Het gelukzalige bestaan op de werpheuvel

Nog voordat Patrick Beljaards zal zeggen dat hij bij dit succesvolle WK niets te klagen heeft, hebben zijn glinsterende ogen zijn gelukzalige bestaan al kenbaar gemaakt....

Van onze verslaggever Mark Misérus

Dinsdag leidde de linkshandige werper het Nederlandse honkbalteam naar de eenvoudige overwinning van 7-0 op Brazilië, gisteren hield Beljaards zich op de werpheuvel bewonderenswaardig staande tegen het geweld van de Cubaanse hardhitters.

Tegen wereldkampioen Cuba vormde hij eens niet de tandem met catcher Sidney de Jong of Chairon Isenia, maar trof hij Johnny Balentina achter de thuisplaat. Die verving de aan zijn arm geblesseerd geraakte Isenia, die waarschijnlijk tijdig hersteld is voor de kwartfinale van woensdag. Beljaards maalde er niet om en gooide. ‘Op dit moment gaat alles goed. Bovendien ken ik Sidney, Balentina en Isenia al jaren.’

Wat voor velen een hels karwei moet zijn – een bal strak over de thuisplaat gooien – is voor de 27-jarige Beljaards routine geworden. ‘Als je van kinds af aan werper bent, is gooien niet moeilijk. Maar het lastige tegen ploegen als Cuba is dat een balletje over de plaat gooien niet genoeg is. Dan word je hard geraakt.

‘Je moet de randjes opzoeken. Dat is het lastige, maar ook het leuke van dit vak. Je hebt uitdagingen te over. Ik ben niet gaan honkballen en in het Nederlands team gaan spelen – sinds 1997 is hij international – om alleen maar drie slag te gooien. Dan was ik wel in het zesde gaan spelen. Ik doe het voor de uitdaging. Ik wil me meten met de besten van de wereld.’

De lefty weet dat een transfer naar het Amerikaanse profhonkbal tot het verleden behoort. Hij heeft er vrede mee. Als tiener werd hij door de fameuze Dodgers uitgenodigd voor een trainingskamp in Los Angeles. Hij keek er zijn ogen uit, maar besloot dat het bestaan van honkbalprof niet aan hem was besteed. Het nemen van die beslissing viel niet mee, zegt hij nu.

‘Het is heel wat om als jonge speler te zeggen: ik ga niet naar de VS. Het is toch de bekroning op je honkballoopbaan. Maar ik had het geluk dat ik bij die trainingsstage kon zien dat profhonkbal niet is wat ik wilde. Toen niet.’

Sindsdien hebben grote clubs hem nooit meer benaderd. Hij zegt geen spijt te hebben gehad van zijn keuze om als amateur in Nederland te honkballen. ‘Ik heb alle toernooien gespeeld die ik kan spelen. Ik heb een goede baan als fysiotherapeut en een supervriendin. Wie weet hoe het was gelopen als ik wel in de VS had gespeeld.’

In zijn tweede jaar als honkballer kreeg de jonge Beljaards van zijn coach te horen dat hij serieuzer moest leren gooien. Lange tijd combineerde hij het eerste honk met de werpheuvel. Totdat zijn toenmalige trainer bij Kinheim tegen hem zei: ‘Luister jongen, jij bent waardevoller als pitcher dan als eerste honkman. Dus concentreer je op het werpen.’

De beste werper van het EK in 2003 zou niet anders meer willen dan slagmannen bestoken met zijn fastball, zijn specialiteit, of zijn curveball en change-up (langzame bal), die hij heeft moeten aanleren. ‘Het is toch supergaaf dat ik vandaag heb staan gooien tegen een topploeg als Cuba?’

Zijn ogen twinkelen weer, zijn wenkbrauwpiercing schittert in het tl-licht. Enthousiasme klinkt door in zijn stem. Pas als de eventuele halve finale ter sprake komt, klinkt het afgemeten en enigszins ingestudeerd dat zijn team het toernooi ‘per wedstrijd bekijkt’ en dat het ‘in een roes verkeert’, waarin ‘winnen gemakkelijk gaat’.

Nadat de honkballers tegen Canada de kwartfinales veilig hadden gesteld en zaterdag ook Panama, de verliezende finalist van het vorige WK, opzij hadden geschoven (9-5), gold de laatste groepswedstrijd tegen Cuba als een bij voorbaat aantrekkelijk, maar relatief overbodig sluitstuk, waarin alleen de eindrangschikking van groep A zou worden bepaald.

Tegen wie Nederland in de kwartfinale in Haarlem speelt, is nog onbekend.

Beide ploegen hadden de zaken verdedigend op orde, maar Cuba betoonde zich in alle opzichten ervarener en gewiekster dan Nederland. Dat mag geen verrassing heten, want de Cubanen verdienen miljoenen in de Amerikaanse Major League. Bondscoach Eenhoorn vond wel dat zijn spelers aan slag minder gedisciplineerd waren. ‘Al gooiden hun werpers erg sterk.’

Cuba kwam in de tweede slagbeurt door een homerun op voorsprong. De ploeg bouwde die marge geleidelijk uit naar 3-0. Nederland kon pas iets terugdoen in de laatste inning, toen Ivanon Coffie de bal over het hek sloeg.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden