Sport

Het olympische kustroeien kan op al het water, maar het is nog wachten op de deelnemers

Op de Amstel staat geen golfslag en er rolt geen branding tegen de dijk. Toch schoven er tussen de honderden klassieke roeiboten drie zeewaardige roeiboten over de rivier tijdens de Head of the River. Want ‘coastal rowing’ wordt olympisch.

Erik van Lakerveld
De roeiwedstrijd Head of the River wordt jaarlijks in maart gevaren op de Amstel. Het is de oudste en grootste langebaanroeiwedstrijd van Nederland (90 jaar). Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant
De roeiwedstrijd Head of the River wordt jaarlijks in maart gevaren op de Amstel. Het is de oudste en grootste langebaanroeiwedstrijd van Nederland (90 jaar).Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Er loeit bepaald geen zeewind over de Rozenoordbrug in Amsterdam. Sterker nog, de lichte polderbries wordt zaterdagmiddag overstemd door het razen van de auto’s op de A10. Maar toch, onder de hoge snelwegbrug zijn het wel degelijk drie zeewaardige roeiboten die met elkaar strijden in de jaarlijkse Head of the River Amstel.

Kustroeien, of coastal rowing, is een tak van de roeisport waar de internationale roeibond veel van verwacht. Zozeer dat het in 2028 bij de Spelen van Los Angeles op het olympisch programma zal debuteren. Daarop vooruitlopend nodigde de organisatie van de Head of the River Amstel als noviteit kustroeiers uit voor de oudste en grootste langebaanroeiwedstrijd van Nederland (90 jaar).

Over de auteur

Erik van Lakerveld schrijft sinds 2016 over olympische sporten als schaatsen, atletiek en roeien.

De omstandigheden op de Amstel wijken behoorlijk af van wat kustroeiers gewend zijn. ‘Dit is eigenlijk geen wedstrijd voor ons’, zegt Rolph Hulzebos.

Voordat hij en zijn bootgenoten van start gaan, liggen ze een tijdje tegen de walkant te wachten. De ene na de andere klassieke wedstrijdboot passeert, slanke vaartuigen van maar één paar billen breed. Wiebelige gevallen waar een ongeoefende roeier zomaar overboord kan kukelen. Hulzebos’ laat zien dat zijn kustboot veel breder is, zo’n 60 centimeter, en stabieler bovendien.

Dat moet ook. Wie beelden bekijkt van internationale wedstrijden coastal rowing ziet de scheepjes door hoge golven met verwaaide schuimkoppen steken, soms half onder water verdwijnen. De boten zijn erop gebouwd. Het water dat naar binnen slaat wordt via zelflozers weer afgevoerd. Onzinkbaar zijn ze, maar ook zwaarder en dus trager dan de klassieke wedstrijdboten.

De Ouderkerkse kust is voor deze vaartuigen veel te rustig. Er brult geen branding. Er is geen schuimkop te zien. Het water klotst er kalm kabbelend tegen de kant, waar een meerkoet in het riet scharrelt. Hulzebos legt uit dat ‘coastal’ straks een olympisch nummer is, maar niet met zo’n boot als deze. Het Internationaal Olympisch Comité heeft gekozen voor een- en tweepersoonsboten, niet voor de vierpersoonsvariant.

Rechthoekig water

De reden dat de internationale roeibond veel van het kustroeien verwacht, is dat je het ongeacht die specifieke naam overal kunt doen. Er is geen roeibaan nodig, zoals voor het reguliere olympische roeien. Zo’n rechthoekig stuk water, minstens 2.000 meter lang en breed genoeg voor zes kaarsrechte wedstrijdbanen naast elkaar. Dat vind je lang niet overal en aanleg ervan is niet goedkoop.

Voor coastal volstaat eigenlijk al het water, of het nu een rivier, een baai of open zee is. ‘Wat je hier ziet is de boot van de toekomst’, zegt Hulzebos. ‘Neem een land als Nigeria, ik noem maar een dwarsstraat. Die hebben geen Bosbaan.’

De Head of the River, in 1933 afgekeken van de Britse tegenhanger op de Theems, is ook al een wat toegankelijkere wedstrijdvorm. Er wordt anders en verder geroeid dan op een doorsnee roeibaan. Op de kronkelige Amstel starten de boten achter elkaar aan, met telkens wat tijd ertussen. Wie de 8 kilometer tot in Amsterdam het snelste aflegt, heeft gewonnen.

Voor de coastalroeiers geldt nog weer een ander procedé: zij hoeven maar 5 kilometer af te leggen en doen een massastart, al is het met slechts drie deelnemers eigenlijk geen massa te noemen.

