De ondergang van het Siberië van het betaald voetbal in Nederland: SC Veendam
De thuishaven van SC Veendam wordt gesloopt. De club was al failliet, nu verdwijnt ook het Siberië van het betaald voetbal: stadion de Langeleegte.
Tinus van der Laan staart enige tijd zwijgend naar de monotoon ronkende graafmachine die aan de oostkant van het Gjaltema-stadion, aan de Langeleegte in Veendam, bergen zand tot een effen vlakte aan het pletten is. Hij draagt een geelzwart petje. Het waren de kleuren van SC Veendam, de eerste divisionist die in maart 2013 kapseisde onder een ondraaglijke schuldenlast; vooralsnog de laatste club die het niet redde in het betaald voetbal.
Dan draait hij zich een halve slag om. 'Het liefst zou ik dat ding omver willen trappen.' Voor hem is dit gewijde grond. Hier stond tot vorige week de tribune waar hij zijn supportersleven doorbracht.
Zo voelt het: met de sloop van de zitplaatsen aan de korte zijden van het stadion, heeft na de club nu ook de ziel de Langeleegte verlaten - de naam van de vroegere hoofdsponsor Gjaltema heeft in deze ommelanden nooit wortel geschoten. Rondom het stadion wordt een wielerbaan aangelegd, er komt een schoolgebouw bij en de amateurs van Veendam 1894 gaan straks voetballen tussen de gespaarde tribunes.
Van der Laan wijst naar een intussen denkbeeldige plek. 'Daar hadden we de stoeltjes maar weggehaald. Je moest kunnen springen. Er stonden vroeger hoge hekken. Daar kon je lekker aan hangen als we hadden gescoord.' Hij klom er ook wel eens overheen, na een vermeende arbitrale dwaling. 'Je moest niet aan mijn cluppie komen.' Het leverde hem vijf keer een stadionverbod op.
Naar Siberië
Het is Langeleegteweer. De thermometer wijst plus drie. Mistflarden vlijen zich over het complex en milderen het geel en het zwart op schotten langs het veld. De kleuren vervagen toch al onder het patina van achterstallig onderhoud.
De elftallen die voor Veendam-uit hier naar toe moesten, zeiden vaak dat ze het idee hadden dat Siberië de bestemming was. Uren in de bus door almaar verlatener ogend en kouder wordend veenland. Maar met leeg had de naam van het stadion niks te maken: het is Gronings voor 'laag'. De weg van Veendam naar Groningen voert door laagveen.
Wie nog wil zien hoe het zo ongeveer was, moet zich haasten. Henk de Haan, onverschrokken verdediger van Veendam van 1984 tot 1993, slentert deze dag langs het nevelige veld. Hij was in de laatste dagen van de club de animator van een inzamelingsactie die het onheil moest afwenden. Hij verscheen onder meer in De Wereld Draait Door en Voetbal International. Broez'n gingen ze, het gewoon doen. Het benodigde bedrag werd lang niet gehaald.
Daar, net over de middenlijn, pikte hij de bal op voor zijn mooiste score. Vanaf ruim dertig meter pegelde hij tegen FC Wageningen 'm zo de bovenhoek in. Doelpunt van de maand was het, hij bracht zelf de video-opname naar de Avro-studio. 'Zoveel maakte ik ze niet. Vier of vijf misschien? Ik heb toen zo'n beetje alle toeschouwers gefeliciteerd, 1.800 man, de hekken langs. Toen ik eenmaal terug was, stond het alweer 1-1.'
Otto Faber bevindt zich op de westtribune, het gedeelte dat de komende dagen plat gaat. De voormalige voorzitter van de stichting Betaald Voetbal Oost-Groningen, die met de verkoop van loten en programmaboekjes de club financieel steunde, is er nu om wat stoelen weg te halen. De tennisclub kan ze goed gebruiken. 'Het is vreemd om het stadion zo te zien. We hebben er vroeger zoveel energie in gestoken. Maar de tijd gaat verder. Na de beleving hou je alleen nog de herinnering over.'
Luister maar als Faber (70), De Haan (55) en Van der Laan ('30-plus') aan een tafel schuiven in het hoofdgebouw, waarin de gemeentelijke sportafdeling, een vergaderruimte, een trainingscentrum en alvast het wielercafé van De Stormvogels huizen.
Henk Nienhuis
Al langer onzichtbaar op de Langeleegte: het borstbeeld van de begin dit jaar op 75-jarige leeftijd overleden Henk Nienhuis, speler, trainer, directeur en clubicoon van Veendam. Het brons is verwijderd met het oog op de komst van nieuwe bewoners van het hoofdgebouw en de transformatie van het terrein. Het staat in opslag bij de gemeente. Hij komt weer terug, verzekert sportwethouder Henk Jan Schmaal. Er wordt een plek gezocht op het heringerichte sportcomplex aan de Langeleegte. Een andere optie is plaatsing in een nieuw Veendammuseum.
De Haan: 'Hier kwamen de grote namen op bezoek. Ruud Gullit, Marco van Basten, Frank Rijkaard, Ronald Koeman. Kijk die foto, Johan Cruijff met Jan Korte. Wij moesten het zelf niet van fluwelen techniek hebben. Hier zagen ze liever een vliegende tackle dan een subtiel tikje door de benen.'
Van der Laan: 'Het mooist was de promotie naar de eredivisie in 1986, de beslissende wedstrijd tegen Willem II. Zo vol zat het nooit meer. Dik 12.000 man.'
Faber: 'Dit was niet zomaar een stadion. Het was het eerste stadion in Nederland met verwarmde zitplaatsen.' De Haan: 'Het publiek stond er wel zo dicht op, dat ze aanwijzingen gaven. Henkie! Rechterkant!' Van der Laan: 'Ja. Henkie! Henkie!' De Haan: 'Of: Henkie, springen! Dan ging ik bij de corners voor de keeper staan, hem het zicht ontnemen. Bij het teruglopen kreeg ik een keer de bal tegen mijn achterhoofd, waarna 'ie erin vloog. Heb ik er dan toch vijf of zes gemaakt?'
Te grote broek
Waarom de club bezweek? De Haan: 'Ze hebben een te grote broek aangetrokken.' Faber: 'Veendam is een kleine club. Dan moet je een kleine begroting hebben. Dan moet je de kleine dingen waarderen. We haalden elk jaar 75 duizend gulden op. Toen ging men de boel professionaliseren en waren we niet meer nodig. Dit is ervan gekomen.' De Haan: 'Er was te weinig draagvlak, uiteindelijk.'
Faber: 'Ook als het slecht ging, kwamen er toeschouwers. Daar lag het niet aan. Maar een grote geldschieter is er nooit geweest. Er waren altijd tekorten.'
Buiten rolt Van der Laan een sjekkie. 'Die kameraadschap van toen mis ik . We kwamen hier doordeweeks ook wel eens samen. Sixpackje mee, het hek over, de tribune op. Praten over privézaken, maar ook over de volgende uitwedstrijd.'
Toen de slopers vorige week begonnen, is hij nog even snel het supportershome achter de tribune binnengelopen. De lampen hingen er nog, de tap en de tafels waren weg. Die aanblik raakte hem. Het is deze mistige dag toch echt de laatste keer dat hij hier geweest is, ja, dat denkt hij wel.