De val van Ajax en PSV karakteristiek voor de competitie
Zondag zakte het gordijn van de laatste eredivisie-voorstelling van dit seizoen. Sparta en RKC wacht de nacompetitie, de overige clubs komen tot rust na wat 'de vreemdste competitie sinds jaren' kan worden genoemd....
Niet de degradatie van NAC, het kampioenschap van Feyenoord of zelfs de opmars van Willem II gaf het seizoen 1998-'99 zo'n spectaculair karakter, maar de tuimeling van twee topclubs. Hard gestraft werden Ajax en PSV echter niet voor hun bestuurlijke falen.
Beide clubs slaagden er in de slotfase van het seizoen in een weg naar een Europese competitie te vinden. Ajax had daarvoor de bekerfinale nodig, PSV een mirakel in Utrecht - én de hulp van RKC en Feyenoord die op de slotdag twee rechtstreekse concurrenten (Roda JC en Vitesse) vloerden.
Schaamte maakte daardoor op de slotdag van de vreemdste voetbalcompetitie sinds jaren onverwacht plaats voor vreugde en vooral opluchting.
De zwaarste nederlaag werd in de 34ste speelronde geleden door Vitesse, het koninkrijkje van alleenheerser Aalbers. Vitesse bleef buiten bereik van de Champions League, het kroondomein waarop de club bijna het hele seizoen luidkeels aanspraak maakte.
Daarin schuilt overigens een zekere rechtvaardigheid. Het spel van Vitesse ontbeerde dit seizoen bijna voortdurend allure, zoals ook de spelers volmondig toegaven, en in de laatste maanden van de competitie liet de ploeg met zich sollen. Wat dat betreft deed Vitesse niet voor Ajax en PSV onder.
Aalbers is, als bezoldigd voorzitter, een van de weinige professionele bestuurders, maar een garantie voor succes is dat niet gebleken. De hoogste eis die aan de bestuurders wordt gesteld, is het voeren van een consistent beleid en het aantrekken van een capabele trainer.
PSV dacht het - in afwachting van de komst van Eric Gerets - met de ouderwetse Brit Robson een jaar ongestraft uit te kunnen zingen, Vitesse heeft nu al spijt van het contracteren van de Duitser Neumann en Ajax stuurde de Deen Olsen na anderhalf seizoen weg onder druk van het publiek en de media.
Ook Van der Zee (Sparta), Korbach (De Graafschap), Boeve (RKC) en Spelbos (NAC) werden dit seizoen bij hun clubs ontslagen. Degenen die de trainers eerder hadden aangesteld, moeten bijna zonder uitzondering concluderen dat ontslag niet het gewenste effect sorteerde. In het bijzonder gold dat voor Ajax, Sparta en NAC.
De val van dat trio clubs zette zich ook na het ontslag van de trainer door. Dat duidt er op dat de problemen in Amsterdam, Rotterdam en Breda veel ernstiger zijn dan wordt verondersteld en niet kunnen worden opgelost door de trainer weg te sturen.
Na het Bosman-arrest is een uitgekiend en creatief aan- en verkoopbeleid voor de clubs van het grootste belang geworden. Uitgerekend de clubs die vorige zomer op de transfermarkt hun kalmte bewaarden, Feyenoord en Willem II, beklommen dit seizoen de top van de eredivisie.
Het is niet toevallig dat bij beide clubs het transferbeleid in handen is van twee vakbekwame functionarissen. In de rug van de trainers Beenhakker en Adriaanse geven Rob Baan en Martin van Geel in stilte het beleid van Feyenoord en Willem II gestalte, op realistische wijze en met de cultuur van hun clubs en de Nederlandse competitie in gedachten.
Maar vooral de opzienbarende zegetocht van Willem II kan niet los worden gezien van het verval in Eindhoven en Amsterdam. Het spelpeil in de eredivisie zakte, opnieuw, en de kampioenen van weleer PSV en Ajax dreven een seizoen lang de spot met zichzelf.
De rol van hofnar in de nationale competitie werd door Willem II met verve gespeeld. Willem II wekte jaloezie op en provoceerde en liet zien waar het bij tal van andere Nederlandse clubs aan schort.
De club die tot twee jaar geleden tobde met een imago van Brabantse gemoedelijkheid, voerde, aldus Voetbal International, een stille protestmars uit. In stilte verliep de mars van Willem II echter niet. Bijna dagelijks wreef Co Adriaanse zout in de wonden van de andere clubs, Feyenoord uitgezonderd.
Zelfverzekerd, vakbekwaam en uitdagend gaf Adriaanse dit seizoen leiding aan Willem II, intussen in interviews niemand sparend. Maar het was vooral de aanvallende speelwijze, ongeremd en met fantasie, die van Willem II dit seizoen een sieraad van de eredivisie maakte.
Natuurlijk heeft Willem II volgend seizoen in de Champions League niets te zoeken, behalve geld. Dat is echter niet de Tilburgers te verwijten, maar Ajax, Vitesse en PSV, de clubs die ondanks een vele malen hoger budget niet in staat waren om het verzet van het taaie Willem II te breken.
Met de oud-spelers Gerets en Wouters aan het roer, gaan PSV en Ajax een cruciale zomer tegemoet. Vooral Wouters is niet te benijden. Hij moet samen met directeur spelersbeleid Blind een operatie leiden waarbij de spelersgroep grotendeels wordt ververst.
Het elftal dat in 1995 de Europa Cup voor landskampioenen won, zal volgend seizoen niet meer in de Arena zijn vertegenwoordigd. Blind beëindigt zijn loopbaan en Litmanen en Van der Sar verlaten de club. Het zijn uitgerekend de beste spelers van Ajax. Als Van der Sar vertrekt, levert Ajax niet één speler meer aan het Nederlands elftal.
Zondag na de wedstrijd tegen NAC verklaarde Wouters dat de vakantie wat hem betreft zeer ongelegen komt. Het liefst zou hij in de zomer door blijven werken aan de opstanding van Ajax.
Dat is, gezien de kolossale problemen van de club, geen slecht idee. Bovendien verdient het navolging, in Eindhoven en in Arnhem bijvoorbeeld waar buitenlandse trainers en onzekere bestuurders zich in een uiterst curieus en boeiend voetbalseizoen volledig voor gek hebben laten zetten.