'Klak' zegt het wapen en dan komt de kick
Zodra Jasper Klomp zijn pak aantrekt, vergeet hij alles en iedereen om zich heen. Wat bezielt een sportschutter om zich van de wereld af te sluiten en zich over te geven aan de strijd met een minuscuul cirkeltje?...
Als Peter Hellenbrand aan het schieten is, mogen ze achter hem de tent afbreken. Dan heeft hij zich volledig afgesloten van de buitenwereld. 'Op het moment dat ik de baan opga, zie ik alleen mijn doel en verder niets. Als de boel in de brand staat, zou ik het nog niet merken.'
Hellenbrand, een 19-jarige luchtgeweerschutter uit de nationale juniorenkernploeg, is geen uitzondering. Op het moment dat de schutter zijn pak aantrekt, is hij één met zijn wapen en laat hij zich door niets afleiden. Dat bleek donderdag, vrijdag en zaterdag in de Haagse sporthal Ockenburgh, waar de 28ste editie van Intershoot plaatshad.
Op het grootste schiettoernooi van Nederland - er zijn wedstrijden in de categorieën luchtgeweer en luchtpistool voor mannen, vrouwen en junioren - zijn (olympische) toppers present, maar ook amateurs die hun uit de hand gelopen hobby koesteren. Omdat de tientallen schutters niet eens naast elkaar passen in één sporthal staan ze naast elkaar opgesteld.
'Klak', zeggen de wapens, geknal klinkt er niet. De beamer die de standen bijhoudt, geeft blijk van de aanwezigheid van Welshmen, Oostenrijkers, Nederlanders (onder wie olympia-ganger Dick Bosch man) en een verdwaalde Antilliaan en Japanner.
Qua postuur noch qua gebruik van hulpmiddelen zijn de schutters identiek. De kleine dikkerd kiest ervoor met een loep onder zijn zonneklep te schieten, de lange draadnagel even verderop is wars van poespas. Wel hebben alle geweerschutters zich gehesen in een canvas pak. Voor de pistoolfanaten volstaat vrijetijdskleding.
Het op maat gemaakte pak met rubberen vlakken om het geweer niet weg te laten glijden, biedt stabiliteit. 'Je kunt minder snel bewegen, waardoor je een vaste houding kunt aannemen', legt Jasper Klomp (20) uit, die zich sinds januari senior mag noemen. 'Maar het pak is ook een bescherming. Het biedt je vertrouwen en identiteit. Als ik dit pak aantrek, vergeet ik alles om me heen.'
Wat bezielt een sportschutter om zich van de wereld af te sluiten en zich over te geven aan de strijd met een minuscuul cirkeltje? Vraag het hem of haar en er volgt een lange stilte. Daarna klinkt een bedachtzaam antwoord. 'Het is verslavend steeds beter te willen worden. En het is een voortdurende test om te zien of je jezelf kunt beheersen', zegt beroepsmilitair Gertjan de Brouwer (38), die al jaren pistool schiet. 'De kick krijg ik niet van de knal, want zoveel herrie maakt een luchtdrukwapen niet. De kick krijg ik van het goede schot. En dat keer op keer herhalen', verduidelijkt Jeroen de Jong (28).
De schutters koesteren de verantwoordelijkheid die ze in hun sport dragen. Hellenbrand: 'Als het goed gaat, heb je dat aan jezelf te danken. Als het slecht gaat, is het je eigen schuld.' De Brouwer: 'Als militair werk ik veel met anderen samen. Ik kan zowel individueel als in een groep presteren.'
Jessica Burink dankt haar kennismaking met de schietsport aan een kinderfeestje. 'We gingen met een vriendinnetje niet koekhappen of zaklopen, maar naar de schietbaan. Ik was meteen verkocht toen ik daar met dat wapen in m'n handen stond. Ik heb net zo lang bij mijn moeder gezeurd tot ik op les mocht.' Moeder Burink zal geen spijt hebben van haar knieval. Haar inmiddels 18-jarige dochter schopte het tot lid van de nationale juniorenploeg.
In de hal, waar het tl-licht is gedimd, regeert de stilte bepaald niet. Twee Hagenezen wisselen luidkeels moppen uit, een meisje jengelt dat ze het zat is en naar huis wil. De vader van een schutter draait zich om naar de omstanders, legt demonstratief zijn vinger op zijn mond en maant tot stilte. Dat zijn zoon niets merkt en uiterst geconcentreerd bezig is via het vizier van zijn Walther-geweer de roos in beeld te krijgen, doet er voor senior kennelijk niet toe.
'Ach, zeur niet', bijt Egbert IJzerman de man toe. `Met herrie moeten de schutters om kunnen gaan. Anders moeten ze maar een andere hobby zoeken.' IJzerman kan het weten. Al jaren is hij voorzitter van de stichting Intershoot. Met z'n vieren organiseren ze het jaarlijkse, grootste Haagse sportevenement, dat debuteerde in de inmiddels gesloopte Houtrusthallen.
Als IJzerman niet aan het werk is als manager in de beveiliging bij een grote keten van elektro-speciaalzaken, bezoekt hij graag zelf de schietbaan. `Maar ik schiet met vuur en niet met luchtdruk, dus dat kun je niet vergelijken.'
Om maar een voorbeeld te geven: de wetgeving is uiteraard veel strikter voor vuurwapens. 'Luchtdrukschutters betalen jaarlijks 50 cent aan verzekering aan de schuttersassociatie KNSA. Het enige dat wij hier doen om de veiligheid te vergroten, is de toeschouwers op een meter afstand achter de schutters houden. Verder gaat hier al 28 jaar nooit iets mis.'
'Het geweer van een vrouwelijke schutter is ooit gestolen, dat is het enige', valt Intershoot-secretaris Willy ten Bosch hem bij.
IJzerman, ook lid van het dagelijks bestuur van de KNSA, weet nog een fraaie anekdote op te dissen. 'Onze schutters logeren altijd in een hotel hier vlakbij. Jaren geleden zaten ze daar ook toen er een delegatie van de Verenigde Naties verbleef. Je had die VN-veiligheidsmensen moeten zien toen ze al die koffers met geweren voorbij zagen komen. Ze schrokken zich het apelazerus.'