Gullit vraagt, maar moet ook antwoord geven
Eerst schrok hij van de sportieve kwaliteiten van zijn selectie, daarna van de financiële beperkingen van de club. Nu Feyenoord-coach Ruud Gullit van alles op de hoogte is, wordt van hem een strakke trainershand verwacht....
Terwijl de Feyenoord-selectie zich opmaakt voor de eerste training op Gran Canaria, leest manager Jan D Swart aan de rand van het veld een sms-bericht voor. 'Nou, Song is weg hoor. Effe kijken. Naar Suwon Samsung in Zuid-Korea. Een paar dagen geleden zei hij nog gelukkig nieuwjaar tegen me. Dat waren werkelijk zijn eerste woorden in het Nederlands. En nu is hij weg.'
Om misverstanden te voorkomen: het vertrek van de 25-jarige Koreaan Chong-gug Song wordt door niemand betreurd. Niet door de clubleiding die nog wat geld aan hem verdient. Niet door de technische staf die nauwelijks met hem kon communiceren en zeker niet door Song zelf die een diep ongelukkige indruk maakte in Rotterdam-Zuid. Spits Kuijt heeft hem in twee jaar tijd niet één keer zien lachen.
En dat geeft te denken. Terwijl zijn landgenoten Lee en Park zich bij PSV steeds beter zijn gaan ontwikkelen, mede omdat zij zich gewaardeerd voelen, werd Song eenzamer en ging ook steeds slechter voetballen. De Koreaanse speler die tijdens het WK van 2002 in eigen land nog de Portugese ster van Real Madrid, Luis Figo, de baas was, liet zich nu al beetnemen door de anonieme linksbuiten van FC Den Bosch.
De droeve houding van Song is niet uitzonderlijk. Veel buitenlandse spelers lopen met hun ziel onder de arm in Rotterdam-Zuid en presteren mede daarom onder hun niveau. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de status die ze in eigen land genieten niet overeenkomt met die ze bij Feyenoord hebben.
De Egyptenaar Ghaly is een held in eigen land, maar voelt zich onbegrepen bij Feyenoord waar hem wordt verteld dat hij simpel moet voetballen. Ghaly houdt van franje en ziet niet in waarom hij zich ondergeschikt zou moeten maken aan het collectief.
De Japanner Ono is een nóg grotere held in eigen land, maar worstelt bij Feyenoord al een tijdlang met zijn vorm en dat heeft niet louter met blessures te maken. En als dat al voor Ono geldt, dan gaat het zeker op voor Danko Lazovic. De 21-jarige Serviër is met zeven miljoen euro de duurste aankoop uit de clubgeschiedenis. Bij zijn oude club Partizan Belgrado werd hij aanbeden, in Rotterdam-Zuid vragen ze zich nog steeds af waarom.
De technische staf van Feyenoord doet er dan ook verstandig aan eens nauwkeurig te kijken naar de spelersbegeleiding. Song, Ghaly, Ono en Lazovic zullen het voetballen toch echt niet ineens zijn verleerd. Zou hun matige presteren wellicht te maken hebben met een gebrek aan begrip en communicatie, dát vooral?
En wat te denken van Thomas Buffel, de 23-jarige Belgische international die onder de vorige trainer Bert van Marwijk haast onmisbaar was voor Feyenoord? Hij voelde weinig voor een overgang naar Glasgow Rangers, maar werd haast naar Schotland geduwd. Die tranfersom van 3,3 miljoen euro kon de club immers goed gebruiken.
Want kopen – liefst jonge, transfervrije spelers die op den duur kunnen worden doorverkocht met winst – doet Feyenoord de laatste maanden graag. De nieuwe trainer vroeg om versterkingen en die kwamen er. Dit seizoen werden reeds vastgelegd: Babos, Bosschaart, Castelen, Goor, Saïdi, Kalou en Loovens (waren beiden verhuurd aan Excelsior), Magrao, Basto, De Graaf, Bandalovski en Bahia.
Voor komend seizoen liggen Hofs, Boussaboun en doelman Aerts reeds vast. De Amerikaan Gibbs is op proef. Aardige spelers, geen toppers. Daarvan raakt Gullit ook doordrongen. Als hij vraagt om kwaliteit, zoals hij deed na de verloren competitiewedstrijd tegen ADO Den Haag op de slotdag voor de winterstop, hoeft hij niet te rekenen op topaankopen.
Zelf maakte hij een aardige vergelijking met zijn tijd als trainer van Chelsea. Toen hij vroeg om nieuwe spelers kwamen Leboeuf, Di Matteo, Vialli, Zola, Babayaro en Flo, stuk voor stuk internationale toppers. En ook al was de steenrijke Rus Abramovitsj nog niet neergestreken in West-Londen, er was geld genoeg om de wensen van Gullit te beantwoorden. Bij Feyenoord moet hij blij zijn met de tussentijdse komst van Edwin de Graaf van RBC.
Gullits internationale contacten kunnen nog zo goed zijn; de deuren die voor hem opengaan als hij eens contact opneemt met Italië, Spanje of Engeland gaan een tijdje later ook weer even vriendelijk dicht. Zelfs in Italië overbodige spelers zitten liever dáár op de bank met een riant salaris, dan dat ze bij Gullit in de basis starten, met een aanzienlijk lager loon.
Zijn voorganger, de naar Borussia Dortmund verhuisde Bert van Marwijk, behaalde vorig seizoen meer punten in hetzelfde aantal wedstrijden maar lag hevig onder vuur. En dat terwijl ook hij sleutelde aan een ploeg in opbouw, na het vertrek van Emerton, Bosvelt, Bonaventure Kalou en Van Hooijdonk.
Niettemin haalde Van Marwijk met Feyenoord na de winterstop bijna het hoogste aantal punten, alleen Ajax presteerde in die competitiereeks beter.
Als dat Gullit al voor een raadsel stelt, mag hij nog de vraag beantwoorden hoe het kan dat Feyenoord vorig seizoen met nagenoeg dezelfde defensie – Peter van den Berg is nu vervangen door Karim Saïdi – lang niet zo kwetsbaar was bij zogenoemde 'dode spelmomenten', de achilleshiel van het huidige elftal. Want als e¿iets te trainen is, zijn het wel vrije trappen en hoekschoppen.
Gullit zal zich moeten verzoenen met de werkomstandigheden in de Kuip en op Gran Canaria moeten smeden aan een ploeg die klaar is voor de competitiewedstrijd tegen Vitesse (op 23 januari) en drie dagen later in Alkmaar voor het lastige bekerduel in de achtste finale tegen AZ. De trainer kent nu zowel de sportieve als financiële mogelijkheden van de club. Daarom is het verlangen naar nog meer even onrealistisch als ongepast.