Kramer is al zes of zeven keer op doping getest
Het fanatisme waarmee dopingcontroleurs van verschillende instanties in het olympisch dorp en rondom de ijsbaan te werk gaan, heeft bij Nederlandse en Amerikaanse schaatsers en ploegartsen tot irritaties geleid....
Beide kampen kregen te maken met controleurs van instanties die geen weet van elkaars activiteiten hebben. Door de gebrekkige coördinatie van de internationale schaatsbond ISU en de anti-dopingagentschap WADA zijn sommige schaatsers op dezelfde dag meerdere keren gecontroleerd. De controles nemen soms uren in beslag.
‘Sven Kramer is al zes of zeven keer gecontroleerd’, aldus ploeggenoot Carl Verheijen. De stayer, afgestudeerd als arts, vindt controles nuttig en nodig, maar begrijpt niet dat de instanties geen overleg hebben. Dat zou irritatie voorkomen. Bovendien kan het geld aan andere controles worden besteed.
Verheijen: ‘Dat er gecontroleerd wordt, is goed. Dat er veel wordt gecontroleerd ook, maar zoveel testen tijdens de Olympische Spelen is niet logisch. Het is beter om standaard het hele jaar door te testen, bijvoorbeeld twee of drie keer per maand out-of-competition.’
De ergernis wordt gedeeld door de Amerikanen. In het olympisch dorp raakte ploegarts Eric Heiden, vijfvoudig olympisch kampioen, volgens Chad Hedrick bijna in conflict met een controleur.
Hedrick: ‘Heiden had een woordenwisseling. Ik ben al drie keer getest: twee keer op urine en een keer op bloed. Het is overdreven. Ze zouden nuttiger dingen kunnen doen met dat geld.’