Finale EKItalië - Engeland
Italië is zichzelf na rust en angst breekt Engeland op
Bij de voorgenomen thuiskomst van het voetbal, na 55 jaar verdriet, zwaaide de deur in Londen piepend open. Maar de Engelsen struikelden in het zicht van de eeuwige glorie over de drempel en verloren de finale van het EK tegen Italië (1-1), na strafschoppen. Weer verdriet. Weer verloren.
Dramatisch waren de strafschoppen. Het Engelse publiek joelde bij elke Italiaanse strafschop en juichte voor de Engelsen, bij wie doelman Pickford eerst de inzet van Belotti stopte. Uitgerekend Rashford (paal) en Sancho (gestopt door Donnarumma) misten daarop, speciaal ingevallen voor de strafschoppen, nauwelijks een bal geraakt. Bondscoach Southgate had alles tactisch doordacht, maar maakte een miskleun. De misser van Jorginho gaf Engeland weer hoop, maar daarop zag ook Saka zijn inzet gestopt. ‘It’s going to Rome’, schreeuwde winnaar Bonucci in de camera.
Vooral de angst brak Engeland op, het wegdrijven van de basis van het spel zoals zij het zelf bedachten, met de aanval als hoofdingrediënt. Dat hadden uitgerekend zij toch horen te weten, in deze kwalitatief ondermaatse finale.
Engeland dacht de 1-0 over de streep te trekken door zich steeds massaler terug te trekken, en raakte even zelfs min of meer in paniek toen verdediger Bonucci na een hoekschop de bal in het doel frommelde, voor de verdiende gelijkmaker, halverwege de tweede helft. Pas daarna volgde herstel, mede omdat Italië zijn beste spelers zag uitvallen.
Bedwelmende cocktail
Londen ontplofte bijna bij de ontknoping van het EK. Tranen, de tol van drank, vreugde, spanning, het mengde zich tot een bedwelmende cocktail. Engeland, gespitst op zijn eerste prijs sinds het gewonnen WK van 1966, was in de finale voor rust veel sterker en bleek toen een zuinige machine. Het spel, in de 19de eeuw uitgevonden om aan te vallen en te scoren, werd na de snelle openingstreffer verkwanseld, door vrijwel alleen nog te verdedigen.
Ja, in de ogen van de puristen is dat vrij lelijk, al was het dan op soms perfecte wijze uitgevoerd. Want dat is Engeland: een fysiek sterke ploeg, zondag met de uitgevallen controlerende middenvelder Rice als uitblinker. Gesteund door volk op de tribunes met een van voetbal overlopend hart dat hunkerde naar succes, 55 jaar na de wereldtitel, behaald op het oude Wembley.
Alles zat mee bij het EK. Zes duels in Wembley gevoetbald. Een Engelse bui, voor de aftrap van de finale, uitstekend geleid door de internationaal afscheid nemende Björn Kuipers. Engeland was meteen in de wolken door een doelpunt na een minuut en 58 seconden. Een treffer die symbolisch was voor het EK, het toernooi van de zogenoemde wingbacks, of ze nu Dumfries heten, Gosens, Shaw of Trippier.
Shaw, eerder in het toernooi al goed voor drie assists, startte de aanval op links bij de zijlijn, halverwege de eigen helft. Aanvoerder Kane liet zich als altijd ver terugzakken en was beschikbaar voor de opbouw. Dat had twee voordelen: hij bleef weg bij de soms zo vriendelijk lachende slagers Bonucci en Chiellini, en hij diende als een soort spelverdeler. Kane gaf de bal goed op rechts, en daar was Trippier, in de ploeg opgenomen in plaats van Saka. Om twee redenen: Trippier kon Walker helpen met het neutraliseren van de handigste Italiaan, linksbuiten Insigne.
Beter voetbal
En Trippier heeft een geweldige traptechniek. Hij legde de bal van rechts strak over de verdediging, waar Shaw op links opdook en de bal na de stuit heerlijk op de schoen nam. Italië kwam deze klap tot de rust niet te boven. De Engelsen zetten Italië snel onder druk, terwijl menigeen had verwacht dat de Italianen dat juist bij de Engelsen zouden doen. Zo had Engeland eigenlijk een hele tijd niets te vrezen. En als de Italianen eens comfortabel aan de bal waren, trok Engeland zich razendsnel en massaal terug. Soms waren alle elf Engelsen in één beeld gevangen op de beeldbuis. Altijd was er wel iemand om de kort, vaak door het centrum combinerende Italianen te onderbreken.
Qua kansen gebeurde er eigenlijk niets meer tot de rust. Engeland had geen schot meer op doel. Italië had een schuiver van dribbelaar annex uitblinker Chiesa en na rust een paar kansjes van Insigne. Italië wist, met Cristante en Berardi als invallers, het initiatief totaal over te nemen. De onzichtbare spits Immobile verdween, Insigne zorgde als zwervende spits voor problemen. De Engelsen stonden nog net niet achter hun eigen doel te verdedigen.
De ploeg van bondscoach Roberto Mancini was zichzelf na rust. Het doelpunt was verdiend en het viel in de 67ste minuut, van Bonucci nota bene, en voor de achtste keer in de knock-outfase draaide de wedstrijd uit op verlenging. En voor de vierde keer waren er penalty’s. Italië won. Voor het voetbal was het beter, al kwam het dan opnieuw niet thuis.