Choukoud verkiest baan boven marathon
Uit pure zelfbescherming waagt Khalid Choukoud zich voorlopig niet aan de marathon. Na de halve marathon van Egmond, zondag, richt hij op de baan. Hij wil zich op de 5.000 en/of 10.000 meter plaatsen voor de Zomerspelen van Rio de Janeiro.
De afgelopen twee jaar stonden voor Choukoud volledig in het teken van de olympische marathon. Maar hij is tot inkeer gekomen na de teleurstellende ervaring in Amsterdam, waar hij afgelopen oktober in koude en natte omstandigheden 34 seconden verwijderd bleef van de limiet van 2.11. 'Ik wil het risico niet nemen', zegt hij in een restaurant met uitzicht op het strand- en duinparcours van zondag.
Het risico zit volgens Choukoud (29) niet in een hernieuwde kwalificatiepoging. Hij is ervan overtuigd dat hij in Rotterdam, in april, onder de 2.11 zou kunnen lopen. Bij zijn debuut twee jaar geleden lukte dat ook: 2.10.52 . Maar als dat lukt, moet hij vier maanden later al in Rio de Janeiro aan de bak. Dat is fysiek te riskant, meent hij.
Choukoud: 'Je hebt meer tijd nodig. Het risico dat je geblesseerd raakt, of overtraind, is zeker 70 procent. Je carrière kan naar de kloten gaan. In Rio loop je onder zware omstandigheden, met een hoge luchtvochtigheid. Ik ben gewaarschuwd door veel toplopers die in Azië hebben gelopen, waar de luchtvochtigheid ook hoog is. Ze komen daarna nooit meer terug op hun oude niveau. Daar ben ik heel bang voor.'
Volgens Choukoud is het onverantwoord om binnen vier maanden twee marathons in circa 2.10 uur te lopen. 'Je hebt zeker vijf of zes maanden nodig om weer op je oude topniveau te komen. Wetenschappers zagen vier maanden na een marathon nog steeds scheurtjes in de spieren zitten. Je herstelt niet zo snel.'
Scherpe limiet
Choukoud slaat de voorjaarsmarathon over zodat hij niet kan zwichten voor de verleiding om toch naar Rio te gaan als hij zich plaatst. 'Meedoen om het meedoen wil ik niet', zegt hij beslist. Dat is zijn eer te na.
Dankzij die instelling maakt hij zich niet druk om het grote verschil tussen de strenge Nederlandse limiet en de soepele internationale norm. Terwijl in Nederland 2.11 wordt vereist, nam de IAAF aanvankelijk genoegen met 2.17. Die eis is onlangs verder verzwakt tot 2.19. De bond wil honderd lopers aan de start hebben omdat het deelnemersveld op de Braziliaanse boulevards anders te schamel oogt.
De geboren Marokkaan, die als 12-jarige scholier verhuisde naar de Haagse Schilderswijk: 'Als ik voor Marokko had gelopen, was het voor mij nog veel moeilijker geweest. Daar zijn zoveel atleten die 2.07 of 2.08 lopen. Ik vind het goed van NOC*NSF om die limiet scherp te stellen. Pas als je 2.09 of 2.10 loopt, hoor je thuis op de Spelen.'
Geen geringe opgave
Het plan voor komende zomer is aangepast. Choukoud gaat uit van deelname aan de EK atletiek in Amsterdam, op de 5.000 of 10.000 meter. Ook voor Rio aast hij op die startbewijzen. Dat is geen geringe opgave. Op de kortste afstand staat de limiet op 13.20 minuten, 19 seconden sneller dan zijn beste tijd uit 2009. Op de langste afstand is de kloof nog groter: hij moet driekwart minuut sneller zijn om uit te komen op 27.45.
Maar zijn snelste tijden heeft hij gelopen in relatief trage, tactische races. Uiteindelijk verwacht Choukoud op de marathon te profiteren van de hogere snelheid die nodig is om uit te blinken in baanwedstrijden. Het is een investering in zijn toekomst. Want in zijn hart blijft hij marathonloper.