De erfenis van dopingbeleid
De voormalige DDR was een uitermate sterke sportnatie. Onderdeel van het succes was een uitgekiend dopingprogramma, waarvan naarmate de jaren verstrijken steeds meer details bekend worden....
HET IS een bekende anekdote. De Oost-Duitse zwemcoach Rolf Gläser werd in 1976 tijdens de Olympische Spelen van Montreal gevraagd naar de opvallend diepe stemmen van een aantal van zijn zwemsters. De topcoach had zijn antwoord snel klaar: 'Ze komen hier niet om te zingen, maar om te zwemmen.'
En zwemmen deden zijn Mädel. De ene na de andere gouden medaille werd uit het olympische zwemwater gevist - niet alleen in Montreal, maar tijdens alle Zomerspelen vanaf 1968. De zwemsters bezaten vaak een bariton-stem, ze waren opvallend gespierd, hadden haar op onverwachte plaatsen. Maar doping? Tijdens de controles werd nooit iets gevonden.
Inmiddels weten we, zeker sinds het verschijnen van het boek Doping (1992) van Brigitte Berendonk, beter. In de Duitse boeren- en arbeidersstaat was het gebruik van stimulantia van hogerhand geïnstitutionaliseerd. Staatsplan 14.25 ('het Manhattan-project van de sport') voorzag over een lange reeks van jaren duizenden sporters van gekleurde pilletjes.
Dat de sporters daardoor zelf achteraf lichamelijke problemen ondervonden, is al sinds het begin van de jaren negentig bekend. Mannelijke sporters kregen borsten, vrouwen een kleine penis. Eén vrouwelijke kogelstootster kreeg zoveel anabolica toegediend dat ze ten einde raad een sekse-operatie onderging: Heike Krieger werd Andreas Krieger.
Maar niet alleen de atleten zelf ondervinden de gevolgen van het jarenlange dopinggebruik, ook hun kinderen kunnen lijden onder de gevolgen van het slikgedrag van hun ouders. De afgelopen week klaagden de voormalige zwemsters Martina Gottschalt (33) en Jutta Gottschalck (37) de voormalige arts van de DDR-zwembond, Lothar Kipke, aan.
Het zesjarige dochtertje van Gottschalck is blind aan een oog, het zoontje van Gottschalt kwam ter wereld met een klompvoetje. Volgens artsen het gevolg van het jarenlange doping-regime dat hun moeders in de jaren tachtig verplicht ondergingen. De advocaat van de zwemsters noemde Kipke de 'Mengele van het DDR-dopingsysteem'.
DE 72-jarige Kipke ontkende voor de Berlijnse rechter niet dat hij doping had verstrekt, maar hij voelde zich niet verantwoordelijk voor de gevolgen van het gebruik van de anabolica. Hij hoorde met 'Kaltschnäuzigkeit', aldus Duitse kranten, de aanklachten aan. Wat hij had gedaan was niet 'illegaal' geweest. 'We mochten er alleen niets over zeggen.'
Kipke voerde alleen maar bevelen van hogerhand uit - onwillekeurig doet die conclusie denken aan een andere duistere periode uit de recente Duitse geschiedenis. Met die periode is er nog een onthutsende parallel: alles werd gedocumenteerd. Het eind vorige maand verschenen boek Anklage: Kinderdoping, das Erbe des DDR-Sports toont op schokkende wijze aan hoe het dopingprogramma van de DDR werd uitgevoerd.
In de garage van Kipke werden documenten gevonden met aantekeningen waarop precies staat hoe minderjarige zwemmers en zwemsters aan de vooravond van de grote toernooien geprepareerd werden, met bijvoorbeeld Oral-Turinabol, tabletten die in het circuit ook wel 'blauwe bonen' werden genoemd.
De pillen, aldus het boek, stonden op grote tafels aan de rand van het zwembad. Met natte handen moesten jeugdige zwemmers hun dagelijkse portie 'vitaminen' tot zich nemen. Trainers zagen erop toe dat dit ook echt gebeurde. De zwemmers wisten niet wat ze innamen, hun ouders waren ook niet op de hoogte.
Niemand mocht in de 'Deutsche Doping Republik' praten over Staatsplan 14.25, waaraan in totaal meer dan 20 duizend sporters deelnamen. Het systeem was, net als militaire - en nucleaire gegevens, verheven tot staatsgeheim. In het buitenland spraken de DDR-functionarissen zich uiteraard voortdurend uit voor een stringent anti-dopingbeleid. Kipke was zelfs lid van de medische commissie van de internationale zwemfederatie FINA.
Binnenlands schoven trainers en artsen elkaar briefjes toe waarin ze schreven dat het beter was als bepaalde sportsters niet voor de radio en televisie werden geïnterviewd. De reden? Vanwege de 'besonders hervorragenden Stimmveränderungen'.
Al tijdens de Spelen van 1972 in München, in het hol van de klassenvijand, werd door de DDR-atleten volop doping gebruikt. En met succes. De Oost-Duitse sporters eindigden met twintig gouden medailles ruim voor de Bondsrepubliek (13). Dat succes leidde in 1974 tot 'die Doping-Wende', tot Staatsplan 14.25.
In die jaren werd nog niet buiten de wedstrijden gecontroleerd, sporters moesten er alleen maar voor zorgen dat ze 'schoon' aan de start verschenen bij de grote internationale toernooien. Een bedrijfsfoutje leidde tot de oprichting van een eigen dopinglaboratorium in Kreischa. Kogelstootster Ilona Slupianek werd in 1977 in Helsinki positief bevonden. Dat mocht nooit meer gebeuren.
Atleten die naar het buitenland vertrokken, moesten voorafgaande aan de reis een plasje afstaan aan het nieuwe dopinglab in Kreischa, dat ironisch genoeg ook een IOC-kwalificatie bezat (en bezit). Het kwam voor dat de sporters op het Oost-Berlijnse vliegveld Schönefeld nog een 'Pipi-Prüfung' moesten ondergaan.
IN Kreischa werd de plas vervolgens op verboden stoffen gecontroleerd. Meestal was de urine 'schoon'; ruim voor vertrek was immers gestopt met het verstrekken van de doping. Soms ging het mis. Het gebeurde dat sporters nog uit het vliegtuig, dat al op de startbaan stond, werden gehaald. Plas positief - maar naar de buitenwacht heette het dat er visum-problemen waren.
Kipke werd woensdag tot vijftien maanden celstraf veroordeeld. Voorwaardelijk, tot groot verdriet van Martina Gottschalt en Jutta Gottschalck. De sportarts, als lid van de Stasi ook onder zijn schuilnaam 'Rolf' bekend, was slechts een kleine uitvoerder van het omvangrijke Staatsplan.
Dr. Manfred Höppner en vooral Manfred Ewald (de 'Regisseur des Sportwunders DDR') waren eindverantwoordelijk. Beiden zijn nog niet voor de rechtbank in Berlijn verschenen. De tijd dringt. Op 3 oktober van dit jaar verjaart de zaak.
Hans-Joachim Seppelt e.a.; Anklage: Kinderdoping, Das Erbe des DDR-Sports. Tenea, 29,80 D-mark. ISBN 3-932274-16-4.