Grootmeester NDiaye: 'De hele stad liep uit voor Baba Sy. Hij was een voorbeeld voor mij'
Nederlandse dammers oefenen tegen Afrikaanse evenknieën. Vandaag valt de beslissing.
'De Nederlanders zijn toppers in het dammen, dat niveau wilde ik ook halen. Ze hebben de beste theorieën.' De Senegalese grootmeester Macodou N'Diaye verhuisde tien jaar geleden naar Brussel voor een opleiding boekhouding. Een van de eerste aankopen die hij deed was een damboek vol theorieën in het Nederlands.
N'Diaye behoort tot de vijf Afrikaanse dammers uit Kameroen, Ivoorkust en Senegal die in het Zuid-Limburgse Brunssum zijn voor een driedaagse interland tegen Nederland. Hij bracht een Afrikaans team op de been. De voorwaarde: ze moesten partij kunnen bieden aan de Nederlandse grootmeesters, onder wie wereldkampioen Roel Boomstra en nummer twee Jan Groenendijk.
In Afrika is het dammen een volkssport die zich in populariteit kan meten met voetbal en atletiek, zegt Wouter van Beek (73). Hij bezocht als cultureel antropoloog en voorzitter van de werelddambond (1992-2003) vaak het continent en verbleef jarenlang in Mali en Kameroen. 'Dammen wordt overal langs de weg gespeeld. Je kunt geen straat in waar niet gedamd wordt.'
Afrikaanse volkssport
Volgens Van Beek is het vrijwel zeker dat Franse soldaten in de voormalig Franse koloniën als Mali, Ivoorkust en Senegal aan de basis stonden van de verspreiding van het spel in Afrika. 'De Fransen damden vroeger veel. Juist in hun voormalige koloniën wordt veel gedamd op ons bord met honderd velden.' Het oorspronkelijk dambord heeft 64 velden.
De populariteit van de damsport in Afrika is vooral te danken aan de eenvoud van het materiaal. Je hoefde geen geld te hebben om te dammen. 'Ze speelden wel op een bord, maar stenen hadden ze niet. Daar vonden ze een vrij makkelijke oplossing op: de coladopjes speelden tegen de pepsidopjes.'
De spelers kwamen zelden ongeschonden uit de partij. Van Beek: 'De Afrikanen zijn nooit stil, ze geven veel commentaar op de zet van de ander.' Een stille zaal was voor N'Diaye een vreemde gewaarwording op zijn eerste toernooien in Europa. 'Wij deden niets liever dan praten, eten en discussiëren.'
Baba Sy
Door het gebrek aan structuur en nationale kampioenschappen kwamen tot halverwege vorige eeuw zelden Afrikaanse spelers bovendrijven. De Franse speler Émile Biscons ontdekte in 1958 in Senegal een jong talent, genaamd Baba Sy. Biscons nodigde de Senegalees een jaar later uit voor de Franse damkampioenschappen, die Baba Sy prompt op zijn naam schreef.
Baba Sy verwierf in 1962 het recht om wereldkampioen Iser Koeperman uit de Sovjet-Unie uit te dagen. Tot een tweestrijd kwam het nooit. De Sovjets blokkeerden het visum van Baba Sy. Volgens Van Beek waren de Sovjets als de dood dat de Senegalees hun damheld van de troon zou stoten. Baba Sy verongelukte in 1978. In 1986 kende de werelddambond hem postuum de wereldtitel toe.
Het was destijds voor Nederland, België en Frankrijk een lichte schok dat een Afrikaan tot de wereldtop in het dammen reikte. Van Beek: 'Baba Sy had de ogen geopend. Afrika was niet alleen goed in dansen en voetballen, maar ook in denksport. Baba Sy werd ambassadeur van het continent. Er wordt in Senegal met groot eerbied over hem gesproken.'
N'Diaye gniffelt als de naam van Baba Sy buiten de raadszaal van Brunssum valt. Hij herinnert zich een bezoek van de grootmeester aan zijn geboorteplaats Louga, een stad in het noorden van Senegal. N'Diaye was 13 jaar oud. 'De hele stad liep uit voor Baba Sy. Hij was een voorbeeld voor mij. Hij was een echte heer; altijd beleefd naar mensen. Zijn naam zingt nog steeds rond in de straten.'
Toen Van Beek in 2003 stopte als voorzitter van de werelddambond, verzocht de Afrikaanse dambond hem nadrukkelijk enkele jaren aan te blijven als vicevoorzitter. Hij wordt om die reden nog altijd 'monsieur de president' genoemd. Hij kijkt trots naar de opkomst van Jean Marc Ndjofang uit Kameroen (in 2013 vicewereldkampioen) en N'Diaye.
Tegelijkertijd bespeurt Van Beek een groeiende kloof tussen Afrikanen en Europeanen. Dammen is een sport die steeds meer op internet wordt gespeeld. Dat is in Afrika niet overal beschikbaar. 'Juist voor de studie is het belangrijk om in de omvangrijke databases op internet te komen. De ontwikkeling staat stil.'
Daar was in Brunssum weinig van te merken. Nederland verloor maandag de eerste oefeninterland met 6-4, maar revancheerde zich gisteren met een 7-3-zege. Vandaag valt de beslissing.