Léon Bergsma gaat doen wat zijn vader niet lukte: spelen in het eerste van Ajax
Léon Bergsma, aanvoerder van Jong Ajax, staat op de drempel van het eerste elftal. Bijna is het levenslange project van vader Hans geslaagd. Wat hij 40 jaar terug naliet, moet Léon lukken. 'Ik kan aan zijn loop zien of het wat wordt.'
De stereo-installatie, de lampen, ze gingen eraan door de voetballende Léon, die als jongen in huis urenlang schaafde aan zijn techniek door een balletje hoog te houden. Alles had Hans Bergsma ervoor over dat zijn zoon zou slagen in het voetbal.
In de jaren zeventig schopte vader Bergsma (56) het net niet tot het eerste van Ajax. Léon (20) staat nu op de een na hoogste sport van de ladder. De centrale verdediger is aanvoerder van Jong Ajax, dat tweede staat in eerste divisie. Vorige week droeg hij de aanvoerdersband bij Oranje onder 20, dat met 1-0 won van Zwitserland. Léon krijgt geregeld goede kritieken, maar van een debuut in het eerste is het nog niet gekomen. 'Als je zoon het haalt, is het nog mooier', zegt Bergsma.
Basisschool
Onderweg naar de basisschool deed Bergsma voor hoe je de bal moest raken als je het spel verplaatst naar de andere kant van het veld. Open draaien heet dat, legde hij uit. Elk verloren uurtje gingen ze voetballen in Park de Meer, waar vroeger het stadion van Ajax stond.
Duizenden spelertjes worden gescout, enkele tientallen worden gevraagd voor Ajax te komen spelen, een fractie daarvan dringt door tot Jong Ajax, het beloftenteam dat uitkomt in de eerste divisie. Sinds zijn 8ste speelt Léon bij Ajax. Per 1 juli 2016 is hij fullprof.
De lichting van 1997 (het geboortejaar) was bijzonder. Vijf jongens spelen nog betaald voetbal. Steven Bergwijn heeft een basisplaats bij PSV, Philippe Sandler bij PEC, Vinc Gino Dekker zit bij Jong Ajax, Tim Brinkman bij Jong Utrecht. 'Zes', zegt Hans. Hij rekent Abdelhak Nouri mee. Die liep in de zomer ernstige en blijvende hersenschade op als gevolg van hartritmestoornissen.
8 jaar
8 jaar was Léon Bergsma toen hij bij Ajax ging spelen. Sinds 2016 is hij fullprof. Hij is aanvoerder van Jong Ajax en traint met het eerste elftal. Debuteren is zijn grootste doel.
Concurrentie
De concurrentie is nu vele malen groter. In de tijd van Bergsma kwamen de spelers uit Amsterdam, Abcoude, Vinkeveen, een enkeling uit Bussum, groter was de vijver niet. Tegenwoordig haalt Ajax spelers van over de hele wereld.
'De club was meer familie, er was meer clubgevoel', zegt Bergsma. 'Ruud Krol en Arie Haan brachten mij weleens thuis. Vond ik fantastisch.' En misschien was er ook wel meer mystiek. 'Als ik Johan Cruijff had gezien, was mijn hele week goed.'
Elke training en elke wedstrijd van Léon was vader Bergsma van de partij. Hij ging mee naar buitenlandse toernooien in Madrid, Lissabon, Barcelona, Porto. Ajax stond vaak in de finale. 'Ik heb genoten, Nouri en Bergwijn waren een feest voor het oog.'
Hans Bergsma is voetbal, een en al voetbal. 'Het houdt pas op in mijn kist. Straks ga ik mijn kleinzoon leren voetballen.'
Real Madrid - Reims, de eerste Europa Cupfinale in 1956? Hij lepelt zo de uitslag op: 4-3. En de doelpuntenmakers van Real: Di Stéfano, twee keer Rial en Marquitos. Hij heeft plakboeken van vroeger met krantenknipsels en aantekeningen. Schriften vol met wedstrijden, uitslagen en standen.
Van Léon heeft hij de cijfers paraat. '410 goals. In het begin was hij centrale middenvelder. Maakte hij er veertig per seizoen.'
Alleen voetbal telt
Voor iets anders dan voetbal heeft Bergsma zich nooit geïnteresseerd. Ooit werkte hij bij het bouwbedrijf Nedam. Wat hij er deed, weet hij niet meer, heeft-ie verdrongen. Hij moest om 8.30 uur beginnen en kreeg opdrachten. Nou, dat werkt niet bij Hans. Zes dagen heeft hij het volgehouden. Bergsma werd coach, hij trainde twintig clubs in en rond Amsterdam, waaronder de Ajax-jeugd, de zondag eersteklasser DCG en Pancratius. Nu heeft hij de derdeklasser Wartburgia onder zijn hoede.
Léon, die in zes jaar slaagde voor het vwo, is niet zo monomaan, al leeft hij ook totaal voor Ajax. David Endt, zeven jaar ouder dan vader Bergsma, schopte het tot de reservebank van Ajax 1 en was tot 2013 teammanager van Ajax. Hij kent de Bergsma's al jaren en zegt: 'Hans is bezeten, bijna obsessief. Hij was een felle speler. Léon is een lichte kopie van zijn vader.'
Veel woorden
Er zijn meer verschillen. Bergsma is een man van veel woorden en Amsterdamse branie. Hij mag graag vertellen dat hij tegenover Johnny van 't Schip stond toen hij met het 85-jarige AFC in 1980 tegen Ajax speelde. 'Die heeft geen bal geraakt.' AFC hield het grote Ajax op 2-2.
Léon kijkt de kat uit de boom en is minder spraakzaam. Gesprekken gaan zo:
Senior: 'Ik kan aan zijn loop bij de warming-up zien of het wat wordt.'
Junior: 'Bull shit, dat kan niet.'
Senior: 'Aan de coördinatie, het ritme kan ik zien of je lekker bezig bent.'
Junior: 'Onzin.'
Gif en snelheid
Moest Bergsma het hebben van zijn gif en snelheid, Léon heeft een goede inspeelpass, is kopsterk en komt zelden in de problemen. Hij zit kort op zijn directe tegenstander en geeft die het gevoel dat hij ingesloten zit.
Piet Keizer, linksbuiten van de gouden lichting in de jaren zeventig, roemde twee jaar geleden in het clubmagazine Ajaxlife de basistechniek van Léon en zijn vermogen het tempo hoog te houden.
Endt: 'Léon is geen elegante speler, een soort Botteghin van Feyenoord, beetje Barry Hulshoff ook, maar bijzonder nuttig. Een doorzetter, je voelt arbeid, je ziet een spade in plaats van een floret.'
Heeft Léon altijd zijn vader achter zich gehad, Bergsma was 14 toen zijn vader overleed aan een hartstilstand. Als die was blijven leven, was het anders gelopen, zegt Bergsma. Dan had hij meer discipline gehad, was hij profvoetballer geworden en had hij zijn middelbare school afgemaakt.
Bergsma speelde in het Nederlands Uefa-elftal en liet nooit verstek gaan. Regen, sneeuw, hagel, hij was er altijd. 'Mijn vader had het niet gepikt dat ik door Ajax werd afgescheept met een contractje van 500 gulden per maand.'
Een eer
Spelers waren geen partij voor doorgewinterde clubbestuurders als voorzitter Jaap van Praag. Die feliciteerde je, zei dat Ajax blij met je was en of je hier maar even wilde tekenen. Endt: 'Je wist: ze gaan je piepelen en je bent kansloos. Ze wisten dat je het een eer vond om voor Ajax te mogen spelen.'
Bovendien had Bergsma de pech dat hij in het Bernabeu-stadion in Madrid een scheenbeen brak. Dat was tegen Real Madrid voor de Santiago Bernabeu Cup. Ajax stond met 3-0 voor. Bergsma dreigde door te breken, een tegenstander bracht hem uit balans, ook al raakte die hem amper. Hij dacht: ik maak er een schwalbe van. Hij kwam totaal verkeerd terecht. Met een brancard is hij van het veld gedragen en hij heeft nooit meer dat niveau gehaald.
Van rechtsbuiten tot verdediger
Met meer discipline was het hem gelukt, zegt Bergsma. FC Amsterdam, Haarlem, FC Utrecht en Cercle Brugge wilden hem inlijven, maar boden niet genoeg. Hij keerde terug naar zijn eerste liefde, AFC, waar hij nog zeven jaar hoofdklasse speelde. Twee keer in de week trainen in plaats van zes keer eiste zijn tol. In een paar maanden zat hij weer op amateurniveau.
Zijn leven nam een andere wending, hij ging uit, pakte een 'borreltje cola' en ging roken. 'Als Léon hetzelfde van plan zou zijn, zou ik zeggen: godverdomme, kom op, ertegenaan, je bent er bijna. Ik woonde met mijn moeder en mijn zus, die stimuleerden me niet, die hadden niks met voetbal.'
Bergsma is als trainer een opvallende verschijning met zijn schorre stem (Léon: 'Het resultaat van jarenlang roken en schreeuwen'), driftige tred waarmee hij uit de dug-out schiet en staccato aanwijzingen. Na de training wil hij in de kantine nog weleens met de volle glazen bier van zijn spelers over de stamtafel schuiven om spelsituaties uit te leggen. Van zijn spelers houdt hij nauwgezet bij hoe ze trainen en spelen. Schriften vol beoordelingen met cijfers tot achter de komma.
Meestal kent hij de tegenstander en zet hij hun plussen en minnen tijdens de wedstrijdbespreking op een rijtje. 'Ze hebben een aantal van die rommelaars en die rommelen er meestal nog een balletje in ook. Tegen de verhouding. Speel van de goal af.'
Léon kwam bij Ajax als rechtsbuiten en belandde in het hart van de verdediging. Bergsma ook. Een lichting achter hem zat Frank Rijkaard, die hem overvleugelde. Léon is hetzelfde overkomen met de twee jaar jongere Matthijs de Ligt, die vorig jaar als 17-jarige verdediger debuteerde in het eerste.
Slagen bij Ajax
Drie eredivisieclubs hebben de afgelopen transferperiode geïnformeerd naar Léon. Tevergeefs, hij wil slagen bij Ajax. David Endt: 'Ik ben ervan overtuigd dat Léon in Ajax 1 een rol kan spelen. Hij wordt in elk geval een gedegen speler in de eredivisie.'
Voetbalcolumnist Henk Spaan schreef afgelopen maand in Het Parool over Jong Ajax - Almere (3-0): 'Uitblinker was Léon Bergsma, de meest onbekende voetballer van de generatie '97, wiens spelinzicht ruim opweegt tegen de fysieke beperking van de relatieve traagheid. Ik bedoel te zeggen dat er hoop is voor Ajax.'
Voor dit artikel is geput uit de documentaire Een miljoen waard. Een zoon, een coach, een leven in het teken van voetbal uit 2003.
Clubs doen minder op gevoel dan vroeger
In de tijd dat Hans Bergsma bij Ajax voetbalde, in de jaren zeventig, bestond de begeleiding uit een trainer/coach, een hulptrainer en een masseur. Zoon Léon speelt nu bij Ajax. Conditietrainers, fysiotherapeuten, doktoren, voedingsdeskundigen, bewegingswetenschappers en een sportpsycholoog staan tot zijn beschikking.
'Voetbalclubs doen minder op gevoel dan vroeger', zegt bewegingswetenschapper Tom Stevens, die aan de VU onderzoek deed naar de monitoring van trainingsbelasting. Snelheid, wendbaarheid en sprongkracht van de spelers worden minimaal eens per half jaar getest, waarna aan de minpunten wordt gewerkt.
Positiemeetsysteem
Veldtrainingen worden zelfs dagelijks gemeten met een positiemeetsysteem. 'Hierbij gaat het niet alleen om de afgelegde afstand, maar vooral om de versnellingen en sprints. Hoe zwaar is de training in vergelijking met wedstrijden? Wat doet een speler te veel? Wat te weinig? Hoe kun je de prestaties verhogen zonder dat hij meteen blessures krijgt.'
Ook aan de mentale begeleiding wordt meer aandacht besteed in het voetbal. Stevens: 'Hoe kun je rustig blijven voor de goal? Hoe kun je je beter focussen? Hoe verwerk je teleurstellingen?' Sta je er ineens naast, blessures, schorsingen. Stevens: 'De weg naar de top is nooit een rechte lijn, maar is er een met pieken en dalen.'
Circus
Voetbal is een circus geworden met veel afleidingen. De druk is vele malen groter. Waren de media in de jaren zeventig amper geïnteresseerd in de beloften van Ajax, de wedstrijden van Jong Ajax worden live uitgezonden. David Endt: 'Bij ons kwam er een journalist van De Tijd kijken als we tegen Feyenoord speelden, dat was een miniklassieker. Verder zagen we nooit een journalist.'
Daarnaast is er de druk van sociale media, iedereen heeft een mening over je en spuit die. Léon heeft een Wikipediapagina, zijn vader niet. Vriendinnen van voetballers worden besproken op sites als Goals and Glamour.