ReportageDavis Cup
De rug blijft heel in de Davis Cup en zo kan tennisser Tim van Rijthoven Nederland naar zege serveren
Geregeld wordt tennisser Tim van Rijthoven geplaagd door spasmen aan de rug. Maar in het gewonnen Davis Cup-duel met Slowakije had hij tot zijn geluk nergens last van. ‘Vandaag sta ik op en voel ik me fris en fruitig.’
Het is zijn wapen en tegelijkertijd zijn zwakte: de rug van tennisser Tim van Rijthoven (25). Uit zijn bovenlijf komt de kracht waarmee hij afgelopen weekeinde in Groningen ballen sloeg van boven de 200 kilometer per uur. Het is ook dat deel van zijn lijf dat Van Rijthoven soms tergt met ‘spasmen’.
Liefst 27 aces slaat hij zaterdagmiddag in zijn Davis Cup-ontmoeting met de Slowaakse kopman Alex Molcan. Zijn opslag vormt de sleutel tot zijn onverwachte overwinning op zijn sterke opponent (7-6 (6), 5-7, 6-3) en de opmaat tot de overtuigende zege van Nederland op Slowakije (4-0) in het met ruim 3.000 man gevulde Groningse MartiniPlaza. Nederland is nu met vijftien andere landen geplaatst voor de groepsfase van de Davis Cup-finale in september.
Een dag na zijn prestatie draait Van Rijthoven, die bij de Davis Cup mocht invallen voor de geblesseerde Botic van de Zandschulp, zijn bovenlijf schuin naar achteren, terwijl hij het eerste deel van zijn opslagbeweging voordoet. Zijn rug fungeert als een soort hefboom, vertelt hij. ‘Ik haal heel veel snelheid uit mijn rug. Ik roteer eigenlijk heel erg ver.’ Maar dat brengt ook lichamelijke risico’s mee.
Spasmen
Vorige maand meldde de onverwachte winnaar van het grastoernooi van Rosmalen, in 2022, via Instagram vaak te kampen met spasmen aan de rug. Het was kort na zijn opgave in de eerste ronde van het kwalificatietoernooi van de Australian Open. ‘Zie het een beetje alsof er kramp in je bovenbeen schiet en je je been niet meer kunt buigen’, zegt hij nu. ‘Dat is eigenlijk wat er ook met mijn rug gebeurt, maar in mijn geval kan ik mijn bovenlijf niet meer draaien. Ik ben redelijk hypermobiel. Mijn ribben kunnen wat kanten opschieten.’
Bij hypermobiele mensen zijn pezen en gewrichtsbanden te soepel en worden gewrichten beweeglijk. Het maakt bij Van Rijthoven dat hij bijvoorbeeld tijdens een service verder kan draaien dan de gemiddelde persoon.’ Maar mijn ribben kunnen ook weleens de verkeerde kant op schieten en dan geeft mijn lichaam eigenlijk een teken van: we zetten alles vast en je kunt geen kant meer op.’
Dan krijgt hij last van spasmen, die dagenlang duren. ‘En na drie dagen kan ik dan wel weer redelijk bewegen. Maar daarvoor kan ik heel weinig. En zeker op een tennisbaan. Met elke slag die je gebruikt, draai je natuurlijk je lichaam. Tijdens een wedstrijd komt er ook net wat meer spanning bij kijken en schiet het er makkelijker in.’
Een aanval voelt hij aankomen door zijn spieren die stijver worden. Maar er is niks tegen te doen, zo leerde hij na onderzoeken. Op speciale oefeningen om zijn rug sterker te maken en het goed in de gaten houden en laten behandelen na. ‘Dat is soms wandelen op een dunne lijn: er moet niet te veel maar ook niet te weinig spierspanning op mijn spieren staan’, zegt hij. ‘Maar ik denk dat veel spelers een zwak punt hebben. Voor mij is dat mijn rug en het is zaak om het dan zo min mogelijk voor te laten komen.’
Minder serveren
Hij zou natuurlijk anders kunnen spelen, het minder aan kunnen laten komen op zijn service die hem vorig jaar ook in staat stelde de vierde ronde van Wimbledon te halen. Tegelijkertijd is zijn service juist een van de onderdelen waar hij vertrouwen uit haalt, waar hij tegenstanders mee verslaat.
‘Dat vind ik dus ook moeilijk om op te geven. Ik heb mijn hele leven al gekampt met pijntjes en blessures, dus ik ben het redelijk gewend. Helaas. Aan de ene kant is het jammer, aan de andere kant denk ik: ik kan er weinig aan doen, het hoort ook bij wie ik ben en dus is het iets dat ik moet accepteren.’
‘Nu komt het vertrouwen in mijn lichaam langzaam terug’, zegt hij. ‘Gisteren een hartstikke zware pot gespeeld, maar vandaag sta ik op en voel ik me fris en fruitig. En ook op tennisgebied is het een goede boost om aan mezelf te laten zien dat ik gewoon met dit soort gasten mee kan, of eigenlijk beter ben dan ze. Nu moet ik die lijn zo lang mogelijk proberen door te trekken.’
Draaiend met zijn rug zegt hij: ‘Het is wel fijn om te weten dat ik er vandaag zo bij loop. Ik had heel graag nog een dag willen spelen.’