Grote verhalen

Normaal vaart Hulzebos hier niet. Op de Amstel is het altijd behoorlijk druk met roeiers en het kan qua beleving ook niet op tegen het IJmeer, zijn vaste stek. Daar kan het bij harde wind heerlijk spoken. En het echte kustroeien beleef je op de Noordzee, waar hij en zijn mederoeiers ook vaak naartoe gaan. Het is een sport voor echte buitenmensen, voor avonturiers. ‘In een coastalboot ontstaan grote verhalen.’

Kustroeien verhoudt zich tot klassiek roeien zoals mountainbiken tot baanwielrennen. Het ene gebeurt in een gecontroleerde omgeving, het andere is spelen met de elementen en draait om het overwinnen van obstakels. Als het hard waait op de roeibaan of rivier, worden wedstrijden afgelast. Maar voor kustroeiers zijn golven juist deel van de aantrekkingskracht.

Rob Wijsbek, ploeggenoot van Hulzebos, mengt zich in het gesprek. ‘Je moet met omslaande golven, zogeheten rollers, om kunnen gaan. En dit is een boot waarmee je kunt surfen op een golf. Dat is een ervaring die je met vlak roeien nooit zult hebben.’

Rare wedstrijd

Na afloop van de race heeft Ellen Arends haar boot net op de kant getild. Op de boeg prijkt de letter-cijfercombinatie NED01. Dat is een souvenir van de WK-deelname in Portugal (2021). Zaterdagmiddag zijn ze derde geworden. Als enige vrouwenboot tussen twee mannenploegen was dat wel verwacht.

‘Dit is voor ons een hele rare wedstrijd’, zegt Arends. Ze is gewend een parcours te varen, zoals dat ook bij zeilwedstrijden gebeurt: op een stuk open water van boei naar boei. Stroming en wind bepalen de koers en het wedstrijdverloop. Het is een tactisch spel van 4 tot 6 kilometer. De tocht naar Amsterdam was een heel andere onderneming. Rustiger. ‘Maar het was heel grappig om te doen.’

Terwijl de leeftijden in de klassieke achten en vieren flink variëren, kan geen van de kustroeiers nog voor student doorgaan. Hulzebos is met 61 de jongste van zijn boot, Arends met 58 de oudste van haar boot. ‘De jongste in de boot loopt tegen de 40.’

Leeftijd telt niet bij het coastal roeien. Nog niet in elk geval. De sport is zo klein dat er internationaal lang geen leeftijdscategorieën werden gehanteerd. Pas in 2022 werd op het WK een juniorenklasse ingevoerd. Toen Arends in 2019 in Hongkong en in 2021 in Portugal mee deed aan het WK nam ze het nog op tegen roeiers van alle leeftijden.

Ze hoopt dat haar discipline zich snel zal ontwikkelen tot een volwaardig lid van de roeifamilie. Alle elementen zijn daarvoor aanwezig, denkt Arends. Al was het alleen maar omdat ‘coastal’ veel eenvoudiger is om mee te beginnen. ‘Roeien is een waanzinnig technische sport, maar voor coastal hoef je iets minder stabiel te zijn om het te kunnen.’

Maar wie aan de oever van de Amstel staat ziet dat de meeste jeugdige roeiers nog kiezen voor de ranke wiebelboten die bij alle roeiclubs in Nederland in de loodsen liggen. In de twee dagen dat de Head of the River duurt, glijden er bijna 500 normale wedstrijdboten over de rivier. De drie coastalboten vallen daarbij volledig in het niet.

Ook de wedstrijdleiding moet nog wennen aan de nieuwe discipline. De start verloopt rommelig. Tot drie keer toe moeten de roeiers terugvaren tot voor de startstreep.

En als de drie boten op de Rozenoordbrug af komen, beginnen officials - ‘kamprechters’ in roeitaal - te schreeuwen dat ze op de verkeerde brugopening af koersen. Normaal gesproken moeten boten onder die brug links aanhouden, op straffe van diskwalificatie. Voor de kustroeiers, die het geschreeuw niet eens horen, geldt dat niet. Zij mogen de volledige breedte van de Amstel gebruiken.

Er zal nog flink wat water door de Amstel vloeien voordat coastal rowing zich kan meten met het klassieke roeien. Maar de olympische status is een eerste zetje dat ervoor zorgt dat ook jongere roeiers het steeds vaker overwegen, merkt Hulzebos. ‘Je ziet ze nu al komen.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden