Eurlings kreeg taakstraf en heeft wel degelijk strafblad - zijn verklaring in vijf citaten, en de feiten
IOC-lid Camiel Eurlings doorbreekt na tweeënhalf jaar het stilzwijgen over de mishandeling van zijn ex-vriendin en maakt zijn excuses. Vrijdag stapte hij na toenemende druk op bij het IOC en NOCNSF. De verklaring van Eurlings in vijf citaten - en de feiten.
Ruim tweeënhalf jaar zweeg Camiel Eurlings over de ontspoorde zomernacht in 2015 die hem al die tijd is blijven achtervolgen. Maar in de hoek gedreven door collega-bestuursleden van NOCNSF, de atletencommissie van de sportkoepel en vooral door de aanhoudende kritiek van het publiek, besloot hij toch maar te spreken over de mishandeling van zijn ex-vriendin. Hij wilde daarbij 'va-banque in de spiegel kijken', zei hij zaterdag in een interview met NRC Handelsblad, gevolgd door een eigen verklaring.
Citaat 1: 'Er heeft zich een wederzijds handgemeen voorgedaan'
Tijdens de Zomerspelen van 2016 was Camiel Eurlings nog stellig over de aangifte van zijn ex-vriendin, na een uit de hand gelopen ruzie in de tuin van zijn ouderlijk huis in Valkenburg. 'Mensen die mij kennen, weten dat ik zo niet in elkaar zit', zei hij vanuit Rio de Janeiro tegen het AD. Ook kondigde hij juridische stappen tegen zijn ex aan, wegens smaad en laster. In Nederland ben je onschuldig tot het tegendeel is bewezen, aldus Eurlings. 'Dat geldt voor iedereen en dus ook voor mij.'
Lang hebben de voormalige wonderboy van het CDA en zijn team volgehouden dat hij niets verkeerds heeft gedaan. Vorige week nog liet hij advocaat Geert-Jan Knoops betogen dat er geen sprake was van 'erkenning of vaststelling van schuld'. De strafpleiter trad naar voren nadat in de Volkskrant bekend was geworden dat bestuursleden van NOCNSF de druk op Eurlings hadden opgevoerd. Ze wilden dat hij tekst en uitleg over zijn verleden zou geven.
Nu erkent Eurlings dan toch dat hij 'zijn aandeel' heeft gehad in de mishandeling. Hij had er lang over gezwegen, zei hij, uit respect voor zijn ex-vriendin. Diezelfde ex-vriendin beschuldigt hij er nu van dat ook zij haar rol had in wat hij een 'wederzijds handgemeen' noemt. Of hij daarbij net zulke verwondingen heeft opgelopen als zij - onder meer een gebroken elleboog, kneuzingen en een hersenschudding - licht hij verder niet toe.
Woordenboek Van Dale is er duidelijk over: een handgemeen, dat is niets anders dan een gevecht. Dat trouwens altijd wederzijds is, anders zou je moeten knokken met jezelf. En in het Wetboek van Strafrecht komt de term handgemeen niet voor. Mishandeling wel.
Citaat 2: Het ging om 'eenvoudige mishandeling'
Vorige week had Knoops het in zijn verklaring nog over een 'eenvoudige mishandeling', alsof er niets noemenswaardig is gebeurd in de tuin van Eurlings' ouderlijke woning. Advocaten weten: de grens tussen lichte of zware mishandeling wordt bepaald door het letsel dat het slachtoffer oploopt. 'Je kunt iemand bont en blauw slaan, terwijl het nog steeds lichte mishandeling is', zegt strafrechtadvocaat Bart Swier. 'Want de grens van wat zwaar lichamelijk letsel is, ligt best hoog.'
Wie iemand een kopstoot geeft, een lichte hersenschudding slaat of een gebroken elleboog bezorgt, kan zich dus nog altijd schuldig maken aan lichte mishandeling. Het uitdelen van een droge klap of schop levert doorgaans 500 euro boete op, mishandeling met 'enig letsel' is goed voor 750 euro en mishandeling met behulp van een slagwapen of door een kopstoot, 'enig lichamelijk letsel ten gevolge hebbend', kan leiden tot 120 uur taakstraf.
