Droom ‘World Wide Willy’ ruw verstoord
Fietscross staat in 2008 (Peking) voor het eerst op het programma van de Olympische Spelen. Willy Kanis flirtte met de baan, maar hoopt alsnog via de cross Peking te bereiken....
Ze had haar weg naar de Olympische Spelen in Peking zelf al bepaald. Willy Kanis mag dan al jaren gelden als een ongenaakbare fietscross-ster, vorig jaar ontdekte ze haar mogelijkheden op de baan. In januari liet ze bondscoach Bas de Bever weten de voorkeur aan het baanwielrennen te geven. ‘Ik wil per se naar Peking en ik heb de zaken voor mezelf op een rij gezet. Als baanwielrenster kan ik mijn selectie zelf afdwingen, bij de fietscross ben ik afhankelijk van de prestaties van mijn landgenoten, omdat de plaats van Nederland op de internationale ranglijst bepaalt met hoeveel mensen we naar de Spelen gaan. En dan zie ik geen grote kansen.’ Maar vlak voordat Willy Kanis gisteren bij de NK in Baarn andermaal haar superioriteit bevestigde, kreeg ze te horen dat ze haar olympische baanaspiraties moet opgeven. Vrijdag besloot het Internationaal Olympisch Comité twee tijdritten, de 500 meter (vrouwen) en de 1000 meter (mannen), te schrappen. Die beslissing viel haar, net als bondscoach (baan) Peter Pieters, rauw op het dak. Pieters: ‘Ik had daar geen rekening mee gehouden. We wisten dat er twee onderdelen moesten worden geschrapt, maar via het platform van coaches hadden we voorgesteld om de twee, vaak oninteressante, tijdritten op de weg uit het programma te halen.’ De Nederlandse baancoach is ervan overtuigd dat Nederland door de ingreep van het IOC twee potentiële medaillekandidaten moet thuislaten. Want naast Yvonne Hijgenaars dichtte hij ook Willy Kanis grote mogelijkheden toe op de olympische piste. ‘Zij kwam vorig jaar uit het niets en eindigde bij de WK in Los Angeles meteen als vierde. Een uniek baantalent.’ World Wide Willy, zoals haar bijnaam luidt, is een jonge vrouw (20) uit Kampen, die naast veel aanleg en ambitie ook de wilskracht bezit om in de sport te slagen. ‘De snelheid, de actie en het gevaar’, maakten haar op haar zevende al verliefd op de fietscross. ‘Met poppen heb ik nooit gespeeld.’ Haar bijzondere klasse etaleerde ze in het internationale toernooiveld. In 2002 was ze wereldkampioene bij de junioren. In de jaren daarna voerde ze de wereldranglijst aan. In 2003 greep ze net naast de wereldtitel. ‘Ze is heel bijzonder’, zegt oud-bondscoach Ton Kolvoort. ‘Zo bijzonder dat ze er in Peking gewoon bij moet zijn.’ ‘Niets liever dan dat’, zegt Willy Kanis zelf. ‘Want van de Olympische Spelen heb ik altijd gedroomd. Maar na vandaag weet ik dus zeker dat ik mijn doel alleen maar via de fietscross kan bereiken. Maar ik weet niet hoe ik daar nu over moet denken omdat ik heel bewust voor het baanfietsen had gekozen.’ Terwijl het Nederlandse talent vanaf zeven jaar met even fraaie als gedurfde sprongen over het prachtige complex van The Weely’s in Baarn jaagt, telt bondscoach Bas de Bever in de camping-achtige sfeer naast de baan zijn zegeningen. De vijfvoudige wereldkampioen op de fietscross maakt dit jaar zijn debuut als bondscoach en stelt vast dat de olympische impuls al merkbaar is. Nadat de sport beginjaren zeventig overwaaide vanuit Amerika en als gevolg van de grote tv-belangstelling van met name de AVRO razendpopulair werd, volgde een inzinking. Inmiddels trekt de belangstelling weer aan, maar De Bever weet wat hem internationaal te wachten staat. ‘Zo gauw de sport een olympische status heeft, ontstaat er in landen van het Oostblok, Amerika, China en Korea een geweldige medaillezucht. ‘Ik ga ervan uit dat er twee Nederlandse fietscrossers aan de start zullen verschijnen in Peking. Wie dat zijn, laat ik in het midden. Het zal afhangen van de sportbeleving. Technisch goede fietsers hebben we genoeg, potentieel is er ook wel, het zal alleen allemaal wat professioneler moeten worden. Met een vaste structuur in training en voeding.’ Dat is ook wat Willy Kanis zo aansprak bij haar korte kennismaking met het baanrennen. ‘Het was goed georganiseerd. In de fietscross wil de familiesfeer wel eens overheersen.’ Juist daaraan moet een einde komen, vindt De Bever. ‘We kunnen nu rekenen op extra geld van NOC*NSF. Het is voor mij een uitdaging om er 24 uur per dag aan de slag te gaan. Willy Kanis gaat met haar explosieve kracht voorop, bij de mannen hebben we Robert de Wilde, die prof is in Amerika.’ Kanis is prof in Nederland. ‘In Amerika zou ik mijn brood niet kunnen verdienen’. Peking lonkt, maar ze heeft om zich te kwalificeren de hulp van de landenploeg nodig. Strijdbaar: ‘Het is te vroeg om te wanhopen. Ik ga er voor.’ De Bever: ‘We gaan er met z’n allen voor, dat is fietscross anno-nu.’