Lange adem, maar geen goud voor Kirsten Wild
Kirsten Wild is een vrouw van de lange adem. Bij de Spelen van Rio wordt ze ingezet op het omnium, de veeleisende zeskamp op de fiets. Wild (33) heeft haar loopbaan op de weg omgebogen naar een route op de baan. Het leverde haar bij de WK in Londen zilver op in de scratch en de zevende plaats op het omnium.
Dat was minder goed dan wat zij een jaar eerder in Frankrijk deed. Daar werd ze wereldkampioen op de scratch (10 kilometer pelotonrace) en derde op het omnium. Dit baanseizoen had ze nog meer de nadruk willen leggen op de meerkamp van zes onderdelen, maar in september kwam ze met een heupblessure naar de eerste trainingskampen van de baanploeg.
Coach Jabik-Jan Bastiaans moest omzichtig met de van een Noors team geleende prof omspringen. Zijn voornaamste opdracht is haar te leren de 500 meter met staande start fatsoenlijk te rijden. Die korte afstand was Wild ook zondag te moeilijk. 'Was het net als bij de mannen maar 1 kilometer', klaagde ze na haar negentiende plaats.
In de winter had Wild een bevredigend resultaat gehaald. Ze won voor het eerst de wereldbekercompetitie. In Londen maakte ze een uitgebluste indruk. Ze kan veel beter, zeggen de deskundigen. Maar het beheersen van vijf onderdelen is onvoldoende voor een topresultaat op de zeskamp. Bij het aanleren van de hele stiel kan ze zich optrekken aan de eveneens olympisch gekwalificeerde Tim Veldt. Die zegt 'van alles een beetje te kunnen'.
undefined