Nieuwe uitdaging voor Robert van der Horst
Noem hem geen linksback. 'Nee, ik ben een flanker', zegt Robert van der Horst, de captain van de Nederlandse hockeyers, quasi-verontwaardigd in de aanloop naar de Champions Trophy in India. De 30-jarige centrale verdediger, die tien jaar geleden debuteerde in Oranje, heeft naar eigen zeggen niet echt moeten wennen aan zijn nieuwe positie in de nationale ploeg.
'Ik speel nu wat offensiever. Daar waar ik vroeger vaak in balbezit kwam tussen mijn eigen cirkel en de middenlijn, krijg ik de bal nu wat dieper op het veld. Het verschil valt reuze mee. Ik sta eigenlijk alleen op een ander plekkie. Bovendien draait het bij Oranje niet om mij. Het teambelang staat voorop. Iedereen heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid, ik ook. Als aanvoerder vervul ik daarbij nog steeds dezelfde rol.'
Naast wat veranderingen in de opstelling en de selectie, zonder onder anderen de prominente aanvaller Billy Bakker (Amsterdam), heeft de nieuwe bondscoach Max Caldas meer wijzigingen aangebracht bij Oranje. Zo voerde de Argentijnse oud-international, die met de Nederlandse vrouwenploeg zeer succesvol was, vaste centrale trainingen op Papendal in. Daarmee wil hij onder meer de saamhorigheid vergroten en de fysieke en mentale weerbaarheid van zijn spelers versterken, zoals hij dat eerder op dezelfde locatie ook met zijn dames voor elkaar kreeg.
'We zien elkaar nu bijna wekelijks elke maandag en dinsdag in Arnhem', vertelt Van der Horst, inmiddels goed voor ruim 220 interlands. 'Dat is vrij nieuw voor ons. Vroeger deden we dat alleen in de voorbereiding op het WK of de Olympische Spelen. Er zit nu meer structuur in en de eerste ervaringen zijn zeker positief. We beginnen goed voorbereid aan de Champions Trophy, iedereen is fit. Of wij kanshebber zijn? Dat is Nederland altijd in het hockey. We staan nu ook weer tweede op de wereldranglijst.'
Van der Horst (Oranje-Zwart) is voor een Nederlandse tophockeyer inmiddels op een respectabele leeftijd aangekomen. Aan stoppen denkt hij echter nog lang niet. 'Zeker niet na die verloren WK-finale', zo doelt de Brabander op het pak slaag dat Australië in juni in Den Haag uitdeelde (1-6). 'Op die manier wilde ik mijn loopbaan bij Oranje niet beëindigen. Ik kan bovendien nog steeds op de volledige steun van het thuisfront en van mijn werkgever rekenen. Ik voel me ook nog hartstikke fit. Ik kan daarom geen enkele reden bedenken om als international te bedanken. Ik vind het allemaal nog veel te gaaf.'