Niemand is zoals Gertjan Verbeek
Sinds ik hem een paar jaar geleden onverwacht tegen het lijf liep op Terschelling, heb ik een andere kijk op Gertjan Verbeek, de voetbaltrainer die soms Rambo wordt genoemd. Het was in West-Terschelling. Verbeek kwam uit een viswinkel.
We waren er allebei voor Oerol. Verbeek bezocht het festival al vanaf het begin in de jaren tachtig, vertelde hij, de tijd dat iedereen op Oerol maar wat aanklooide en de muzikanten en kunstenaars na hun optredens en voorstellingen met de pet rondgingen. Ondanks de schaalvergroting bleef hij Oerol bezoeken, elk jaar weer. Een zonvakantie was niks voor hem.
Omdat ik nog nooit een voetbaltrainer had gesproken met enige culturele belangstelling, platenverzamelaar Ron Jans uitgezonderd, maakte dit grote indruk. Dick Advocaat woonde zo ongeveer ín de Hermitage in Sint-Petersburg, maar schilderijen bekijken ho maar.
Nee, dan Verbeek, die stapt elk jaar, weer of geen weer, in Harlingen op de boot om zich op Terschelling in een duinpan te laten verrassen door een stelletje avantgardistische theatermakers die het experiment bepaald niet schuwen. Een voetbalstadion kan niet verder weg zijn.
Dus van mij had het niet gehoeven, het ontslag van Verbeek bij FC Twente, deze week. Niet dat het verrassend was. Sinds zijn aanstelling in oktober won FC Twente maar één wedstrijd, van de achttien. In de eredivisie staat de club op de laatste plaats.
Om me in te leven in deze kwestie heb ik naar de filmpjes gekeken die de regionale krant Tubantia op internet zet en waarin de verslaggevers Fardau Wagenaar en Leon ten Voorde de actualiteit over FC Twente (en Heracles) keuvelend doornemen. Top-tv.
Na de persconferentie waarin dinsdag het ontslag van Verbeek bekend was gemaakt, duidden Fardau en Leon het nieuws terwijl ze voor een toiletdeur zaten. Het was vast toeval. Ze maakten een afgepeigerde indruk. Dat was niet zo vreemd. Als FC Twente-watcher ben je al jarenlang 24/7 in touw en sleep je je van de ene rel naar de andere.
In een ander filmpje ging het over het tv-werk van Verbeek. Daarmee maakte hij geen vrienden. Terwijl FC Twente het ene na het andere pak slaag kreeg en het schip almaar dieper zonk, nam hij stoïcijns het nationale en internationale voetbal door. Onder druk van supporters gaf hij de schnabbel op, mokkend. Hij vond het allemaal maar hypocriet.
Wagenaar: ‘Kom op man, zet je daar eens overheen en steek al je tijd in de club.’ Ten Voorde concludeerde dat Verbeek de supporters minacht, of in elk geval die schijn wekt.
Na het zien van een paar filmpjes van de afgelopen weken weet je genoeg. Sfeer op de werkvloer volledig verpest, waardeloze resultaten, een incapabele directie (Jan van Halst) en spelers die hun trainer nauwelijks nog serieus nemen en klagen over verouderde opvattingen: er was geen houden meer aan.
Jammer is het wel. Niemand is zoals Gertjan Verbeek, met dat woeste haar, die rauwe eerlijkheid (‘PSV speelt schijtbakkenvoetbal’), het intense chagrijn, het onvermogen om compromissen te sluiten en die verrukkelijke botheid.
Als trainer heeft Verbeek daarom een groot probleem. Hij is geen man van deze tijd. Je verwacht hem aan te treffen in een roman, niet in een voetbalstadion, met dat uitgesproken karakter en die rechtlijnigheid waarmee hij iedereen tegemoet treedt. Voor een man die in bossen huizen en blokhutten bouwt alsof het niets is, is Verbeek ontzettend onhandig.
Op Oerol had hij destijds een vier uur durende voorstelling gezien, vertelde hij op Terschelling. Hij had er niets van begrepen. Toch had het hem aan het denken gezet. Wedstrijden win je daar niet mee, maar gelukkig gaat het soms om andere dingen.