Sport
Feyenoorder Orkun Kökcü passt, dribbelt, tackelt en sprint eindelijk moeiteloos 90 minuten lang
Aan de hand van de 22-jarige aanvoerder Orkun Kökcü hoopt koploper Feyenoord zondag Ajax in een rechtstreeks duel op zes punten te zetten. Over de groei van een luie, stille spelmaker met een raar loopje tot een fysiek sterke, resolute alleskunner.
In de oren van Orkun Kökcü klinken de meest vreselijke geluiden. Gegil, geschreeuw. Hij wordt uitgescholden. Zelfs getrapt en geslagen. Niet hard, wel flink irritant. Tijdens deze geseling moet hij stug doorgaan met zijn kracht- en conditieoefeningen, sterker nog: hij moet nóg dieper gaan. Anders is hij ‘niets waard’, een ‘loser’, ‘het shirt nummer 10 en de aanvoerdersband van Feyenoord onwaardig’, zo schreeuwt zijn krachttrainer Jordan Kroon hem toe.
Het gebeurt allemaal in een zeker van de buitenkant (graffiti, ijzeren hek, knipperende ledborden) aftands ogende sportschool aan de Nobelstraat in hartje Rotterdam. Binnen ruikt het naar zweet en een vleugje natte hond.
Normaal klinkt in de House of Champions, zoals de sportschool heet, louter gezucht en gesteun. Maar heel af en toe gaat de 26-jarige Kroon ‘als een mafkees’ tekeer tegen een van de zestig topsporters, vooral profvoetballers, die hij en zijn vader Hans trainen, om ze ook mentaal sterker te maken.
Over de auteur
Bart Vlietstra schrijft sinds 2015 over voetbal voor de Volkskrant. Hij werkte ook voor diverse sportprogramma’s op televisie.
In deze setting is Kökcü uitgegroeid tot blikvanger van Feyenoord, de koploper die zondag Ajax op zes punten wil zetten in Amsterdam. Hij komt hier sinds anderhalf jaar twee- of driewekelijks voor meestal pittige sessies.
Lang was Kökcü een technisch vaardige, maar wat luie, krom lopende spelverdeler waar na een uur het beste van af was. Nu gaat hij voorop in de strijd tot de allerlaatste minuut. Hij passt niet alleen, hij dribbelt, hij tackelt, hij sprint in de diepte en weer terug, hij scoort en dirigeert. Pas 22 jaar en nu al de meest complete middenvelder van de eredivisie, klinkt het.
‘Pas 22? Hij is al 22', zegt Jordan Kroon met luide stem in een bedompt bijzaaltje van House of Champions. Aan de muur hangen witte velletjes met teksten als: ‘de ervaring leert ons dat we niet automatisch leren van de ervaring’ en foto’s met handgeschreven bedankjes erop van onder meer oud-Feyenoorders Ron Vlaar en Stefan de Vrij en judoka Edith Bosch.
Kroon: ‘Het is jammer dat Orkun pas anderhalf jaar geleden begonnen is om serieus aan zichzelf te werken. Dat is een kleine tekortkoming van de club. Maar het ligt vooral bij de topsporter zelf. Bij Orkun kon iedereen toch al jaren zien dat zijn echte talent door het fysieke gedeelte verstopt bleef?’
Feyenoord opende een paar jaar geleden een prachtig nieuw trainings- en jeugdcomplex inclusief een groot fitnessgedeelte met de nieuwste snufjes. Het heeft een uitgebreide fysieke staf, gekleed in clubkledij. Een scherp contrast met de sportschool van Kroon. ‘Wij kijken hier alleen naar functionaliteit’, zegt Jordan Kroon, gehuld in een beige joggingpak. ‘We hebben alles wat we nodig hebben om topsporters sterker te maken. Anders haken mensen als Francisco Elson, Stefan de Vrij, Tyrell Malacia en Edith Bosch toch direct af? Het mag een beetje rauw zijn, juist niet doorsnee. Want als je hier komt, wil je geen doorsnee zijn.’
Wat hem opvalt is dat topvoetballers ‘op het fysieke gedeelte best wel aan de ondergrens zitten’. Uit angst voor blessures, overbelasting, klinkt het dan. ‘Maar de voetballer is best verwend, alles wordt van jongs af aan voor ze geregeld wordt, ze trainen in de mooiste omstandigheden. Dan komen ze hier en dan zien ze al behoorlijk gespierde judoka’s, kickboksers, basketballers en volleyballers knetterhard trainen, terwijl voor hen vaak geen miljoenen lonken. Dat opent hun ogen.’
Kroon weet nog goed de eerste keer dat Kökcü binnenkwam in de zomer van 2021. ‘Het was na een beschamende wedstrijd van Feyenoord tegen FC Drita. Arne Slot had tegen hem gezegd dat het echt beter moest, dat hij fitter moest worden. Maar hij gaf hem niet de handvatten. Orkun had het geluk dat hij close was met Malacia die hier al trainde. Die zag hij natuurlijk steeds sterker en fitter worden.’
Hij werd direct in het diepe gegooid. ‘We hebben een complete test gedaan, na twintig minuten was het game over, zijn vetpercentage was ook gewoon te hoog. Daar hebben we hem mee geconfronteerd, dat het belachelijk was dat de nummer 10 van Feyenoord er fysiek zo voorstond. Ja, we zijn wel heel direct hier, echte Rotterdammers. Sommige voetballers zie je daarna niet meer terug, maar Orkun wel.’
Niet alleen aan zijn conditie, kracht en wendbaarheid werd gewerkt, maar ook aan zijn loopstijl. ‘Dat hij raar liep, dat zag iedereen. Dat is al flink verbeterd door allerlei oefeningen. Daardoor kan hij meer lopen, op een hogere snelheid, hij houdt het langer vol. En hij valt niet meer van de ene in de andere spierblessure.’
Er is dagelijks contact, ook over voeding en slaappatroon. ‘Ik ben 24/7 bereikbaar. Als hij alles geeft, geef ik alles voor hem.’
Soms dus juist door Kökcü uit zijn evenwicht te halen. ‘We bootsen panieksituaties na, hoe vaker je daarin komt, hoe beter je weet hoe te handelen. Bijvoorbeeld door een uur lang als een irritante commando in zijn oren te gillen terwijl hij zwaar in de rode zone zit. In de Kuip gillen vijftigduizend man. We zijn ook met hem en Malacia in de winter een kwartier in de zee gaan zitten. Als je dan uit het water komt, raak je zwaar in paniek. Met ademhalingstechnieken van Wim Hof leer je weer rustig te worden. Ze moeten in elke situatie stoïcijns hun taak kunnen uitvoeren.’
Kroon geniet van de groei van Kökcü. ‘We zijn er nog lang niet. Hij is pas anderhalf jaar bezig. Maar hij is enorm leergierig.’
De spirituele reis
In zijn oren klinken zalvende woorden in het Arabisch, hij ziet vriendelijke blikken, knielende, prevelende mensen, jong, oud, uit alle windstreken, fraaie, historische bouwwerken en moskeeën, heilige begraafplaatsen. Afgelopen november was Kökcü, van Turkse komaf, op pelgrimstocht naar Mekka, heilige stad voor moslims. Met een aantal andere profvoetballers, georganiseerd door een stichting. Het heeft hem veranderd, vertelde hij.
Kökcü is in de kern geen grote prater, hij schuilde altijd liever achter oudere broer Ozan, die werd gezien als het grote voetbaltalent van de familie. Vader Halis Kökcü die beide zoons ook zakelijk begeleidt: ‘Ozan is van nature explosiever en technischer.’
Ozan ging al jong naar Turkije, de droom achterna jagend die zijn broertje ook had: uitkomen voor een van de grote Turkse clubs, het liefst Besiktas. Maar hij kwam een illusie armer terug en speelt sindsdien in de eerste divisie. Halis Kökcü: ‘Misschien hebben we daarmee een fout gemaakt. Het voordeel was dat Orkun dat allemaal had gezien en er zijn voordeel mee kon doen.’
Toch bleef de hunkering naar een transfer lang hangen. Afgelopen zomer was de jongste Kökcü, inmiddels Turks international, behoorlijk teleurgesteld dat hij geen toptransfer maakte na een sterk seizoen. Zijn vader: ‘Jongens die wel weggingen had hij heel erg geholpen. Dat vond de trainer Arne Slot ook. Dus het was even moeilijk. Maar Slot is de juiste trainer voor hem, en Orkun de juiste speler voor Slot. Nu zijn we blij dat het niet is doorgegaan, nu staat hij er nog beter op.’
Interviews ging de middenvelder lang liever uit de weg, ook al benoemde Slot hem dit seizoen tot aanvoerder. Er kwam een ware mediastorm medio oktober over hem heen vanwege zijn keuze om niet de OneLove-aanvoerdersband te dragen ‘uit religieuze overwegingen’.
Komende zondag draagt hij de OneLove-band opnieuw niet, wel eentje met ‘respect voor iedereen’ erop. Waar hij in oktober nog wat hakkelend overkwam, klinkt hij nu resoluter. ‘Dit dekt voor mij de lading beter, en past beter bij mij.’
Vader Halis: ‘Al toen hij 5 was, was nee nee bij Orkun. Iedereen heeft een eigen mening, gelukkig mag dat in dit land.’
De reis naar Mekka heeft hem zelfbewuster en rustiger in zijn hoofd gemaakt, vertelde Kökcü aan ESPN. ‘Ik heb weer kunnen voelen dat geloof alles is voor mij. Dat ik daar mijn kracht en rust in kan terugvinden. Dat probeer ik nu ook mee te nemen in mijn dagelijks leven.’
Tark Tissoudali, Nederlands-Marokkaanse speler van AA Gent, was er ook bij in Mekka. ‘Het was een betoverende reis. Je vergeet alles, er werd gemediteerd, gebeden, we spraken veel. Je deelt alles met elkaar; water, dadels, verhalen. Je leert een goed mens te zijn die goede dingen voor andere mensen wil doen. Je leert dat alles gebeurt met een reden, dat geeft een zekere rust. Andere meningen boeien je niet meer als je voor jezelf het juiste doet.’
Kökcü stond donderdagavond lang gearmd te praten met de aanvoerder van de Oekraïense club Sjachtar Donetsk nadat Feyenoord met 7-1 had gewonnen. Vader Halis: ‘Hij vertelde hem dat hij moed moest houden, dat hij hem wilde helpen. Dat is Orkun. Een trotse jongen, met een goed hart.’