analyse
Is Ajax straks jaren kampioen? Dat is overdreven
Kersvers kampioen Ajax zit lekker in zijn vel. De warmte bij de club is voelbaar en Ajax heeft het geld om ambities waar te maken. Het is alleen overdreven om te stellen dat de Amsterdammers nu jaren kampioen zullen zijn.
Het is een club met een gezonde blos op de wangen. Mannen die met plezier naar het werk gaan. Fijne omgang met elkaar. Elkaar vasthouden. Jeugd luistert naar ervaring. Ervaring laat zich inspireren door jeugdigheid.
Bijna ingetogen onderging de ploeg het eindsignaal van scheidsrechter Blom zondag, na de 4-0 tegen Emmen die de titel officieel maakte. Edson Alvarez knielde even voor een kruisteken en de selectie verzamelde zich voor een rondedansje. Buiten was het feest, met supporters. De eerste vergeven landstitel in het coronatijdperk was eigenlijk al een tijdje zeker.
Ajax is geen club van kilheid. Nee, de warmte is best aangenaam. Ajax heeft een trainer, Erik ten Hag, die hard werkt, normaal doet en weldadige nederigheid heeft gebracht in een biotoop waar aan arrogantie grenzend zelfvertrouwen altijd aan de deur klopt. Een trainer die goed laat voetballen. Met balans, hardheid en frivoliteit. Fitheid ook. Met routiniers en rookies. Latino’s, hand in hand met grut uit het lage land. Weerbaar. Homogeen.
Raar verhaal
Natuurlijk, het was nogal dom van Ajax om spits Sébastien Haller niet in te schrijven voor de Europa League. Het blijft een raar verhaal, van doelman André Onana die plaspillen van zijn vrouw neemt, of van Quincy Promes, verdachte in een steekpartij en snel uitgeweken naar Spartak Moskou.
Maar zo gaat dat soms in de topsport, in het gewone leven trouwens ook; dat iets faliekant fout loopt. Wie goed in zijn vel zit, als club, als gezin, als klas, zet zich daar overheen, die koestert het mooie, het goede, die kijkt vooruit en probeert van zijn fouten te leren. Dat is Ajax goed gelukt.
Dit is het huidige Ajax: op 14 januari, na 88 minuten en 20 seconden, bij 1-1 in Enschede tegen FC Twente, komt spits Klaas-Jan Huntelaar het veld in, als brandweerman bij uitslaand vuur. De voorsprong van Ajax op de ranglijst is nog bescheiden en januari is topzwaar qua programma. Op de zondag daarvoor is de 0-2 tegen PSV in de Arena nog opgehaald naar 2-2.
Huntelaar schiet de bal na 89 minuten en vijf seconden heerlijk in de touwen na een machtige assist van de net aangetrokken Haller. En na 90 minuten en 53 seconden scoort hij gewoon nog een keer, met een stiftje. Kort na de wedstrijd vertrekt hij naar Schalke, omdat hij daar belangrijker denkt te kunnen zijn dan bij Ajax.
Januari bleek een sleutelmaand in de titelrace. Verrassingsploeg Vitesse koestert even zelfs de illusie de eerste plaats te kunnen overnemen, maar laat juist dan de punten liggen tegen mindere tegenstanders. Ajax blijft overeind in de topduels en loopt alsmaar verder weg, tot een kampioenschap in speelronde 31.
Zo wordt het een ‘tussenjaar’, zoals directeur voetbalzaken Marc Overmars het seizoen aankondigde, met een gouden rand. Al blijft de Europese uitschakeling tegen eerst Atalanta Bergamo (Champions League) en AS Roma (Europa League) teleurstellend, zeker omdat Ajax achteraf telkens stelt beter te zijn geweest. Het aantal knullige, misschien onnodige uitschakelingen in de laatste jaren in Europa is een van de zaken die tot nadenken moet aanzetten.
Overtredingen
Over de titel valt zoveel te zeggen, juist omdat Ajax goed in het vel zit. De standvastigheid. De homogeniteit. De weerbaarheid. Nooit opgeven. Het gif uit Argentinië en Mexico, al is met name Tagliafico soms aardig weggekomen met overtredingen die niet thuishoren op de velden. Ajax zakt vrijwel nooit met fatale gevolgen door de ondergrens, eigenlijk alleen in de uitwedstrijd tegen FC Groningen, toen Ten Hag de mentaliteit hekelde.
Ajax heeft ook het geld om de ambities waar te maken. Ajax koopt in de winterstop een spits voor 22,5 miljoen, terwijl Feyenoord een man huurt met de bijnaam De Beer (Pratto), die zelfs in Rotterdam niet meekan en meer gele kaarten krijgt dan dat hij doelpunten maakt. Maar het is niet aan de rest om jaloers te zijn, of met de vinger te wijzen naar de hegemonie.
Ajax heeft standvastig beleid en koestert de opleiding die gewoon een paar tieners levert die meekunnen op het hoogste niveau. Gewoon drie jongens die doorbreken, met Jurriën Timber, Devyne Rensch en Ryan Gravenberch, van wie de laatste zich opwerkte tot een van de sleutelspelers. Tadic, Daley Blind, ‘meneer 1-0’ Davy Klaassen plus een goede vervanger voor Onana, Maarten Stekelenburg.
Het steekt goed in elkaar, het is een team. Het is alleen overdreven om te stellen dat Ajax nu jaren kampioen zal zijn. Ajax koopt doorgaans niet de beste spelers van de concurrentie in eigen land, zoals Bayern dat in Duitsland doet. Hoe beter Ajax presteert, des te meer het buitenland zal trekken aan talenten en met vervangers weet je het nooit meteen.
PSV
Laat de titel vooral ook een aansporing zijn voor de concurrentie om beter voor de dag te komen. PSV moest wennen aan de aanpak van de nieuwe trainer Roger Schmidt. Gedoe als met Mo Ihattaren, of die wel of niet bij de trainer past, kwam bij Ajax niet voor. AZ begon met vijf gelijke spelen en wisselde van trainer toen bleek dat Arne Slot naar Feyenoord gaat. De talenten uit Alkmaar wisten Ajax niet bij te houden, anders dan in het door corona afgebroken seizoen.
Feyenoord kon geen vervolg geven aan de opmars van vorig jaar, zo jammerlijk gebroken in de eerste coronagolf. Dat Feyenoord door van ADO te verliezen een nieuw dieptepunt bereikte op de dag van Ajax’ kampioenschap, met de Klassieker in Rotterdam van volgende week op het programma, is extra pijnlijk voor de Rotterdammers. Het is bijna niet meer voor te stellen dat Feyenoord nog maar vier jaar geleden kampioen was.
Erik ten Hag heeft van Ajax in zekere zin een nederige club gemaakt. Hij laat zijn elftal voetballen zoals hij dat zelf vroeger deed, met heel zijn hart. Met het verschil dat hij nu als trainer topkwaliteit tot zijn beschikking heeft. Ajax, dat is Ten Hag plus.
Symbolische treffers in kampioenswedstrijd
Op zijn gemakje promoveerde Ajax zondag de officieuze titel tot officieel kampioenschap door met 4-0 te winnen van FC Emmen. Dat gebeurde, tot onvrede van de clubleiding, zonder publiek in de Johan Cruijff Arena.
Rond het stadion verzamelden zich duizenden supporters, waarbij niemand zich hield aan de anderhalvemeterregel. Binnen was de aanhang duidelijk hoorbaar met gezang en vuurwerk, wat voor een surrealistisch beeld zorgde.
In de doelpuntenmakers en aangevers school de symboliek van het kampioenschap. Twee treffers van de tieners Jurriën Timber en Devyne Rensch, doorgebroken dit seizoen. Eentje van aankoop in de winterstop Sébastien Haller, op aangeven van Davy Klaassen, met wie hij een vaak beslissend koppel vormde. Plus eentje van aankoop voor het seizoen Klaassen. En twee voorzetten van Dusan Tadic, de topschutter van Ajax en de assistkoning van Nederland.
Timber opende na tien minuten de score met een schot dat tussen de handen van doelman Verrips door glipte. Hij was daarmee de twintigste speler op de schutterslijst van Ajax dit seizoen. FC Emmen, dat tot de rust uitstekend voetbalde, had acht duels niet verloren. Emmen zag in de strijd om degradatie ook RKC, Willem II en VVV verliezen. De zege van ADO op Feyenoord is nog niet meteen bedreigend voor de Emmenaren, die hopen dat ze in de drie resterende duels nog één plaatsje kunnen stijgen, zodat ze zich rechtstreeks handhaven. Ze spelen thuis tegen FC Groningen en Heerenveen, om het seizoen af te sluiten bij VVV.
31
eredivisieduels speelde Dusan Tadic. Daarmee is de aanvoerder de enige Ajacied die alle wedstrijden in actie kwam. Ryan Gravenberch en Antony staan op 29.
1
tegenstander wist Ajax niet te verslaan: tegen PSV werd twee keer gelijkgespeeld (2-2 en 1-1). Wel werden de Eindhovenaren in Amsterdam uitgeschakeld in de kwartfinale van de KNVB-beker (2-1).
9de
dubbel behaalde Ajax dit seizoen. Erik ten Hag (2018/19 en 2020/21) is daarmee na Rinus Michels (1966/67 en 1969/70) de tweede trainer die met Ajax twee keer de titel en de beker pakt.
20
spelers maakten de 93 Amsterdamse doelpunten. Jurriën Timber voegde zich zondag als laatste bij dit rijtje door tegen Emmen de score te openen. Ten Hag maakte in totaal gebruik van 30 spelers.
15
keer de nul hielden de drie Ajax-keepers André Onana (9x), Maarten Stekelenburg (5x) en Kjell Scherpen (1x). Ze werden nooit meer dan twee keer in een wedstrijd gepasseerd.
5
openingsgoals werden gemaakt door Davy Klaassen. In alle competities zorgde hij dit seizoen 9 keer voor de 1-0. Dat is 5 meer dan de eerstvolgende speler.
16
assists leverde Dusan Tadic waarmee hij zowel ‘koning van de assist’ als meest waardevolle speler van de eredivisie is: naast die 16 assists ook nog 14 doelpunten.
13
doelpunten maakte Ajax dit seizoen in 1 duel: dat tegen VVV op 24 oktober. Een eredivisierecord. Lassina Traoré scoorde toen 5 keer.
6
titels heeft de nu geblesseerde Daley Blind met Ajax gewonnen, eentje meer dan zijn vader Danny. Recordhouders zijn Sjaak Swart en Johan Cruijff (beiden 8 keer).
