Gekibbel in de K4 wijkt voor een olympische missie

Zonder al te veel druk meedoen op het hoogste niveau. Dat is het doel van de K4 die vandaag debuteert bij de wereldtitelstrijd in Sevilla....

Van een medewerker

De top van het Nederlandse kanovaren bestaat uit een veterane en drie jonkies. Als er een vierde bijkomt, wordt de veterane afgedankt, maar die heeft dan wel de taak de boot in goede banen te leiden. Het gaat om routinier Nicole Bulk, tevens bondscoach, Femke Roos, Eef Haaze en Tamara Yosef.

Aangezien bij de EK in Szeged de achtste plaats werd bereikt, lag een voortzetting op het mondiale podium voor de hand. Het kwartet start zowel op de 200 als op de olympische 500 meter. 'Voor dit seizoen is het doel al bereikt', zegt de vijfde vrouw, ploegleidster Lisette Stevens. 'De vaarsters moeten hier zonder al te veel druk met het hoogste niveau kennismaken.'

Slaande ruzies zijn in het eerste jaar van de viervrouwsboot uitgebleven. Het gekijf en gekibbel bleef tot een minimum beperkt. Volgens Stevens, die enige jaren K2-partner van Bulk was, is de omgang vriendschappelijk en kunnen ze het nog jaren in de boot uithouden. Dat moet ook, want ze zijn een voor de Nederlandse kanowereld uniek topsportproject begonnen. De meiden hebben een missie, zoals dat in topsportjargon is gaan heten.

Als de vier over Olympische Spelen spreken, gaat het meestal over die van Peking. Volgens het door Bulk (33) uitgestippelde plan moet over zes jaar zeker een vijfde plaats worden behaald. Stil dromen ze natuurlijk van een medaille. Yosef (19) doet dat misschien hardop, maar die druktemaker wordt getemd door de rustige vechter Haaze (20) of de fanatieke Roos, die met 23 al wat ouder is. Ze trainen meer dan 20 uur per week en werken of studeren in deeltijd, zodat er twee keer per dag kan worden gevaren.

Het wordt tijd voor een medaille, vinden ze, want in 2008 is het twintig jaar geleden dat Nederland voor het laatst olympisch eremetaal behaalde. Annemarie Cox, die met Annemieke Derckx in Seoul brons veroverde, heeft zich er jarenlang over verbaasd dat uit Nederland alleen Bulk zich in de elite presenteerde. In de jaren negentig behaalde de geëmigreerde Cox voor Australië enige wereldtitels.

Nu het de vier voor de wind gaat, is een eventuele start in Athene meegenomen. Daarvoor is een plaats bij de eerste zes van de WK van volgend jaar in Gainesville noodzakelijk. Bulk beseft dat het kwartet olympische ervaring moet opdoen alvorens zich in de strijd om de medailles te mengen. Ze hoopt tot 2004 zelf nog in de boot te zitten. Maar ze zegt keihard in te grijpen als zich een betere vaarster aandient.

'De anderen worden zo snel dat ze mij uitselecteren. Als ik slachtoffer word van het succes van ons plan zal ik uitsluitend als coach optreden.' Bulk denkt dat dat moment zich na Athene voordoet. Daarna moeten de jonge vaarsters het hart van de boot vormen. Maar opvolging is niet verzekerd, want jong kanotalent is spaarzaam en wie de mogelijkheid heeft is niet altijd bereid jarenlang het gevecht met het water aan te gaan.

Onmiddellijk bij de start van het eerste seizoen heeft Bulk al aan de toekomstige situatie kunnen wennen. Carla Costa nam haar plaats bij de wereldbekerwedstrijden van Mechelen en Poznan in. Omdat de K4 niet echt op snelheid kwam, sprong Nederlandse beste vaarster, hersteld van een griepje, weer in de kayak. Costa maakt de WK niet mee, ze zit thuis en houdt rust. De Nederlandse Kano Bond (NKB) heeft geen geld om reserves naar kampioenschappen mee te sturen.

Zelf deed Bulk twee keer een vergeefse poging zich voor de Spelen te kwalificeren. Uitgerekend in Sevilla, waar ze sneller voer dan ooit, werd ze in 1996 negende waar een achtste plaats werd geëist. Vier jaar later faalde ze na privésores en onenigheid met de toenmalige bondscoach. De NKB ondervond dat het trainingsbeest Bulk zich weinig laat zeggen, ging in op haar K4-project en stelde haar aan als bondscoach.

Niet dat de NKB ondubbelzinnig achter het project staat. Kanovaren is voor de krap tienduizend leden tellende bond toch vooral recreatie: de pakweg 300 wedstrijdvaarders zijn randfiguren. Topsportcoördinator Cor van Weert stelt zich terughoudend op en bestuursleden vinden het maar raar als er niet uitsluitend voor de gezelligheid wordt gepeddeld.

Volgens de diplomatieke Stevens vallen de cultuurverschillen wel mee, maar al te hoge verwachtingen van de bond, die al jaren een sponsor zoekt, zijn er niet. Voor het lokken van geldschieters hebben de vrouwen dan ook een stichting in het leven geroepen en ze hopen dat NOCNSF snel in de gaten krijgt dat ze met iets fraais bezig zijn. De speurtocht naar sponsors moet in ieder geval geld opleveren om bij volgende toernooien een fysiotherapeut mee te nemen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden