Gehandicaptensport krijgt 6,6 miljoen
Sportminister Edith Schippers kwam donderdag naar Nationaal Sportcentrum Papendal met de boodschap tot 2018 6,6 miljoen euro extra uit te trekken voor de gehandicaptensport. Waar dat bedrag bovenop komt, is een speurtocht door de subsidiekanalen waard. In elk geval heeft de gehandicaptensport sinds de integratie met de valide sporten, in 2000, een veel steviger positie gekregen.
In een nieuw initiatief om de 1,7 miljoen mensen in Nederland met een handicap op het sportveld te krijgen, werkt het ministerie van Sport samen met een particuliere geldschieter als het Fonds Gehandicaptensport. Dat heeft sinds zeven jaar een schare van grote sponsors achter zich. Zij werken samen in de '1% FairShare'-campagne.
Aegon, groot in schaatsen, roeien en voetbal (Ajax), was de eerste die 1 procent van zijn sponsorbudget overmaakte naar het Fonds. Dat deed Aegon slechts als twee andere organisaties zich ook zouden melden. Dat werden ABN Amro en BMC. Die afdracht levert nu een jaarlijks bedrag van 1,3 tot 1,5 miljoen op.
Uniek Sporten
Schippers, geholpen door een doventolk, zegt goede bestemmingen te hebben gevonden voor haar extra miljoenen. Ze zet haar geld op het initiatief van US (Uniek Sporten) in Arnhem en Nijmegen. Daar bouwde Arjo Wijnhorst, een man met een spierziekte die in een rolstoel zit, een digitaal en fysiek loket voor de gehandicaptensport.
US bestaat intussen uit vijf medewerkers. Wijnhorst bouwde een app waarmee een gehandicapte 'met één druk op de knop' het sportaanbod in zijn regio kan vinden. Een eerder landelijk initiatief, Sportfinder, haalde het niet. De regionale aanpak werkt wel en daarom werd donderdag gesproken van 43 regio's waarin aan de bekendheid en toegankelijkheid van gehandicaptensport wordt gewerkt.
Wijnhorst zegt met zijn US 150 clubs in elf gemeenten te vertegenwoordigen. Het is precies wat minister Schippers wilde. Zij benadrukte in Arnhem dat de gehandicaptensport nu vooral begint bij revalidatiecentra en onderwijsinstellingen. De reguliere sportclubs moeten zich inzetten om het huidige ledenaantal (50 duizend) van geregistreerde paralympische sporters te verhogen. Er moeten naast senioren en junioren ook G-leden komen.
Van de gehandicapten doen volgens cijfers van het RIVM een op de drie aan sport (in de leeftijdscategorie 19 tot 54 jaar). De valide bevolking haalt twee op drie (67 procent).
