persconferentie belegd, waarin Van den Hoogenband iets te vaak zei dat het meeviel en de eyes on the prize hoorden te blijven.
Hij spande zich in om het negatieve sentiment te lijf te gaan. Zondag zei hij daar spijt van te hebben. Hij had de pers meer moeten informeren: ‘Het is niet een van mijn beste persconferenties geweest.’ Hij was zelfs aangeslagen geweest, toen skateboarder Candy Jacobs, een van de pechvogels uit een besmette KLM-vlucht, als eerste positieve geval was geïsoleerd.
Internationale interesse
Verder was het keihard werken geweest voor het team van tweehonderd begeleiders. De enorme oogst van 36 wilde Van den Hoogenband absoluut niet aan zijn leidende rol toeschrijven. ‘Het is niet van mij. De eigenaren van het succes blijven de sporters en de coaches.’ Die woorden werden altijd al gebezigd door de oud-zwemkampioen, die met twee gouden en twee bronzen medailles in Sydney net iets beter presteerde dan wielrenner Harrie Lavreysen en atlete Sifan Hassan in Tokio.
Het enorme succes van Nederland zal internationale interesse aanwakkeren. Wat doen die Hollanders goed? De staf van NOCNSF, op Nationaal Sportcentrum Papendal, werkt al jaren samen met een aantal landen, waaronder Noorwegen, Nieuw-Zeeland en Japan. Het valt onder de afdeling Sports Intelligence, nu Data Science geheten.
Die data-analisten van Papendal hadden vooraf een berekening gemaakt van het aantal medailles dat Nederland in Tokio zou kunnen gaan halen. Het getal werd altijd stil gehouden, tot zondagmiddag 8 augustus, twee uur voor de sluitingsceremonie. Hendriks verklapte de cijfers. Het waren er twee minder dan de behaalde 36: ‘Als alles mis zou gaan, sporters met corona zouden uitvallen, dan kwamen we uit op zestien medailles. De bovenkant van ons scenario was 44, het meest realistische 34. In grote lijnen zie je een resultaat dat parallel is aan wat de voorbije jaren op WK’s is gepresteerd.’
Niek Kimmann
Hendriks en Van den Hoogenband prezen in koor de veerkracht van hun team dat na tegenvallers, denk aan de vrouwenwegwedstrijd in het wielrennen en Mathieu van der Poel op de mountainbike, weer snel het goede spoor had gevonden. Als voorbeeldsporter noemde de chef de mission BMX-rijder Niek Kimmann die in onvrijwillige botsing met een official kwam, zich over de man ontfermde, later met een pijnlijke knie naar goud reed en een interview onderbrak om collega Merel Smulders naar brons te schreeuwen. Die dynamiek, zei Van den Hoogenband, had zijn team dit enorme succes gebracht.
Hendriks gaat weg na de Winterspelen van Peking, over zes maanden. Zijn opvolger is niet bekend, maar die zal een forse erfenis hebben te bewaken. Er zal door alle prestaties, over een breed front, meer geld nodig zijn om het succes van Tokio te bestendigen. Hendriks zei dat zijn chef bij de huldiging premier Rutte en sportminister Van Ark aan de mouw moest gaan trekken.
Van den Hoogenband heeft gezonde aarzelingen over zijn toekomst. Hij was in principe tot Parijs 2024 akkoord over de rol van teamleider, maar zei zondag dat hij moest gaan overleggen met zijn gezin voor hij die beslissing zou bekrachtigen. Tokio 2021 was ook voor hem extreem zwaar geweest en het resultaat is, zo lijkt het, onmogelijk nog te verbeteren.
Meeste medailles voor vrouwen
36 medailles veroverde Nederland: 21 gingen er naar vrouwen en 14 naar mannen: één plak was voor een gemengd team (handboogschieten). De mannen en vrouwen wonnen even vaak goud: vijfmaal.