Koeperman - Davidov: sigaar uit eigen doos
In de eerste twee afleveringen van deze mini-serie ter nagedachtenis aan Iser Koeperman (1922-2006) liet ik zien hoe de Reus uit Kiev, steeds vanuit dezelfde openingsvariant, in 1960 Mansjien versloeg en in 1996 Hans Berkers....
Hoewel Davidov de betreffende openingsvariant een ander vervolg geeft dan Mansjien had gedaan (en Berkers vele jaren later zou doen), kan ook hij niet voorkomen dat Koeperman langzaam maar zeker belangrijk, ja doorslaggevend voordeel naar zich toetrekt. Weliswaar weet Davidov de strijd nog tot aan de klokcontrole te rekken, maar uiteindelijk zal hij toch, in een positie van wederzijds zes schijven, kansloos ten onder gaan.
Ik herinner mij nog goed hoezeer ik onder de indruk was van Koepermans zege, nadat ik de partij-in-kwestie voor de eerste keer had nagespeeld uit de door Henk Fokkink verzorgde circulaires van de Persvereniging van Damredacteuren. Veertig jaar na dato blijkt het duel nog steeds niets aan charme te hebben ingeboet!
Koeperman - A. Davidov
Coupe USSR 1966
1.31-27 17-21 2.37-31 21-26 3.32-28 26x37 4.41x32 11-17 5.46-41 7-11 6.36-31 1-7 7.41-36 19-23 8.28x19 14x23 9.42-37
Een ‘Tsjizjov-kanon’ avant la lettre!
9...10-14 10.34-30
Fundamentalistische aanhangers van de tempoleer zouden hier 34-29x30 hebben gedaan. Maar Koeperman zwoer nu eenmaal bij het chiquere 34-30-25.
10...14-19 11.30-25 17-21 12.25x14 19x10 13.33-28
Negeert andermaal de tempoleer. Meer dan in de afruil van 23 lijkt de witspeler geïnteresseerd in een toekomstige omsingeling van het zwarte centrum.
13...9-14 14.28x19 14x23 15.39-33 10-14 16.47-42 4-9 17.44-39 5-10 18.50-44 21-26 19.40-34 11-17 20.27-21 16x27 21.31x11 7x16
Ook op 21...6x17 had wit ongetwijfeld met 22.32-27 gereageerd. Maar bij een zwarte randschijf op 16 sorteert die zet nog meer effect:
22.32-27! 2-7 23.35-30 7-11 24.45-40
Koeperman laat combinatie- en (gepolijst!) positiespel hand in hand gaan. Zoals Fokkinks correspondent Boris Goervitsj destijds opmerkte, verliest 24...14-19? namelijk door 25.33-29! De dreiging 26.27-22 en 28.37-31 kan dan niet met 25...11/12-17 worden gepareerd wegens 26.30-24!! gevolgd door 28.25-20, 29.44-40, 31.27-21, 32.37-31 en 33.42x15 +.
24...14-20 25.33-29 12-17 26.30-24
Zie diagram 1
26...18-22?
Natuurlijk waren zetten met de schijven 9, 10 en 20 taboe. Maar zwart had er beter aan gedaan actief op te (blijven) treden met 26...17-22, bijvoorbeeld 27.37-31 26x37 28.42x31 10-14 29.48-42 23-28! Door zowel met zijn 26ste als met zijn 31ste zet voor het defensief te kiezen, roept Davidov nog veel groter onheil over zich af.
27.27x18 23x12 28.38-32 10-14 29.43-38 17-22 30.32-28! 22x33 31.39x28 14-19(?) 32.44-39 19x30 33.34x14 9x20 34.28-23!
Koeperman koestert geen vrees voor verdere afbraak: de komende afruil van 23 zal te zeer ten koste van het evenwicht in de zwarte stand blijken te gaan.
34...12-18 35.23x12 8x17 36.49-43 17-21 37.39-34! 13-19 38.43-39! 19-24 39.29-23! 3-9 40.40-35 24-29 41.23-19! 29x40 42.35x44 9-14 43.19x10 15x4 44.39-34 11-17 45.44-39 17-22 46.39-33 6-11 47.34-30 11-17 48.37-32!
Maakt de remise-dreiging 48...26-31! onschadelijk.
48...22-27 49.30-24! 20x29 50.33x24
Zie diagram 2
Het klopt allemaal tot op de millimeter: na de verrassende afruil van 20 tegen 33 (zou Davidov niet veeleer 49.33-29 hebben verwacht?) blijkt het tempo wit gunstig gezind, in díe zin dat Koeperman werkelijk geen zet méér of minder had mogen hebben...
50...17-22 51.48-43! 4-9 52.24-19!
Zwart geeft het op: na het gedwongen 52...26-31 53.32-28! 22x33 54.38x29 loopt hij totaal vast.