Nieuwe lichting topatleten dient zich aan bij EK
Bij de Europese kampioenschappen atletiek diende sprintster Christine Arron zich aan als de exponent van een nieuwe lichting topatleten. In haar schaduw speelde Nederland een zeer bescheiden rol....
Van onze verslaggever
BOEDAPEST
Prijzengeld viel er op de 17e EK atletiek niet te verdienen, maar de Europese topatleten bleken geen zakkenvullers. Voor de eer - en eerlijkheidshalve de bonussen van hun sponsors - waren ze gelukkig ook nog bereid hun sportschoenen aan te trekken.
Het waren 'slechts' Europese kampioenschappen, maar vrijwel alle toppers van het oude continent waren aanwezig in het elke dag verrassend goed gevulde Nép-stadion van Boedapest. Slechts een enkeling, Sergej Boebka voorop, liet het afweten. De Oekraïense polsstokhoogspringer was er vier jaar geleden in Helsinki trouwens ook niet bij.
In de Finse hoofdstad bleven indertijd meer Europese topatleten thuis, en dat maakte dat toernooi tot een tweederangs evenement. Vier jaar daarvoor, in Split, was het toernooi vooral interessant als graadmeter voor atleten uit het voormalige Oostblok. De prestaties waren niet geweldig, al leverden de atletes uit de voormalige DDR destijds een flinke krachtsinspanning.
Acht jaar later hebben de grootste Duitse successen van Boedapest, nog immer een 'Oost-Duitse achtergrond'. Grit Breuer, Heike Drechsler en Lars Riedel bepalen nog steeds het gezicht van de Duitse Leichtathletik.
'Boedapest', de laatste EK van deze eeuw, zal de geschiedenis ingaan als het evenement waar een nieuwe generatie atleten, onder leiding van de Franse hinde, Christine Arron opstond.
De donkere atlete snelde op superieure wijze naar de zege op de 100 meter. Met 10,73 seconde liep ze een absolute toptijd. In Amerika wordt gerekend op de vijf gouden plakken die Marion Jones bij de Spelen van Sydney gaat ophalen, maar die verwachting lijkt prematuur. De 10,73 van Arron, gelopen op het trage tartan van het Nép-stadion, doet niet onder voor de 10,71 die Jones tweemaal eerder dit jaar liep.
Van minder mondiaal gehalte was het optreden van een nieuwe generatie Britse sprinters. Darren Campbell trad in de voetsporen van zijn coach Linford Christie. Maar in tegenstelling tot Arron behoort de donkere Brit nog niet tot de mondiale top, daarvoor zal hij eerst onder de tien seconden moeten lopen. De Britse atletiek was met negen gouden medailles opmerkelijk succesvol, exact hetzelfde aantal als in Helsinki.
In 1994 was Christie nog actief, nu geeft hij leiding aan een nieuwe generatie atleten. Ook een ander icoon van de Britse atletiek, Roger Black, zag op 'zijn' 400 meter een nieuwe generatie, onder aanvoering van Iwan Thomas en Mark Richardson, opstaan.
Het zijn successen die de Britse atletiek hard nodig heeft: bij de laatste Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen bleef ze zonder gouden medaille en die klap is hard aangekomen. Op Europees niveau zijn de Britten terug op de plaats waar ze thuishoren.
Met de Nederlandse atletiek is het kwalitatief nog steeds armzalig gesteld, maar wel gloort er licht aan de einder. De eindklassering achter landen als Estland, Letland en Slovenië is veelzeggend. De blamage van Helsinki (twee finaleplaatsen met 25 atleten) werd weggepoetst, erg overtuigend was het optreden niet.
Vooraf had Bert Paauw, technisch-directeur KNAU gerekend op zeven finaleplaatsen; die kwamen er. Hij sprak achteraf van een 'bevredigend toernooi', maar was teleurgesteld in het trio Stella Jongmans (die voor haar serie flauwviel), Marcel Laros en Jacqueline Goormachtigh.
Het doet deugd dat de jongere atleten het in Boedapest redelijk deden. Gert-Jan Liefers heeft de aansluiting weliswaar nog niet gevonden, maar Ester Goossens liep een fraaie race op de 400 meter horden, die meer had kunnen opleveren dan de vijfde plaats. Ook Kamiel Maase en Corrie de Bruin moeten in goede doen meer kunnen bereiken dan een notering in de topacht. Monique de Wilt verraste met de vierde plaats bij het polshoog.
Het echte positieve nieuws is dat Nederland eindelijk weer een medaille behaalde. Dat was sinds de EK van Split in 1990 (Erik de Bruin) niet meer gebeurd. Robin Korving bleek tegen de druk bestand; een formidabele eindsprint bezorgde hem het brons.
Het 'hordenkind' van trainster Ineke Bonsen moet nu aansluiting zien te vinden met de wereldtop. Dat zal slechts lukken als hij de hordenloop rond de 13,00 seconden aflegt. In dat geval mag hij, net als zaterdag, een ereronde maken met de Nederlandse driekleur.
Rolf Bos