'Denk niet: o jee, die bal was niet goed'
Een WK-finale verliezen, zoals de handbalsters deden, daar is niks Nederlands aan. Dat Duitsers altijd op de valreep toeslaan klopt ook niet. Allemaal symbooldenken.
Het verliezen van WK-finales een Hollandse ziekte? Rico Schuijers, sportpsycholoog met veel vlieguren in de teamsport, wil er ook na de nederlaag van de handbalsters van afgelopen zondag niet aan. 'Nee, het is geen specifiek Nederlands ding. Sla de statistieken erop na: Australië, de VS en Groot-Brittannië verliezen net zo veel finales.'
Stereotiep denken is de sportwereld eigen. 'Wij denken dat Duitsers altijd in de laatste minuut terugkomen en toeslaan. Toen ik dat aan Duitsers vertelde, zeiden die dat het helemaal niet zo is. Het is symbooldenken. Maar ze hadden graag dat wij zo blijven denken. In hun voordeel immers.'
Sinterklaasspanning
Dat de Nederlandse handbalvrouwen zondag in de WK-finale tegen Noorwegen ten onder gingen aan spanning, is evident. 'Je hebt spanning nodig, ik noem dat de Sinterklaasspanning. Opgewonden over wat er komen gaat. Maar niet de tandartsspanning. Die is niet leuk, leunt aan tegen angst. En zonder spanning kun je niet spelen', zegt Schuijers die tot juni 2012 de ploeg mentaal begeleidde.
Hij heeft ze in die jaren geleerd om op grote momenten in 'cirkel 1' te blijven. 'Dat is kijken, vangen en gooien. Al je vaardigheden toepassen. Zo deden de waterpolosters het in 2007 en 2008, finales winnen door in het proces te blijven. Je mag niet in cirkel 2 komen, die vijftienduizend mensen in het stadion. Of in 3: tekort schieten ten opzichte van de perfectie. O jee, die bal was niet goed.'
In die spanning was er maar één manier om overeind te blijven. 'Dat is je eigen niveau halen. Wat de tegenstander ook doet, je eigen spel spelen. Nederland had de pech Noorwegen te treffen, dat wel ervaring heeft met grote finales. Tegen een andere debutant had je je eerder kunnen oprichten. Wij hadden last van de cirkels 4 en 5: van kijken naar het scorebord, van piekeren over als wij winnen, zijn we wereldkampioen.'
Van ontzag naar respect
Schuijers is bij NOC*NSF na 2012 vervangen door de Belg Paul Wylleman. Bondscoach Henk Groener en zijn vrouwen kunnen niet meer bij hem terecht. 'Ik denk dat ze het gewoon zo laten. Straks bij het olympisch kwalificatietoernooi spelen de handbalsters weer drie finales. Dan komt die finale-ervaring vanzelf. Zullen ze mijn lessen uit het verleden ook weer ophalen.'
Joop Alberda, de coach die met de volleybalkampioenen van 1996 tussen 1993 en 1995 drie grote finales op rij verloor, zegt dat NOC*NSF voor de handbalsters finales moet gaan organiseren. 'Wij speelden series tegen Italië, Brazilië en de Verenigde Staten. Dus moet Groener de Noren uitnodigen, op eigen bodem bij voorkeur. Want je moet van ontzag voor de tegenstander naar respect. Die opponent heeft ook gewoon een vader en een moeder, dat gevoel. En slecht slapen van de spanning doet iedereen voor een finale.'
Alberda, tegenwoordig technisch directeur van de zwembond, wijst op de overeenkomst tussen de waterpolovrouwen, de volleybalsters en de handbalsters. 'Alle drie teams stonden plotseling in grote finales, tweemaal WK en een EK. Ze werden overvallen door de gebeurtenissen. Ze waren goed voorbereid, anders kom je niet zo ver.
'Maar in de topsport is er een aantal plafonds. De halve finale is een barrière, de finale net zo. Je ervaart nieuwe, externe druk. De kunst is je doel voorbij het doel te plaatsen. Je speelt om bij de koning op bezoek te mogen. Dat is het einddoel.'