Nieuws
Engelse clubs heersen ook op transfermarkt
Dinsdagnacht sloot de transferperiode. Alleen in de Premier League werd ouderwets geld uitgegeven, elders in Europa deden de clubs het voorzichtig aan of werden spelers verkocht vanwege de hoge salarissen.
De Engelse topclubs domineerden vorig seizoen al in de Champions League en hebben qua financiële slagkracht nog meer afstand genomen. De dinsdagnacht gesloten transferperiode wijst uit dat zowat alleen Premier League-clubs nog makkelijk bedragen van boven de 30 miljoen euro op tafel leggen. Arsenal, de huidige nummer laatst, gaf volgens transfermarkt.com het meeste uit (165 miljoen), gevolgd door Manchester United (140), Manchester City (127) en Chelsea (120).
Ze sloegen opvallend veel ponden kapot op Engelse spelers, waarvan de marktwaarde volgens kenners totaal niet correspondeert met hun kwaliteit. Jack Grealish, die geen basisspeler was op het EK, verhuisde voor 117 miljoen euro van Aston Villa naar Manchester City. Het komt door de regel dat Engelse clubs in hun selectie acht zelfopgeleide spelers moeten hebben.
‘Dus het geld vloeit voor een groot deel niet naar de rest van Europa,’ stelt megamakelaar Mino Raiola. ‘Terwijl daar juist harde klappen vielen.’ Het gevolg van een seizoen met weinig of geen toeschouwers, slinkende reclame-inkomsten en clubeigenaren die minder te spenderen hebben. De Premier League heeft door geweldige mediacontracten een constante inkomstenstroom, en is daardoor het meest interessant voor topinvesteerders.
Oliedollars
Alleen Paris Saint-Germain kan zich op financieel vlak nog serieus meten met de Engelse topclubs. De Franse club, badend in de oliedollars, betaalt salarissen die voor de meeste Italiaanse en Spaanse topclubs utopisch zijn geworden waardoor de transfervrije Messi, Ramos, Wijnaldum en Donnarumma naar Parijs kwamen.
Raiola: ‘Elk land heeft zijn eigen regelgeving met allerlei beperkingen, krom genoeg. Het is geen vrije markt. Daarom pleit ik ervoor om het hele transfersysteem op de schop te gooien.’
Raiola doelt onder meer op financial fairplay waardoor clubs niet meer mogen uitgeven dan er officieel binnenkomt. Er zijn de regels met een minimum aantal zelfopgeleide spelers en met vastgestelde salarisbudgetten. Dat laatste doet opgeld in Spanje en speelt vooral Barcelona parten. Lionel Messi wilde blijven, maar moest toch weg, omdat zelfs zijn gehalveerde salaris volgens de regels van de overkoepelende LaLiga te gortig was. Barcelona verhuurde ook topaanvaller Antoine Griezmann op de valreep aan Atlético Madrid. Coach Ronald Koeman kreeg er Sevilla-huurling Luuk de Jong voor terug. Ook Real Madrid noteerde meer inkomsten dan uitgaven.
Geld als water
Het Italiaanse Internazionale maakte het opvallendst pas op de plaats. De Milanese club gaf de voorbije jaren geld uit als water, won voor het eerst in elf jaar de landstitel, maar doordat de Chinese eigenaar de omzet van zijn bedrijf fors zag teruglopen werd voor bijna 200 miljoen euro aan spelers verkocht. De rijkste Italiaanse club Juventus deed Ronaldo van de hand. Alleen AS Roma sloeg flink in dankzij een nieuwe Amerikaanse eigenaar.
‘De trend bij de meeste clubs is: salarissen wegstrepen, ruilen en huren met optie tot koop,’ zegt Mohammed Sinouh, managing partner van ICM Stellar Sports dat onder meer Grealish begeleidt.
Raiola: ‘Zowat iedereen heeft problemen met de balans. Daardoor krijg je dat spelers moeten vertrekken, maakt niet uit hoe. Desnoods gratis.’
Ook Nederlandse clubs hadden daarmee te maken. Grosso modo streken zij nog hetzelfde op aan transferinkomsten als een jaar eerder: zo rond de 170 miljoen euro (exclusief allerlei afdrachten en bonussen). Maar ze gaven beduidend minder uit: naar schatting bijna 50 miljoen om ruim 100 miljoen een jaar terug.
Pandemie
Ajax kon bij lange na niet tippen aan de twee voorgaande zomers toen het meer dan 100 (2020) en meer dan 200 miljoen (2019) binnenharkte. Tagliafico, Onana en Neres bleven in Amsterdam hoewel hun contracten nog maar kort lopen. ‘Ajax is gewend geraakt aan hoge transfersommen die door de pandemie en daaraan gerelateerde crisis nog maar door een handjevol clubs opgebracht kunnen worden,’ meent Sinouh.
Toch stroomde er nog zo’n 35 miljoen in de kas, vooral door de verkoop van reserves. Raiola: ‘De branding van Ajax is geweldig, daardoor krijgen ze nog steeds goede bedragen. Maar de afzetmarkt voor de basisspelers is de Europese top en die let meer op de centen.’
PSV boerde beter. Vooral door de 30 miljoen die Borussia Dortmund voor Donyell Malen neertelde kwam de Eindhovense club uit op een geschat verkoopbedrag van rond de 55 miljoen. AZ zit daar met bijna 50 miljoen kort achter, vooral dankzij de eigen jeugdopleiding die de internationals Boadu, Stengs en Koopmeiners voortbracht.
Nood
Feyenoord hoopte ook op wat transferklappers om de financiële nood te ledigen. Maar alleen Steven Berghuis, die naar Ajax trok, leverde wat op, en dan ook nog betrekkelijk weinig (5,5 miljoen) door een gelimiteerde transfersom. De in 2017 voor 6 miljoen euro van AZ gekochte Ridgeciano Haps ging voor slechts een half miljoen naar Venezia zodat er nog een spits, Cyriel Dessers, kon worden gehuurd van Genk.
FC Groningen deed het beter, dat inde 10 miljoen euro voor Gabriel Gudmundsson en Azor Matusiwa. Nog niet eens de helft van dat bedrag werd uitgegeven.
Ter vergelijk: degradatiekandidaat Crystal Palace had geen grote verkopen, maar gaf toch ruim 70 miljoen uit. Bijna de helft werd gespendeerd aan de volslagen onbekende Engelsmannen Marc Guehi en Will Hughes.