Een olympisch jaar, daar is Timmer weer
Na drie jaar verovert Marianne Timmer weer een medaille op 1000 meter. Anni Friesinger-Postma toont fysieke slijtage.
Toen al haar collega’s eind maart een ticket naar ‘heel ver weg’ boekten, bleef Timmer thuis. Ze stapte in de aanloop naar haar zeventiende internationale schaatsseizoen dagelijks op de fiets. Duurwerk moest haar weer de basis geven voor een laatste seizoen dat indruk zou maken.
Wie twijfelde of zoiets nog wel zou kunnen bij een vrouw die de 34 jaar voorbij is, en bij wie de slijtage als corrosie naar de oppervlakte dringt, kon voor enig tegenbewijs terecht bij coach Jac Orie. Hij is de man die haar in 2006, ook al redelijk onverwacht, naar het olympische goud op de 1000 meter leidde.
Overtreffende trap
Orie, met een brede lach: ‘Ik heb deze zomer al gezegd dat Marianne beter is dan de jaren ervoor.’ Dan, in de overtreffende trap: ‘Ze is vergelijkbaar met haar beste jaren.’ De jaren waarin ze olympisch kampioen werd (1998 en 2006) en wereldkampioen sprint (2004).
Om de woorden van haar coach kracht bij te zetten, gooide Timmer er in Berlijn een vlekkeloze start van het internationale schaatsseizoen tegenaan. De sprintster, vorige week bij de NK afstanden nog derde, eindigde bij de World Cup op de 1000 meter als beste Nederlandse, ze was sneller dan Margot Boer en Annette Gerritsen.
Ze mocht zelfs op het erepodium plaats nemen, voor de 44ste keer in haar loopbaan. Timmer werd derde in 1.16,13, een dikke seconde sneller dan een week eerder.
Eind 2006 stond ze voor het laatst op het podium van zo’n wedstrijd over een kilometer voor de wereldbeker. In Azië werd ze vier keer tweede op de 1000 meter, toch altijd haar favoriete afstand.
Verbaasd
Zaterdag was de Harderwijkse uiterst tevreden over haar optreden. Ze had zichzelf verbaasd. Ze had gedacht nog wel wat races nodig te hebben om weer voorzichtig op de deur van de elite te kunnen kloppen. Ze bleek verder dan gedacht.
Haar gevoel: ‘Ik had niet in de gaten dat ik 1.16,1 aan het schaatsen was. Dan gaat het juist gemakkelijk. Ik ben ontegenzeglijk een stuk fitter dan vorig jaar. Ik heb zin in mijn races. Als de bel gaat, heb ik niet meer zoiets van: ooohh nog een ronde.’
Nog een week mag ze er stevig tegenaan van coach Orie. De wereldbeker, aflevering 2, wacht in Heerenveen. Daarna wordt het weer trainen, om de perfecte aanloop te hebben naar de Spelen van Vancouver.
Marianne Timmer kan zich rijk rekenen dat juist het olympische jaar zich zonder grote hobbels voor haar ontrolt. Zij moet in Berlijn met gezonde nieuwsgierigheid de verrichtingen van andere meervoudige olympische kampioenen hebben gevolgd.
Pechstein
Daar was er één die het ijs van Hohenschönhausen niet mocht betreden: Claudia Pechstein. De Duitse die al vijf keer olympisch goud won, is op haar 37ste in een nachtmerrie beland. Zij is wegens een onregelmatig bloedprofiel voor twee jaar geschorst door de Internationale Schaats Unie. Ze heeft de voorbije maanden uit alle macht geprobeerd bij het sporttribunaal CAS de schorsing ongedaan te maken.
Woensdag zou de beroepsuitspraak zijn, maar de sportarbiters hebben twee weken extra genomen om tot hun oordeel te komen. Vrijdag werd Pechstein in de ochtenduren eventjes waargenomen op het ijs in Berlijn. Ze moest weer snel plaatsmaken. De baan was gereserveerd voor deelnemers aan de wereldbeker.
De Duitse pijn werd versterkt door het optreden van Anni Friesinger-Postma, tweemaal olympisch kampioen, en net als Timmer vlassend op een glanzend sluitstuk. Zaterdag ging het op haar favoriete kilometer volkomen mis. Ze werd vijftiende en daarna mocht coach Gianni Romme uitleggen wat er allemaal mis is met zijn 32-jarige pupil.
Sneeuwlandschap
Friesinger heeft last van fysieke slijtage. Vorig jaar is ze aan de rechterknie geopereerd. Er werd kraakbeen aangetroffen dat op een sneeuwlandschap leek.
De operatie was deels uit voorzorg, zodat in het olympische jaar doorgetraind zou kunnen worden. In de zomertraining lukte dat, maar na een enkelblessure – links – is het mis met de balans. Volgens Romme is het duidelijk wat er is gebeurd. ‘Anni heeft een dikke knie gekregen. Er is vocht uitgehaald. Ze heeft geforceerd. Ik weet niet wat dat in het Duits is, maar Leiden is in last.’