Kruijswijk stijgt naar derde plek in algemeen klassement Vuelta na formidabele tijdrit
Als Steven Kruijswijk dinsdag na tien kilometer het eerste meetpunt van de tijdrit passeert, maakt hij een gebaar naar ploegleider Grischa Niermann, die in de auto achter hem rijdt. Kruijswijk brengt zijn hand naar zijn helm. Klopt dit wel?, vraagt hij. Kuijswijk rijdt vijf seconden sneller dan specialist Rohan Dennis. Hij schrikt er van. Het plan was om meteen hard van start te gaan, maar zo hard?
‘Ik dacht eerst: hier is iets niet goed gegaan’, zegt Kruijswijk na de finish van de zestiende etappe van de Vuelta. Ondertussen komen zijn concurrenten een voor een binnen. Ze verliezen allemaal tijd op de Nederlander, die stijgt van de vijfde naar de derde plek in het algemeen klassement. Monter: ‘Misschien ben ik iets te snel vertrokken, maar ik wist ook: de tijd die ik win na tien kilometer pakken ze me niet zomaar meer af.’
Met nog drie bergetappes te gaan is de achterstand van Kruijswijk op rodetruidrager Simon Yates geslonken tot 52 seconden. Alejandro Valverde (Movistar) staat tweede, op 19 seconden voorsprong. De Colombiaanse klimmers Nairo Quintana en Miguel Angel Lopez zakken terug. Zij verliezen in de tijdrit over 32 kilometer respectievelijk 1.20 en 1.29 minuten op Kruijswijk.
Steile bergen
‘Vergis je niet: ik heet geen Tom Dumoulin’, had Kruijswijk in aanloop naar de tijdrit gezegd. Om de verwachtingen te temperen. Ja, hij dacht wel tijd terug te kunnen winnen op zijn concurrenten, tijd die hij had verloren van op de steile bergen van Asturië. Maar het zou niet om minuten gaan.
Ploegleider Niermann was er bij de start in Torrelavega van overtuigd dat Kruijswijk een goede tijdrit zou gaan rijden. Ze waren ’s ochtends nog een rondje gaan fietsen samen. Een uurtje, om de benen los te trappen.
Het parcours was een dag eerder al verkend op de tijdritfiets. Een parcours dat Kruijswijk zou moeten liggen. In het hotel hadden ze de aantekeningen nog een keer doorgenomen. De stijgingspercentages en gevaarlijke bochten stonden allemaal in het schriftje van Niermann.
Niets werd aan het toeval over gelaten. Tijdrijden is een discipline van details. De hoge velgen van Kruijswijks Bianchi-fiets, voor de gelegenheid zwart en niet celeste-groen, waren voor de start door de mechaniekers nog even glad opgepoetst.
Tie-raps
De tie-raps waarmee de kilometerteller vast zit, waren zo kort mogelijk afgeknipt. Het kan alleen maar overbodige weerstand opleveren.
Voor Merijn Zeeman, ploegleider en al zes jaar de vaste trainer van Kruijswijk, komt de tijd niet als een verrassing. Dit jaar hebben ze de houding van de 31-jarige Nuenenaar, inmiddels half Monegask, op de tijdritfiets nog verbeterd.
Zeeman: ‘Steven heeft samen met Mathieu Heijboer, onze bewegingswetenschapper die bijna fulltime bezig is om het materiaal en de tijdrit te verbeteren, in april nog testen gedaan in de windtunnel van de Technische Universiteit Eindhoven. Daar werd een paar procent aan tijd gewonnen door een verbeterde aerodynamische houding op de fiets.’
Daar ligt volgens Zeeman de sleutel: ‘Je houding is het belangrijkste onderdeel van een tijdrit. Daar maak je de meeste tijdwinst. Want er zijn meer renners die veel vermogen kunnen trappen, maar slecht op hun fiets zitten. Steven heeft van nature brede schouders. Als hij van zichzelf nog iets aerodynamischer was geweest, zoals bijvoorbeeld Dumoulin, dan had hij ook meer tijdritten kunnen winnen. Daar ben ik van overtuigd. Dat is gebaseerd op de wattages die hij trapte tijdens de tijdrit van de Tour de France.’
Tijdens de Vuelta heeft Kruijswijk niet op zijn tijdritfiets getraind, zoals hij dat eerder wel deed tijdens de Giro d’Italia van 2016. Nu lag de nadruk op de bergetappes, de tijdritfiets kon wachten. Zeeman: ‘Maar tussen de Tour de France en de Vuelta heeft hij nog twee keer per week op de tijdritfiets gezeten. Om die nieuwe houding er in te slijpen. De ellebogen naar binnen, hoofd diep tussen de schouderbladen. Zo laag mogelijk blijven zitten. Een oncomfortabele manier van fietsen. Die je ook nog moet zien vol te houden als je uitgeput raakt.’
Na het eerste meetpunt deed Kruijswijk precies dat. Hij kroop over zijn stuur in de geoefende houding. ‘Ik had daarna snel het juiste ritme gevonden, dat ik na die snelle start nog 20 kilometer vol kon houden’, zegt Kruijswijk.
Een journalist laat op zijn telefoon het nieuwe algemeen klassement zien. Denkt hij misschien al aan de eindwinst? ‘Nee, zo ver kijk ik niet vooruit. En we moeten morgen alweer aan de bak. Maar deze tijdrit was goed voor mijn moraal. En ik hoop dat ik toch ook een mentale tik heb uitgedeeld.’