‘Frivoliteiten WADA verzwakken de missie’
Donderdag begint in Madrid het antidopingcongres. Jan Loorbach, voorheen als voorzitter van NeCeDo betrokken bij de dopingstrijd, vindt dat WADA zijn doel voorbijschiet....
Hij is zoals hij dat noemt ‘een vrij man’. Jan Loorbach kan, niet langer gebonden door een actieve bestuursrol in de wereld van de antidoping, zijn kritische geluid over het WADA vrijelijk laten klinken. Maar hij is een eenling, zoals Nederland een kleintje is dat internationaal als lastig wordt ervaren.
Hij weet dat Nederlandse officials in ‘het dopingwereldje’ op weerstand stuiten als zij het onzin noemen om genotsmiddelen, recreational drugs, op te nemen in de lijst van verboden stoffen. ‘De Nederlanders hebben dat afgeleerd. Omdat ze toch geen poot aan de grond krijgen. Je zet jezelf alleen maar neer als die niet serieus te nemen lui uit die narcostaat.
‘Dat mensen van het ministerie van VWS en van de nationale Doping Autoriteit misschien niet staan te trappelen daar weer over te beginnen, begrijp ik wel. Als je geen kans hebt dat te veranderen, laat dan maar zitten. Maar laat dan ongebonden types als ik dat nog maar eens roepen.’
Waar hij behalve ‘de omvang van de lijst’ en ‘de schokkende onverschilligheid bij een oneerlijke uitkomst’ kritiek op heeft, is ‘de wel erg politiek gekleurde positionering van WADA’. ‘Het is terechtgekomen aan de kant van het criminaliseren van doping. Daarmee wordt een buitengewoon hard, agressief en soms, op het punt van juridische waarborgen voor de verdachte, rigide systeem gerechtvaardigd.
‘Het is alsof je op het niveau van terrorismebestrijding zit. Dit is een oorlog tegen een veelkoppige vijand waarin het gerechtvaardigd is dat zo af en toe onschuldige slachtoffers vallen. Daar ben ik als jurist en democraat bezorgd over. Ik heb wel gezegd dat het lijkt alsof WADA het niet erg vindt dat sporters door friendly fire om zeep worden gebracht.
‘Ik vind die vereenvoudigde bewijsvoering en de beperkte mogelijkheid je onschuld te bewijzen al moeilijk te verteren zaken wanneer het om terrorismebestrijding gaat. Maar ik vind dat je als organisatie helemaal voorzichtig moet zijn deze principes toe te passen als het gaat om doping.’
De menselijke maat in de dopingstrijd lijkt verloren. Volgens Loorbach is het ‘doordrijverij’ geworden onder leiding van Dick Pound, ‘een oorlogszuchtig man’. ‘Het is ongetwijfeld allemaal ernstig. Ik ben ook een enthousiaste tegenstander van doping, dus een voorstander van dopingbestrijding. Ik zit niet in de hoek van laat maar waaien.
‘Maar ik vind wel dat de verhoudingen reëel moeten blijven. Ze vinden zichzelf ontzettend rechtvaardig. Ze stralen uit: wij zijn de kampioen van de schone sport. En dat ideologisch hoogwaardige doel rechtvaardigt ook heel veel middelen. Het doel dat hen is toevertrouwd, is zo hoog en edel dat het een heel strak systeem van het verdedigen van die toevertrouwde waarden rechtvaardigt. Dat is de psychologie van het WADA.’
Het WADA, is de redenering van Loorbach, loopt risico’s met zijn jacht op ‘pot, wiet en cocaïne’. ‘De doelomschrijving van de stichting WADA is het bestrijden van oneerlijke concurrentie in de sport door farmaceutische middelen, prestatiebevorderende middelen. Als dat je doelomschrijving is, dan moeten je gedragingen als organisatie binnen die doelomschrijving vallen. Je hebt niet de vrijheid erbuiten te gaan. Houd je bij je leest, schoenmaker.
‘Dus als je zegt: ik verbied genotsmiddelen, verbied je iets dat niet dienend is aan het originele doel, prestatievervalsing tegengaan. Het zou kunnen zijn dat een rechter dan ooit zegt: die regel is wel gesteld door het WADA, maar die valt buiten de opdracht die WADA zichzelf heeft gegeven. En als je iets doet dat buiten die doelomschrijving valt, heb je buiten de bevoegdheid gehandeld.
‘En dan komt er een dag dat iemand, pakweg een voetballer met een goede advocaat, zegt: luister, ik heb me wel onderworpen aan de regelgeving van WADA, maar niet aan deze regel, want die valt buiten die doelomschrijving.
‘Hij kan niet worden veroordeeld op grond van een regel die WADA nooit had mogen uitvaardigen. Die redenering is eentje waarvan ik erg benieuwd zou zijn hoe die uitwerkt wanneer je die tot de hoogste instantie volgt.
‘Ik ken geen voorbeeld van dit verweer. Misschien is het wat provocerend dit aan te gaan, maar het is de juridische vertaling van mijn ongenoegen als gewoon burger. Ik vind ook dat WADA zijn essentiële opdracht laat verwateren door dit erbij te betrekken. Het verzwakt hun missie. De missie is oneerlijkheid uitbannen. En dan haal je er geen frivoliteiten bij die er niet bij horen.
‘Het gebruik van recreational drugs zou tegen de spirit van de sport zijn. Maar geen belasting betalen, je vrouw slaan en de scheidsrechter omkopen zijn net zo zeer tegen de spirit van de sport.’