Voetbalbelofte

De eredivisie of de hemel

Hij wilde de eerste profvoetballer uit Urk worden. In april van dit jaar pleegde Reinier de Groene zelfmoord. Waarom, is de vraag die boven het dorp hangt.

Iwan Tol
De 'eregalerij' voor Reinier de Groene in een hoek van de keuken van zijn vader Rikus op Urk. Beeld Linelle Deunk
De 'eregalerij' voor Reinier de Groene in een hoek van de keuken van zijn vader Rikus op Urk.Beeld Linelle Deunk

Katwijk of Urk, wat maakt het uit? Het zijn toch allebei vissersdorpen? Bovendien was Reinier de Groene spits, dus lang duurde het niet voordat zijn medespelers bij FC Groningen een bijnaam voor hem hadden bedacht: Dirk Kuijt.

Een grapje natuurlijk. Maar ergens had Reinier, Rein voor Urkers, wel iets weg van de echte Dirk Kuijt, vindt zijn 'voetbal-vader' Klaas Nentjes (42), die hem van de F'jes tot de A-junioren trainde. 'Rein was een harde werker, zeurde nooit en was oersterk.'

Een typische Feyenoord-voetballer eigenlijk. 'Dat zei ik ook weleens tegen hem, maar Rein merkte dan droogjes op dat hij het voetbal van Feyenoord niet zo heel best vond. Hij was voor Ajax, maar 'geen woorden, maar daden' paste veel beter bij hem.'

Had hij maar een brief achtergelaten. Een paar zinnen desnoods. Nu weet niemand wat Reinier de Groene dreef toen hij op die maandag 28 april met zijn hengel naar natuurgebied de Witte Zandvlakte was gegaan. 'Het enige wat hij heeft achtergelaten, zijn vragen', zegt zijn vader, Rikus de Groene (50).

null Beeld Linelle Deunk
Beeld Linelle Deunk

Touwtje

Samen met Klaas Nentjes zit hij in de keuken van zijn nieuwbouwwoning, aan de rand van het dorp. Nentjes heeft niet hoeven aan te bellen. Urkers trekken gewoon aan het touwtje dat uit de brievenbus steekt en lopen naar binnen. Alleen 'vreemden', zoals mensen van buiten het dorp worden genoemd, bellen aan.

Dat 'vreemde' moet je trouwens niet te letterlijk nemen, zegt Nentjes. 'Dat is gewoon een uitdrukking.' Er zijn veel misverstanden over Urk, vindt hij. Media zetten het dorp gretig neer als een gesloten gemeenschap met haar eigen wetten en regels. 'Maar we zijn al lang geen eiland meer. We doen zaken met heel Europa.

Urkers zijn juist een heel sociaal volkje, betoogt Nentjes. 'Op Eerste Kerstdag wordt er altijd een inzameling gehouden voor Ethiopië. Daar wordt in een uur tijd zo een ton binnengehaald. Contant geld, hè. Ook in de jaren dat het even minder ging in de visserij.'

In de hoek van de keuken is een soort eregalerij ingericht. Reiniers laatste voetbalschoenen staan er. Zijn telefoon. Dartpijlen. Aan de muur hangen actiefoto's en spreuken uit de Bijbel. Met wel zestien kerkgenootschappen is het dorp de meest kerkelijke gemeente van Nederland.

Soms wandelt zijn vader Rikus naar het vissersmonument, in de haven. 'Daar staan namen van jongens van 10 jaar. Verging het schip, dan was het einde oefening. Dan had God andere bedoelingen met je. Dat is een stukje cultuur wat je meekrijgt.'

Ook Rein was in dat opzicht een echte Urker. 'Hij misbruikte nooit de naam van God', zegt Nentjes, 'daar lette ik altijd heel scherp op.'

Energiek ventje

Nentjes werkt deels in de visafslag en deels voor SV Urk, als hoofd jeugdopleiding. Reinier de Groene noemt hij 'het beste waarmee hij ooit heeft gewerkt'. Een energiek ventje, aan wie uitgebreide besprekingen of instructies niet zijn besteed. 'Meestal stond hij in de rust na tien minuten al met de deurklink in zijn hand, zodat hij weer het veld op kon. 'Ben je nou klaar met dat gezeik, Klaas?', riep hij dan.

Aan de hand van Rein promoveerde het jeugdelftal van SV Urk naar de tweede divisie. Daar stonden ook de scouts langs de lijn. Vitesse, Sparta, Heerenveen: allemaal wilden ze die nummer 10 van Urk wel naar hun club halen. Maar Rein koos voor FC Groningen. Daar zagen ze in hem een ruwe diamant, die nog bijgeschaafd kon worden.

'Rein zat achter mij in de bus', vertelt Nentjes. 'Door de stoeltjes heen boog hij zich fluisterend naar me toe, een beetje onzeker. 'Wat denk je Klaas? Moet ik het doen?' Dat hij bij een profclub kon spelen, hoefde eigenlijk niemand te weten. Hij wilde zich er niet op laten voorstaan.'

Ondergeschikt

In Groningen werd hij ondergebracht in een gastgezin. Maar als Rikus hem 's morgens wegbracht, dan stond hij vaak 's avonds weer op de stoep op Urk. Heimwee? 'Nee, dat niet. Hij hield vol. Profvoetballer worden, als eerste Urker, dat was zijn grote doel. Daaraan was alles ondergeschikt.'

En misschien was het ergens ook wel goed dat die oersterke Rein even weg was uit Urk. Vanwege zijn indrukwekkende voorkomen werd hij regelmatig uitgedaagd door leeftijdgenoten uit het dorp. Rikus: 'Zo gaat dat als je de naam hebt 'een tank' te zijn. Dan gaan ze je uitproberen. Maar liep je tegen hem op, dan was je aan de beurt. Rein was impulsief.'

Ja, hij had een strafblad. 'Niet voor stelen, maar voor vechten in het uitgaansleven', zegt Rikus. 'Een groepje Marokkanen viel hem eens lastig. Hij heeft een kilometer moeten rennen om die gasten te pakken te krijgen. Daarna sloeg hij ze allemaal tegen de vlakte. Na een uurtje zei hij: nou, dat had ik misschien niet moeten doen. Dat was dat impulsieve in zijn karakter.'

Bij FC Groningen was bekend dat Reinier een verleden had. 'Maar we zagen geen aanleiding om daar iets mee te doen', zegt toenmalig hoofd jeugdopleiding Peter Jeltema.

Het eentonige Groningse ritme van school, eten, trainen en slapen leek Rein immers goed te doen. Als hij op zaterdagavond weer op Urk was, liet hij de cafés links liggen. Liever ging hij met zijn vriendin op de bank zitten, een filmpje kijken. 'Je krijgt maar één kans, Klaas', zei hij dan tegen Nentjes. 'Die moet je pakken.'

Op de bank

Bij Groningen zagen ze een heel andere voetballer in Rein dan bij Urk. Spits in plaats van nummer 10. En voor het eerst was hij niet meer de beste speler in het veld, maar gewoon een van de achttien selectiespelers. Jeltema: 'Ik merkte wel dat zijn familie moeite had met het betaalde voetbal. Dat is een andere wereld. Als Reinier eerder in onze jeugdopleiding was gekomen, was hij vanzelf wat meer in die structuur meegegaan. Nu was alles nieuw.'

Rikus herinnert zich een rit naar Kerkrade om zijn zoon te zien voetballen, bij Roda JC. Bij elkaar toch snel 600 kilometer. Rein zat op de bank, niet voor het eerst. Op de terugweg naar huis vroeg Rikus of hij ermee zat. Maar Rein schudde slechts zijn hoofd. 'Geen gezeik, geen geouwehoer', was zijn standaarduitdrukking in dat soort gevallen.

Op zijn 5de waren zijn ouders gescheiden. Rikus noch Klaas Nentjes heeft de indruk dat Rein daarmee heeft gezeten. Nentjes: 'Hij maakte eerder misbruik van de situatie. Als hij iets niet mocht bij ma, dan ging hij naar pa. En andersom. Ik heb hem er nooit over gehoord.'

Beloftes

Half april, twee weken voor zijn dood, was het eindgesprek in Groningen. Daar zou Rein te horen krijgen of hij nog een seizoen mocht doorgaan. Bij de beloftes van FC Groningen was inmiddels Richairo Zivkovic doorgebroken als spits. Hij stond in de belangstelling van Ajax en mocht al met het eerste meedoen. 'Die jongen is wel erg snel op de eerste meters', verzuchtte Rein dan. Om zich daarna snel te vermannen. 'Maar verder kan ik hem wel hebben, hoor.'

Het werd een kort gesprek met trainer Peter Hoekstra en hoofd jeugdopleiding Peter Jeltema. Rikus: 'Het was in een oud, afgekeurd schoolgebouw. Een locatie van niks. Hoekstra had een fles drinken voor zich staan, maar wij kregen niet eens koffie. Je hoeft er geen doekjes om te winden, maar dit was het andere uiterste. Toen besefte ik: het voetbal is een bikkelharde business.'

Hoofd jeugdopleiding Jeltema: 'Ik herken me niet echt in het beeld, maar dat hoeft ook niet. Het is hun waarheid, die respecteren we. Gedurende het seizoen voeren we met elke speler vier formele gesprekken. Daarin bespreken we zijn ontwikkeling. Het bestaat niet dat er bij het eindgesprek een oordeel volgt dat als een verrassing komt.'

Rein kreeg nog een laatste rapport mee waarop zijn plus- en minpunten waren beschreven. Op de terugweg naar Urk vroeg Nentjes of hij dat papier mocht lezen. 'Ik vond dat wel interessant. Maar Rein zei: wat moet je daar nou mee, met al die theorie? We hebben het die rit over van alles gehad, behalve over het eindgesprek. Maar ik geloof niet dat hij iets verdrong. Hij had er wel vrede mee.'

Tijdens de rit maakten ze meteen al plannen voor het volgende seizoen. Misschien was Heerenveen een optie. Ze zagen daar in hem een nummer 4. En anders verder bij een hoofdklasser, waar hij zwart wat centen in zijn zak kon steken. Of terug naar Urk, dat kon altijd nog. Rikus denkt nog vaak terug aan die dagen voor zijn dood. Was er iets te merken aan Rein? Had hij iets kunnen zien of weten? 'Ik heb nooit een signaal gekregen dat hij ergens mee zat.'

Elke zondag bij het avondeten zet Rikus nog een bord voor zijn zoon klaar. Beeld Linelle Deunk
Elke zondag bij het avondeten zet Rikus nog een bord voor zijn zoon klaar.Beeld Linelle Deunk

Vechtpartij

De laatste keer dat hij hem zag was op zaterdagavond 26 april, Koningsdag. Bij de patatzaak in het dorp hadden ze even gepraat, daarna hadden ze elkaar een fijne avond gewenst. 's Nachts was Rein bij een vechtpartij betrokken geraakt, waarbij hij zijn portemonnee was verloren. Op het politiebureau werd nog naar zijn pasfoto gewezen. 'Hij was het.'

De politie erbij, dat had van Nentjes niet gehoeven. Op Urk los je je eigen problemen op, vindt hij. 'Ik heb vroeger zelf ook weleens aan de bar gezeten als er twee elkaar in de haren vlogen. Nou, dan ging de muziek uit en het tl-licht aan. Die twee werden eruit gegooid en vervolgens ging de avond weer verder. Klaar.'

Wat de aanleiding was voor de vechtpartij weet Rikus niet. Doet er ook niet toe, vindt hij. Nentjes: 'Later ga je de film natuurlijk terugdraaien. Rein wist: er loopt een aangifte. Als je naam dan al in een paar dossiers staat... Daar zag hij misschien wel tegenop.'

Later heeft hij aan vrienden van Rein gevraagd wat er nou was gebeurd. 'Maar er was helemaal niet zoveel aan de hand geweest. Ook niet met degene die aangifte tegen hem had gedaan. Die was niet in het ziekenhuis beland of zo. Nee, ik weet niet wie dat was. Ik hoef het ook niet te weten.'

Toekomst

En toen werd het maandag 28 april. 's Morgens heeft Rein nog grapjes tegen zijn vriendin gemaakt, over de toekomst. 's Middags ging hij karpervissen op de Witte Zandvlakte. 's Avonds werd hij gevonden. Dood. Een tante schoot Rikus aan in het dorp. 'Weet je dat er iets ergs met je zoon is gebeurd?'

