Analyse
Dinsdag start de eerste Champions League na de mislukte revolutie
Memphis bij Barcelona, Ronaldo bij Manchester United, Messi in Parijs. Het is wel even wennen. Dinsdag begint de Champions League.
Barcelona, met aanvalsleider Memphis Depay in het miljardenbal in plaats van sprookjesvoetballer Lionel Messi, ontvangt dinsdag Bayern München met Robert Lewandowski, in de kraker op de openingsdag van de nieuwe Champions League.
Messi zelf is woensdag met Paris Saint-Germain te bezichtigen in Brugge, in het rondtrekkende circus van het voetbal. De Champions League blijft de grootste clubcompetitie van de wereld, waarop ze in Zuid-Amerika en in andere delen van de wereld jaloers zijn, vanwege het budget en de samenballing van sterren uit alle continenten. En toch groeit hier en daar de onvrede over de competitie met 32 clubs, die met twee miljard euro is gedoteerd, die de verschillen tussen arm en rijk alsmaar vergroot en zeker in de groepsfase aan voorspelbaarheid ten onder dreigt te gaan.
Messi dus bij PSG, in een groep nota bene met Manchester City, waarvan trainer Pep Guardiola bijna zichtbaar teleurgesteld was toen hij ontdekte dat Messi niet vergroeid bleek met Barcelona. Cristiano Ronaldo, herintreder van 36 jaar bij Manchester United, voetbalt dinsdag bij Young Boys in Zwitserland. Het openingsduel van Ajax, de enige Nederlandse deelnemer, is woensdag in Lissabon bij Sporting Portugal.
Mislukte revolutie
Het is de eerste jaargang na de mislukte revolutie, de ternauwernood, mede door oproer van supporters in Engeland voorkomen afsplitsing door twaalf megaclubs om tot een Super League te komen. Al zal de Champions League, onder auspiciën van de Uefa, verder groeien tot een onofficiële Super League, met deze keer de vermoedelijk opnieuw sterkere Engelse clubs als favorieten, plus Paris Saint-Germain dat in Messi het laatste puzzelstuk ziet om eindelijk de beker te winnen, met Bayern als andere belangrijke kanshebber.
In de ziel van met name Juventus, Barcelona en Real Madrid woekert de onvrede over het mislukken van de plannen voor de Super League. Nog veel meer verdienen en nog meer garanties op topduels was de inzet, met de voorzitters Perez (Real Madrid) en Agnelli (Juventus) als voortrekkers. Dat Barcelona en Juventus Messi en Ronaldo lieten gaan, had ook te maken met financiële problemen, met afgenomen slagkracht.
Het is knap dat de Uefa in tijden van corona twee miljard kan blijven spenderen, verdeeld over startgelden, winstpremies, een deel dat afhankelijk is van de status in de afgelopen tien jaar en een part uit de zogenoemde marketpool. Vooral die laatste twee bronnen zorgen voor telkens grotere verschillen tussen de clubs uit de grote landen en bijvoorbeeld Ajax.
Voorbijgestreefd
Het lijkt erop dat de Engelse clubs, Bayern en PSG Spanje zijn voorbijgestreefd. Met Messi en Ronaldo als hoofdrolspelers heerste het Spaanse clubvoetbal ruim een decennium, met drie en vier zeges van Barcelona en Real sinds 2009. Maar de laatste seizoenen was Barcelona een parodie op zichzelf, met kansloze uitschakelingen. Ronaldo vertrok naar Italië om Juventus aan de beker te helpen, een project dat faliekant mislukte.
Hun clubs lieten de winnaars van elf Gouden Ballen (Messi zes, Ronaldo vijf) bijna met genoegen vertrekken, want de grootverdieners dreven de penningmeesters tot wanhoop. Hun salaris en de invloed op de lonen van de rest van de selectie, afgezet tegen het falen in Europa, vergemakkelijkten het afscheid. Clubs in Italië en Spanje, maar ook bijvoorbeeld de Franse kampioen Lille, kampen met financiële problemen.
In Engeland is ogenschijnlijk weinig te merken van de terugval. De nationale tv-gelden, de toeloop naar de stadions, de aantrekkelijkheid van de competitie; het zijn pure verkoopargumenten. De hegemonie is overgenomen van Spanje. In 2019 (Liverpool - Tottenham) en 2021 (Chelsea - Manchester City) leidde dat zelfs tot een volledig Britse finale. De Engelsen vielen ook het meest op met megatransfers van ruimschoots boven de honderd miljoen: Jack Grealish naar Manchester City, Romelu Lukaku terug naar Chelsea. Clubs met ongekend rijke buitenlandse eigenaren.
Blij
Ajax is blij dat het weer mag meedoen, al constateert trainer Erik ten Hag dat een stuk of tien clubs een zo grote voorsprong hebben genomen, dat Ajax het moet hebben van het ‘irriteren’ van de top. Zie de Champions League als een vijfgangendiner. Groep. Achtste finale, kwartfinale, halve finale, finale. Ajax is al blij tot het diner te zijn toegelaten en wil in elk geval na de amuses en de soep nog meedoen. De landskampioen liep de laatste jaren pakweg 100 miljoen euro uit op PSV, als het om verdiensten in Europa gaat. Ajax kon in het topjaar 2018-2019 een begroting van 200 miljoen verwezenlijken. Bovendien leveren spelers die zich profileren in de Champions League veel meer op bij verkoop. Zo groeit mede door de Champions League ook de ongelijkheid in de nationale competities.