Uit het feit dat Eurlings een werkstraf kreeg, concludeert Swier: 'Er moet sprake zijn van best stevig letsel, wil je als first offender zo'n straf krijgen. Een droge klap, dat is echt boetewerk.' Dat vond ook het OM, dat naar eigen zeggen alleen een transactie aanbiedt als het voldoende bewijs aanwezig acht voor het gepleegde strafbare feit.
Citaat 3: 'Juristen noemen de schikking formeel geen strafblad'
(NRC)
Toen NRC hem vroeg of hij echt geen strafblad had, ontkende Eurlings stellig. Nee, zei hij, juristen noemen de schikking 'formeel' geen strafblad. Hetzelfde stokpaardje had Knoops vorige week ook al bereden.
De keuze voor het woord formeel is daarbij cruciaal, zegt voorzitter Jeroen Soeteman van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. 'Formeel klopt het: de term strafblad is juridisch gezien niet de officiële term.' Toch valt het woord strafblad geregeld in zittingen, bijvoorbeeld als een rechter in gewonemensentaal aan een verdachte duidelijk wil maken dat hem vanwege zijn strafblad een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) kan worden geweigerd. Swier: 'Ook ik gebruik hem in mijn werk, absoluut. Want hoe je het wendt of keert, strafblad en aantekening komen uiteindelijk op hetzelfde neer.'
Wie ingeschreven wordt als verdachte van bijvoorbeeld een mishandeling, krijgt al vanzelf een aantekening in zijn justitiële documentatie. Eurlings schikte daarnaast met justitie om verdere strafvervolging te ontlopen. 'Het accepteren van een transactievoorstel is zichtbaar op de justitiële documentatie van de bestrafte', liet het OM al eerder aan de Volkskrant weten. Eurlings heeft dus wel degelijk een strafblad.
Citaat 4: 'Maatschappelijk werk', maar géén taakstraf
(NRC)
Eurlings heeft naar eigen zeggen nooit een taakstraf gehad, maar sprak met de officier van justitie af om 'enkele dagen maatschappelijk werk te verrichten'. Hoe lang dat was, wil hij niet zeggen.
Was er sprake van klassenjustitie? Kon Eurlings vanwege zijn positie en verleden onderhandelen met justitie over zijn boetedoening? Of speelt hij een woordspelletje om het beladen woord taakstraf niet te hoeven gebruiken?
Een overeenkomst met de officier van justitie komt hoe dan ook op hetzelfde neer als een taakstraf, zegt Soeteman. 'Een geldboete, taakstraf, gevangenisstraf of ontzegging van bijvoorbeeld de rijbevoegdheid, dat zijn de straffen die we in Nederland hebben. Een officier kan moeilijk zeggen: u moet voor straf vier dagen zingen in een bar, die smaak bestaat niet.'
De Volkskrant had al eerder te horen gekregen dat Eurlings zijn 40 uur taakstraf naar behoren had uitgevoerd. Die straf liep dan ook via de reclassering, zoals bij elke taakstraf in Nederland.
Citaat 5: IOC-lidmaatschap als 'vrijwilligersbaan'
(Verklaring Eurlings, zie kader)
Na jaren aan de top - minister in het kabinet-Balkenende IV, topman bij KLM - kan Eurlings alleen nog terugvallen op zijn plek in het internationale sportbestuur. Als enige Nederlandse lid van het IOC is voor hem de tijd van de 'grote inkomens' voorbij, al krijgt hij er energie van. 'IOC-lid zijn is voor mij veel meer dan de mooiste vrijwilligersbaan; het is een bijzonder voorrecht', staat in zijn verklaring. Eurlings zegt dat hij meer dan de helft van zijn tijd kwijt is aan werkzaamheden voor het internationaal olympisch comité.
Dat doet hij niet voor niets. Hoewel het IOC zijn (bestuurs-)leden inderdaad als vrijwilliger beschouwt, beloont de organisatie hen rijkelijk. Zo heeft Eurlings als voorzitter van de communicatiecommissie recht op een dagvergoeding van duizend dollar, 833 euro. Zijn lidmaatschap van de financiële commissie levert 375 euro per dag op, waarbij ook de dagen voor en na een vergadering worden betaald. Daarnaast heeft hij recht op jaarlijks 5.800 euro voor gemaakte onkosten in eigen land en betaalt het IOC al zijn reis- en hotelkosten. Waarom hij dan de term vrijwilligersbaan gebruikt? Omdat het IOC zelf ook spreekt van vrijwilligers, aldus de woordvoerder van Eurlings.
Lees ook de column van Willem Vissers over Camiel Eurlings
'Natuurlijk, vergeving is mogelijk, dat weten wij katholieken als de besten. Maar vergeten is iets anders, en dat is hier het megaprobleem. Nooit meer zullen insiders in de sport Eurlings serieus nemen, zeker niet in Nederland', schrijft hij in zijn column. (+)
Lees hier de publieke excuses van Camiel Eurlings terug
'Tot nu toe heb ik zelf bewust gezwegen over het voor mijn ex-vriendin en mij pijnlijke voorval. Juist uit respect voor mijn ex-vriendin en ook om het onafhankelijk onderzoek van het OM niet te beïnvloeden. Er zijn grenzen aan wat je over je privéleven op straat kunt en wilt leggen. Ik heb daarbij de publieke impact onderschat. Dat spijt me oprecht, vooral voor mijn ex-vriendin, het NOC, het IOC en alle olympische sporters. En daarvoor bied ik mijn welgemeende excuses aan.
Er heeft zich in de nacht van 20 op 21 juli 2015 een handgemeen voorgedaan tussen mij en mijn ex-vriendin. De versies over de volgordelijkheid verschillen. Voor mijn aandeel ben ik echter van meet af aan schuldbewust geweest en heb ik direct en bij herhaling mijn spijt betuigd en mijn oprechte excuses aangeboden aan mijn ex-partner. Ook heb ik volledige openheid betracht naar justitie en hierbij vol mijn verantwoordelijkheid genomen.
Ik heb steeds geprobeerd om deze zaak met mijn vriendin - van wie ik erg veel heb gehouden - samen op te lossen. Eerst onderling. Toen via mediation waar ik mij voor openstelde. Uiteindelijk is het gelukt via een andere ook door haar geaccepteerde oplossing: een minnelijke OM-schikking zonder vaststelling dan wel erkenning van schuld. In verband met deze vertrouwelijke afspraak heb ik in april van dit jaar enkele dagen maatschappelijk werk verricht.
Het IOC heeft op basis van inzage in het dossier deze zaak tot privézaak bestempeld. De Ethische Commissie heeft dit oordeel afgelopen zomer herbevestigd. Deze minnelijke schikking stond een zogenaamde "brede" Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) ook niet in de weg. Vandaar dat ik precies dezelfde VOG heb gekregen als andere NOC-bestuurders. Waardoor deze zaak ook voor het NOC tot een privézaak is geworden.
Maar het klopt dat er iets in mijn privéleven is gebeurd waar ik me voor schaam en waar ik ook al verschillende keren excuses voor heb aangeboden aan diegene die dit primair aangaat; mijn ex-vriendin. Ik herhaal die spijt en maak die excuses aan haar nu ook publiekelijk. Als IOC-vertegenwoordiger ben ik mij er zeer van bewust dat mijn gedrag een voorbeeldfunctie heeft. Deze hele publieke discussie laat mij dan ook niet onberoerd. Zeker omdat ik hier zelf de betreurenswaardige aanleiding toe heb gegeven. En dat spijt me dus meer dan ik kan zeggen.
Ik ben nooit eerder en zal ook nooit meer in zo'n situatie terechtkomen. Daarom hoop ik dat ook voor mij de regels én afspraken van onze rechtsstaat gelden. De voorbije jaren heb ik als IOC-lid mogen bijdragen aan het moderniseren van het IOC, zijn de banden tussen het IOC en Nederland verstevigd en hebben we kansen gecreëerd voor kleinere landen zoals Nederland om de Spelen in de toekomst ook te kunnen organiseren.
Er is mij veel aan gelegen om dit te blijven doen. Er spelen majeure uitdagingen, waarbij het belangrijk is dat een Nederlander daaraan een bijdrage kan leveren. IOC-lid zijn is voor mij veel meer dan de mooiste vrijwilligersbaan; het is een bijzonder voorrecht. En daar wil ik mij graag weer ten volle op richten en volledig voor inzetten.'
Camiel Eurlings, Lid Internationaal Olympisch Comité