Eerst was er nog het verhaal over drijfzand. Maar Nentjes wist meteen: dat kan niet. 'Daar is hij veel te sterk voor. In de visafslag pakte hij lachend kratjes van 50 kilo vis op. Zo'n jongen zakt niet weg in het drijfzand.' Maar hij wilde ook geen rekening houden met een ander scenario. 'Ik heb zo vaak gedacht: was dat ook maar echt zo geweest, van dat drijfzand. Had ik het allemaal wat makkelijker een plekje kunnen geven.'

Al maanden hangt op Urk de waarom-vraag boven het dorp. Wat zou hem hebben kunnen dwarszitten? De scheiding van zijn ouders toen hij 5 jaar was? Een gevoel van schaamte omdat hij het bij FC Groningen niet had gered? Het doel dat wegviel? Reageerde hij zijn frustratie af met een nieuwe vechtpartij?

'Zeg het maar', zegt Rikus. 'Ik weet het echt niet. Hij moet teleurgesteld zijn geweest, boos. En heeft toen heel impulsief gedacht: dan straf ik mezelf.'

Nentjes: 'Had hij nou maar gewoon verteld wat hem dwarszat. Dan hadden we hem kunnen helpen.'

Rikus: 'Dan hadden we erom gelachen en gezegd: dat wordt opgelost natuurlijk. Zo ging dat vroeger ook. Een opengesprongen wenkbrauw heelt vanzelf wel weer.'

null Beeld Linelle Deunk
Beeld Linelle Deunk

Begrafenis

Zo'n 1.800 mensen kwamen naar de begrafenis van Reinier de Groene in de Bethelkerk. De spelers van FC Groningen vormden een erehaag, zijn vrienden droegen de kist. Uit de luidsprekers klonk de Avondzang. Nentjes: 'Zijn vrienden zongen mee. Dan heb je het dus over de jongens die altijd geassocieerd worden met drank en weet ik niet wat meer. Die lieten wel mooi even zien wie ze waren.'

Rikus: 'Toen Reinier nog hier in huis lag, in de kist, hebben die jongens zelf een dominee gebeld. Ze waren radeloos. En dat waren niet de liefste jongetjes van de klas om het zo maar te zeggen. Er was zelfs een jongen die voorging in gebed. Doe dat maar eens, tussen al die jongens die normaal gesproken de sterkste willen zijn.'

Elke zondag, bij het avondeten, zet Rikus nog altijd een bordje klaar op de plek van Rein. 'Ik weet ook wel dat hij niet meer terugkomt. Maar soms hoop je dat hij gewoon weer binnenstapt.'

En dan is er nog de plek waar Rein uit het leven stapte, de Witte Zandvlakte. Vrijwel dagelijks moeten ze erlangs. 'Dan denk ik alleen maar: jongen, jongen, Rein, wat heb je ons aangedaan?', zegt Rikus. Nentjes: 'Maar als daar geen boom had gestaan, had hij wel een andere opgezocht. Zo sta ik erin.'

Als Jeltema vanuit Groningen naar het westen rijdt, passeert hij Urk. Vroeger was dat voor hem gewoon een plaatsnaam. Nu is het voor altijd verbonden aan Reinier. Ja, hij heeft er lering uit proberen te trekken. 'Dat goed in contact staan met elkaar van wezenlijk belang is.' Aan de andere kant: 'Het contact was goed. Rein botste weleens met trainer Peter Hoekstra. Maar ze omarmden elkaar ook weer. 'Gouwe pikkie', noemde Hoekstra hem. Dit is zo'n specifiek geval. Daar kun je je niet tegen wapenen.'

De Urkers vinden houvast in hun geloof. 'Hoe zou je zo'n verlies nou moeten verwerken als je geen God hebt om in te geloven', vraagt Nentjes zich af. 'Daar ben ik nou echt benieuwd naar.'

Wellicht is Rein een bouwsteen voor het Koninkrijk van God, oppert Rikus. 'Een topvoetballer wil de eredivisie halen, een christen de hemel. Als Rein daar nu is, is hij beter af dan hier.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden