De hoop van ADO sterft in zijn eigen graftombe
Troosteloos was de ambiance, onthutsend het optreden van ADO Den Haag en ontgoochelend ten slotte de afrekening op een avond waarop het lot van de club en zijn nieuwe stadion min of meer werd bezegeld....
Behoud van het eredivisieschap lijkt nauwelijks nog mogelijk voor dit voetbalbolwerk, dat de glans van een rijk verleden allang heeft verloren en de afgelopen weken met een door kift en nijd verbrokkelde selectie een kansloos gevecht tegen zijn verval voerde.
Sterker nog dan de cijfers (2-4), waarmee Sparta zijn overwicht tot uitdrukking bracht, sprak het armzalige en verbijsterende verweer van de thuisclub zaterdag de taal van totale ontmaskering.
Zelfs de laatste strohalmen, Excelsior (8 punten) en RKC (6 punten), zijn vijf weken voor het competitieslot goeddeels uit het zicht van de hopeloos verloren nummer laatst verdwenen.
Nooit maakte ADO Den Haag zaterdagavond duidelijk dat de ploeg wilde knokken om te overleven, nooit toonde het de grimmige verbetenheid van de club die nog in zijn eigen kansen gelooft: het requiem werd, hoe pijnlijk, uitgesproken in een voetbaltempel zonder publiek.
Bizar was het woord dat steeds weer opklonk in het Haagse Zuiderpark. ‘Bizar was alleen onze aankomst’, zei Sparta-trainer Wiljan Vloet later. ‘Want meestal zijn op de plaats van bestemming wel een paar ventjes die je, als je de bus uitstapt, verrot schelden en komt de walm van de frituur over je heen. Nu was er uitgerekend in Den Haag, waar altijd wel wat loos is, niets, helemaal niets. Terwijl de spelers de kleedkamer ingingen, ben ik een kwartier alleen in de dug-out gaan zitten, in complete verwondering.’
ADO hield de toegangspoorten gesloten op last van de KNVB, nadat eerder supporters het veld bij het thuisduel tegen Vitesse hadden bestormd. Een handjevol officials, journalisten en ballenjongens werd toegelaten. Het voetbal leek daardoor in een comateuze slaap te zijn verzonken op de plaats die bekend staat als een van Nederlands vurigste oorden van supportersoproer.
Grote lakens met aanmoedigingen waren over de leeg gebleven stoeltjes gedrapeerd, en op de lichtkrant onder het scorebord meldde de tot zwijgen veroordeelde Fanclub: ‘Nog geen lid? Wordt nu lid!’ ‘Oh, oh, Den Haag, mooie stad achter de duinen’ klonk in de beklemmende leegte uit de stadionspeakers als een schreeuw om onverkrijgbare aandacht.
Troosteloos was de sport in werkelijkheid, zonder hartstocht en franje. Bizar ook omdat al snel duidelijk werd dat ADO Den Haag het heilige vuur miste. De echo van gekwelde spelersstemmen klonk vooral treurig in deze sfeer van een graftombe.
‘Je hebt scherp getraind, je doet er alles aan en als dan wordt afgetrapt, klopt het allemaal voor geen meter’, klaagde de Haagse hoop Rick Hoogendorp. ‘Het mag toch niet zo zijn dan Sparta feller begint dan wij.'
Verslagen en verwonderd zei trainer Lex Schoenmaker hem na: ‘We spelen beter tegen de toppers dan tegen de nummers 17 en 18, ik ben verbijsterd. Het was alsof we verlamd waren. Maar we mogen de moed nog niet verliezen.’
Sparta stoeide met zijn weerloze tegenstander. De Rotterdammers scoorden via Polak vanaf de penaltystip nadat Hoogendorp de bal, volgens scheidsrechter Haverkort, met zijn bovenarm had beroerd. ‘Niet waar’, zei Hoogendorp ‘Ik kreeg ’m op mijn borst.’
Acht minuten later kegelde de oud-Den Haag-speler Polak Sparta uit een vrije trap naar 0-2. Schoenmaker: ‘Hij heeft in zijn tijd bij ons wel 25 vrije trappen genomen, maar nooit gescoord. Nu legt-ie ’m er zomaar in.’
‘Afgaande op de woordenwisselingen op het veld zit het niet goed bij ADO', zei Polak. Het was meer dan dat. ‘Ik was verbijsterd’, aldus Schoenmaker, die zag dat zijn ploeg elf minuten na rust met 0-3 (doelpunt Lopes) achterkwam. Rankovic maakte er 1-3 van, maar nadat Sparta een serie kansen had laten liggen, tekende Krohn Dehli voor 1-4. Dat Mark de Vries de eindstand op 2-4 bepaalde, deed weinig af aan de wanhoop bij de club-in-nood, die afscheid van het Zuiderpark zal nemen in klassieke ADO-shirts, maar zaterdag al het tempo van het verleden leek te willen imiteren.
Hoogendorp ‘Als we niet nog vier van de vijf wedstrijden winnen, gaan we als een draaikolk door het putje naar de eerste divisie. Het zou een schande zijn voor deze stad, voor deze club en voor het nieuwe stadion.’ Heel symbolisch valt dan iets verderop de kleedkamerdeur met een klap in het slot. Het klinkt als het einde van een verloren illusie.