De kampioen zegt dat hij de kampioen zal blijven

Op 19 juli 2009 staat er in het kladblok: AC valt aan, AS reageert en LA kan niet mee.

Van onze verslaggeefster Marije Randewijk

Tot overmaat van ramp wordt Lance Armstrong in de laatste meters ook nog in de steek gelaten door Andreas Klöden. Klöden, de Duitser die er maandenlang het zwijgen toedeed, die verwikkeld is in allerlei dubieuze affaires en zichzelf op zondagochtend ‘een joker’ noemde.

Een joker! Alsof er in de ploegen van Lance Armstrong ooit sprake is van jokers. In zijn ploegen werden altijd de mannen van de jongens gescheiden. Kopman en knechten, zo was zeven jaar lang verdeling. Voor een keer, omdat hij drie jaar was weggeweest, wilde hij er dit jaar kopmannen en knechten van maken.

Na een paar dagen Tour zei Armstrong dat hij weer kon winnen. En we geloofden hem. Dat leerden we uit het verleden. Wat Armstrong zei, was waar. We hebben er aan getwijfeld, o ja. En telkens kregen we het deksel op de neus. Op den duur stopten we met spartelen.

Zeven jaar keken we naar een machine. We hoopten op een mindere dag, die kwam er nooit. Niet dat hem het succes werd misgund, integendeel. Maar het was smachten naar een man die op zijn fiets één keer zou worden geconfronteerd met een tekortkoming. Een keer, meer hoefde niet.

Langdurige dominantie in topsport is geestdodend. Wielrennen is op z’n mooist als de kop van de kampioen eraf gaat. De knecht van vandaag moet de geletruidrager van morgen worden. Armstrong geloofde er nooit in. Toen Cédric Vasseur, ooit zijn ploegmaat, hem uitlegde dat het verhaal van de verliezer vaak meer tot de verbeelding spreekt dan de winnaar, reageerde hij onthutst. ‘Je maakt een grapje?’

Tussen 1999 en 2005 sprak iedereen tijdens de Tour over het grote lijden: Jan Ullrich, Marco Pantani, Joseba Beloki. Armstrong hoorde je daar nooit over. Hij viel één keer, kampte één keer met een hongerklop en had één keer last van de warmte. Het waren ‘foutjes’ zonder gevolgen, voetnoten in zijn Tourhistorie.

En nu op 19 juli 2009 staat er in het kladblok: AC valt aan, 5,6 kilometer onder de top, AS reageert en LA kan niet mee. AC is Alberto Contador, AS is Andy Schleck en LA uiteraard Lance Armstrong. Schleck biedt hem het excuus achter zijn eigen ploegmaat aan te rijden. Als hij de Tour wil winnen, kan hij nu niet blijven zitten.

Maar Armstrong lijkt in zijn nadagen op Jan Ullrich. Hij heeft geen versnelling in de benen. De ritmewisselingen van Contador en de jongste Schleck zijn hem teveel. Hij maalt, zijn shirt hangt open, de ogen kijken glazig en de ketting om zijn nek hangt ineens irritant in de weg.

Het is het beeld van de verliezer. Lance Armstrong moest er 37 jaar voor worden.

Even later schrijven we: CS komt terug, FS demarreert, CE mee, Nibali, Wiggins volgen. Die laatste zijn nog niet bekend genoeg om met een afkorting te volstaan. Ze dragen wel bij aan de pijn van Armstrong. De een na de ander rijdt bij hem weg. Een voormalige baanrenner, een Australiër met autistische trekjes en een Siciliaan met de bijnaam De Haai.

Het zijn mannen waar hij vorig jaar de spot mee dreef. Want de Tour van 2008 vond Armstrong maar een lachertje. Carlos Sastre was geen groot winnaar en de nummer vijf, Christian Vandevelde, vond hij een aardige jongen. ‘Maar vijfde worden in de Tour? Come on!

Het is Klöden die hem in Zwitserland op sleeptouw neemt. Het verlies moet worden beperkt. Maar uiteindelijk rijdt ook die bij hem weg. De Duitser heeft zijn klassement te verdedigen. In vijf kilometer geeft Armstrong meer dan anderhalve minuut toe op Contador, de Spanjaard die hij de stuipen op het lijf heeft gejaagd met zijn psychologische oorlogsvoering.

In Verbier is Armstrong nederig. Hij buigt het hoofd bij het overschrijden van de finish. Hij heeft geleden, zoals Ullrich, zoals Pantani, zoals Beloki ooit. ‘Vroeger was ik de beste, nu hij’, wijst Armstrong naar Contador. Hij is gedegradeerd tot knecht. ‘Ik zal als Rast zijn, of Zubeldia. Ik zal luisteren naar de orders van Bruyneel.’

De kampioen zegt dat hij de kampioen zal blijven. Dat hij in de Tour niets te winnen of te verliezen heeft. Armstrong als winnaar en Armstrong als verliezer zijn voor Armstrong twee dezelfde mensen. Als winnaar zou hij zich laten bejubelen en als verliezer ook. Hij zal voor het oog van de wereld de fakkel gracieus overdragen aan zijn opvolger.

Vorige week vroeg een Franse tv-verslaggever of Armstrong zou tekenen voor de derde plaats in Parijs. De Amerikaan schudde van nee. Hij kon de Tour nog winnen. Zondagavond werd de vraag herhaald. Of volgende week graag op dezelfde plek zou staan in het algemene klassement. Deze keer knikte Armstrong instemmend. Hij is tweede, op 1.37 van Contador.

Het maakt dat de argwaan niet helemaal is verdwenen. Want nu is gebeurd waar zeven jaar naar is gehunkerd, overheerst de teleurstelling. Het offer dat moest gebracht, is groot. De kampioen is onthoofd. En de Tour ook.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden