ReportageEnschedesche Football Club

Hoe Enschede het voetbal viert en ook een beetje verliest

Op een landgoed bij Enschede werd afgelopen zaterdag een deel van de historie van het voetbal in Nederland gevierd. De Enschedesche Football Club (EFC) en Prinses Wilhelmina namen het tegen elkaar op, ook vanwege de claim dat de allereerste wedstrijd ooit in het Twentse land zou zijn verspeeld. Maar dat klopt volgens enkele sporthistorici nou juist niet.

Rob Gollin
Een speler met een oude leren bal bij de herdenking van de fusie van EFC en PW die 130 jaar geleden plaatsvond.  Beeld
Een speler met een oude leren bal bij de herdenking van de fusie van EFC en PW die 130 jaar geleden plaatsvond.

Zo zou het er zo’n beetje aan toe zijn gegaan, tegen het eind van de negentiende eeuw. De spelers betreden in het zog van een vaandeldrager het terrein. De broeken zijn fiks aan de maat. Als doelpalen doen bonenstaken dienst. De bal is van bruin leder. Krijtlijnen ontbreken. Waar het maaien is gestopt, eindigt ook het speelveld.

Op het uitgestrekte gazon voor de statige buitenplaats Huis Zonnebeek, ooit het woonhuis van de Twentse textielbaron Jan Bernard van Heek (1863-1923), wordt deze nazomerse zaterdag de klok teruggedraaid. De elftallen van de Enschedesche Football Club (EFC) en Prinses Wilhelmina (PW), overwegend bestaand uit senioren, mogen dan sporadisch een eigentijds driehoekje op de geelgroene mat leggen en een enkele moderne steekpass afleveren, deze middag draait het om voetbalgeschiedenis.

Allereerst is de ontmoeting de viering van het 130-jarig bestaan van EFC PW. Beide clubs fuseerden in 1888, nadat ze in 1885 waren opgericht. Maar zeker zo zwaar weegt de ‘voorzichtige pretentie’ – de bewoordingen zijn van voorzitter Ben Snijders – om aan te tonen dat in de ommelanden van Enschede de wieg van het Nederlandse voetbal stond, een geboorte onder de rook van spinnerijen en weverijen. De stellingen: EFC is de oudste voetbalclub van het land en de allereerste voetbalwedstrijd is misschien wel in deze contreien gespeeld.

Een speler van PW jaagt de bal over het doel, hoog naar het decor van eik en esdoorn in schoorvoetende herfsttinten. ‘Zat-ie nou?’ Het is gissen. Net en deklat zijn er niet. De beslissing wordt genomen in een tentje verderop. Daar tuurt een scheidsrechter naar een schermpje met opnames van een drone die boven het strijdperk snort. Wie zich beroept op een gewichtig verleden, moet ook oog hebben voor de toekomst. ‘Over.’

De locatie doet niet helemaal recht aan de historie. Vroeger werd geregeld gevoetbald op het landgoed Het Amelink, noordoostelijk van de stad. Daar spelen, lukt niet meer. Maar voor het zuidwestelijk gelegen Huis Zonnebeek valt ook wat te zeggen. Kijk maar naar de korenblauwe shirts van PW. Het staat er, zelfverzekerd in goudkleurige opdruk: ‘J.B. van Heek, founder of Dutch football.’ Hij was in elk geval de oprichter en de eerste voorzitter van EFC.

De zoon van Gerrit Jan, de grondlegger van de textielindustrie in Twente, woonde hier aan het begin van de vorige eeuw met zijn Amerikaanse echtgenote, Edwina Burr Ewing. Het witte landhuis doet denken aan een plantagewoning, met een veranda onder een uitspringend balkon, gestut door vier zuilen, en een serre aan de achterzijde. Het zijn elementen die ook voorkomen in het ouderlijk huis van Burr Ewing in Nashville, Tennessee.

Huize Zonnebeek en het veld waar de wedstrijd werd gespeeld. Beeld
Huize Zonnebeek en het veld waar de wedstrijd werd gespeeld.
Spelers tijdens de fusie bij huize Zonnebeek.  Beeld
Spelers tijdens de fusie bij huize Zonnebeek.

Eerbetoon

Tussen de ruim tweehonderd genodigden bevindt zich Rudolf van Heek (61), een achterneef van Jan Bernard, en voorzitter van de stichting Edwina van Heek, die het landgoed in beheer heeft. Hij aarzelde niet, toen het verzoek kwam hier een reconstructie van een voetbalwedstrijd te houden. ‘Een doelstelling is ondersteuning van cultureel-historisch erfgoed. Daar valt dit zeker onder. Dat het een eerbetoon is aan mijn oudoom, is mooi meegenomen.’

Het is een eerste fundament onder de bewering dat Enschede de bakermat van het voetbal is: Jan Bernard van Heek is, vinden ze hier, een sleutelfiguur in de wordingsgeschiedenis. Hij had als jongeling in 1884 voor zijn werk in het textiel een studiereis gemaakt naar Manchester. Daar had hij de Engelsen zien voetballen, hij had zelfs meegedaan als linksbuiten bij de Burnley Manufacturers. Begeesterd was hij teruggekeerd, met bal. Wat er toen gebeurde, is opgetekend door Jacobus (Ko) Joännes van Deinse in het gedenkboek ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan. Hij werkte ook in de textiel, maar zou zich later verdiepen in de Twentse cultuur en geschiedenis – hij schreef onder meer het Twents volkslied en ontwierp vlag en wapen.

Van Deinse behoorde tot de vriendenclub die ergens in het voorjaar van 1885 door Van Heek werd gevraagd zich te verzamelen bij hotel Amelink aan den Oldenzaalschen Straatweg; tegenwoordig is het een advocatenkantoor. Wat er gebeurde, beschrijft hij zo. ‘Na een oogenblik waçhten zagen we Bernard Heek over den spoorwegovergang aankomen met in zijn rechterhand een merkwaardig grooten leeren bal. Nieuwsgierig bekeken wij allen het ons onbekende voorwerp en ons werd uitgelegd, dat in het leeren omhulsel een andere opgeblazen gummibal zat. Toen alle uitgenoodigden bijeen waren, trokken we naar een weide op het buitengoed het Amelink, tegenover het boerenhuis gelegen. Bij den boer werd een zestal boonenstokken gehaald, waarvan twee goals werden opgebouwd, het terrein werd op de juiste grootte uitgemeten en door twee takjes in den grond gestoken, aangegeven. Twee elftallen werden geformeerd en het spel kon beginnen.’ Van Deinse noteert ook de uitslag: 15-0. Van Heek schoot ze er alle 15 hoogstpersoonlijk in. Van Deinse: ‘Het spel beviel ons uitstekend en alleen de duisternis kon er dien avond een eind aan maken.’

Zo, die zit. Daarna gaat het snel: op 30 juni van dat jaar volgt de oprichting van de Enschedesche Football Club. De leden komen vooral uit textielfamilies: Van Heek, Blijdenstein, Ter Kuile, Ten Cate - voetbal is in die tijd vooral voor welgestelden. Eind augustus komt er al een tweede club bij, Prinses Wilhelmina, op initiatief van jongere broers en neven. De oprichtingsdatum valt samen met de verjaardag van de prinses.

Een speler rekt zijn spieren in het oude koetshuis. Beeld
Een speler rekt zijn spieren in het oude koetshuis.

Enschede de eerste?

Nog een wapenfeit: de krant Tubantia maakt melding van een vliegerwedstrijd op zondag 6 september, waar het eerste en het tweede elftal van EFC een demonstratie opvoerden voor 5.000 toeschouwers. ‘Dit spel, uit Engeland afkomstig, wekte algemeene bewondering vooral ook omdat zoodanig spel hier nog geheel onbekend is.’ Een jaar later zijn de rollen al omgedraaid. EFC geeft een uitvoering waaraan volksspelen als zaklopen, mastklimmen, turfrapen en tonsteken bijnummers zijn. De krant vond het weer mooi. ‘Het was bepaald interessant te zien, hoe vlug eenige heren waren.’

Dan is er die uitnodiging, per briefkaart. ‘Wij leden der Footballclub 'Prinses Wilhelmina' dagen U, leden der Enschedesche Footballclub uit, tot het houden van een match op het Volkspark, den 22ste Augustus 1886.’ Dat zou de eerste officiële confrontatie tussen twee clubs kunnen zijn geweest en daarmee de allereerste echte voetbalwedstrijd in Nederland. Probleem: elke vorm van verslaglegging over een vervolg ontbreekt. Er is geen krantenbericht, geen foto, geen locatie, niet eens een uitslag. EHC-voorzitter Snijders: ‘Dan is er mist.’

Heeft de wetenschap een verlossend woord paraat? Raadpleging kan zelfs ter plekke. Op het veld voor Huis Zonnebeek kijken twee sporthistorici toe: Jan Luitzen, docent Sport, Management en Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam, en Wim Zonneveld, emeritus professor Engelse taal en cultuur aan de Universiteit in Utrecht. Op 19 oktober verschijnt hun gezamenlijke boek Hoe voetbal verscheen in Nederland, waarin de opkomst van het spel in de periode van 1880 tot 1910 wordt beschreven. Hun bericht voor Enschede en omstreken is tamelijk meedogenloos: de claim dat daar het voetbal is geboren, is onjuist.

Jaren voordat Van Heek in de lente van 1885 met zijn leer het spoor overkwam, holden ook op andere plaatsen in Nederland jongens achter een bal aan – sommigen in volstrekt willekeurig samenstelling, anderen in clubverband, met hier en daar al een naam. De allereerste keer dat er wordt gevoetbald, plaatsen ze al in 1877-’78, op jongenskostschool Noorthey in Veur, bij Voorschoten. Ook in steden als Haarlem, Amsterdam, Den Haag en Haarlem wordt vanaf 1882 het zogenoemde ‘association football’ gespeeld; het begrip moet het onderscheid met rugby duidelijk maken. In de terminologie van toen: het is verboden de tegenstander te laten struikelen, de ander aan te springen, iemand vast te houden en den bal in den handen te nemen en om het bezit ervan te vechten.

Clubs uit die tijd zijn Sport uit Amsterdam, HVV uit Den Haag, het Utrechtse Hercules, Robur et Velocitas uit Apeldoorn en DFC Dordrecht. Ook de Koninklijke Haarlemsche Football Club hoort daarbij, al zou de door de vereniging opgevoerde oprichtingsdatum van 15 september 1879 niet kloppen. Van verifieerbare voetbal- en cricketactiviteiten was volgens de sporthistorici dan nog geen sprake. Er is wel een helende mededeling voor Enschede. Zonneveld: ‘EFC is de eerste Nederlandse club die puur en alleen voor het voetbal is opgericht.’

Hoe zit het dan met die allereerste match tussen twee verenigingen? Een verslag in Nederlandsche Sport laat geen ruimte voor misverstanden: Sport uit Amsterdam klopt HFC in Haarlem op 21 november 1886 met 5-3. Luitzen: ‘Er is geen enkel bewijs waarmee wordt gestaafd dat EFC gehoor gaf aan de uitnodiging om op 22 augustus tegen PW te spelen. Nee, EFC sloeg zelfs erna nog het aanbod af, de leden hadden eerst een uitstapje naar Duitsland gepland. Het was zeker niet ongewoon dat er veel tijd zat tussen een uitnodiging en de wedstrijd zelf. Er kwam altijd wel wat tussen: geen tijd, niet goed getraind, verplichtingen op het werk.’

Voorzitter Snijders laat zich niet uit het veld slaan. Toegegeven, feiten zijn er niet. ‘Maar het is onwaarschijnlijk dat het lang heeft geduurd. Het is een oproep in familieverband: er speelden neven en broers in beide clubs. Die laat je niet onbeantwoord.’ Nog altijd heeft hij de hoop gevestigd op een foto, een brief, een verwijzing in een dagboek. Luitzen en Zonneveld: ‘Als er schriftelijk bewijs opduikt, laten we ons graag overtuigen.’

Na twee keer een half uur in de nazomerwarmte, vinden EFC en PW het welletjes met de rivaliteit van weleer en sluiten ze geheel naar de actuele stand van zaken de rijen voor een gezamenlijke foto. Eindstand: 4-3; de oudste tak zegeviert. In de derde helft proosten ze in de schaduw van partytenten op de gedeelde geschiedenis.

Burgemeester Onno van Veldhuizen van Enschede vindt al voor het eerste fluitsignaal de sleutel waarmee alle betrokkenen vrede kunnen hebben: zo meteen wordt de allereerste herdenkingswedstrijd gespeeld van een allereerste voetbalwedstrijd. Het past naadloos in de slotregels van het clublied: ’t zal wel eens kraken, breken nooit, nú of ooit, PW!

null Beeld

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden