Bij Feyenoord tellen ze langzaam af naar de titel
Zeven wedstrijden, 21 puntjes. Ja, puntjes, zo galmt de opgewekte stem van omroeper Peter Houtman even na half zeven op zondagavond door de Kuip nadat het zieltogende Roda JC met 5-0 is verslagen.
Zeven wedstrijden, 21 puntjes. In Houtmans stem klinkt trots. Puntjes. Alsof je ze zo even ophaalt, gratis bij wijze van spreken. Feyenoord is koploper, met vijf punten - nee, nu zijn het geen puntjes - voorsprong op Ajax en PSV; 21 doelpunten gemaakt, slechts twee tegen.
Het is alsof de droomwereld zich als sterrenstof verspreidt over Rotterdam, de stad met de bijna pathetische hunkering naar de landstitel. 'Het belangrijkste is dat wijzelf geen polonaise lopen', zegt trainer Giovanni van Bronckhorst na afloop, op een vraag over de polonaise die toch al door Rotterdam moet trekken.
Hij weet het nog precies, oud-spits Peter Houtman, kampioen met Feyenoord in 1984. Tijdens de laatste nieuwjaarsreceptie, toen Feyenoord meedeed in het kopgroepje, filosofeerde hij desgevraagd over de titel. Hij weet nog hoe voorzichtig hij was in zijn prognose, want hoe vaak was het niet fout afgelopen? Meteen verloor Feyenoord zeven keer op rij. Sterker nog: hij heeft pas één kampioenschap meegemaakt sinds hij in 1998 omroeper werd bij Feyenoord. Dat was na zijn eerste jaar, in 1999.
En weer kan het fout lopen, natuurlijk. Het seizoen is pas net begonnen, terwijl PSV en Ajax zeker zoveel, zo niet meer kwaliteit dan Feyenoord hebben. Anderzijds: als Karim El Ahmadi, stuurman van Feyenoord maar bepaald geen befaamd schutter, met links ballen in de kruising gaat jagen, zoals zondag voor de 2-0, dan kan het zo'n seizoen zijn waarin alles lukt.
El Ahmadi scoorde al drie keer dit seizoen. Dat is sowieso uniek voor hem, 31 jaar toch al. Maar toeval is het niet, dat hij nu opvallend beter schiet dan in het verleden. Van Bronckhorst: 'We doen veel afwerkvormen met trainer Roy Makaay. Voor spitsen, ook voor middenvelders. Uit de tweede lijn schieten is belangrijk. Daarin heeft Karim stappen gezet. Achter die schoten zit een gedachte.'
Misschien is dat het, bij Feyenoord. Overal zit een gedachte achter. Aanvoerder Dirk Kuijt, de vleesgeworden gedachte achter alles, spreekt van vastigheid, van zelfvertrouwen. Hij prijst de brede selectie waarin de tweede keus momenteel kan leven met het bestaan in de schaduw, omdat op de prestaties van de eerste keus weinig is aan te merken.
Het team is een jaar bij elkaar en is versterkt bovendien met Nicolai Jörgensen, de spits die ook anderen beter laat functioneren. Hij voegt twee treffers toe aan zijn totaal en staat nu op vijf, alleen in de competitie. Versterkt is Feyenoord ook met Steven Berghuis, die steeds beter voetbalt.
Met zelfvertrouwen voetballen is heerlijk. Samen iets bereiken, op zijn Rotterdams. Kijk ze wandelen naar het stadion, al die mannen, mannen vooral, in hun retro-Feyenoordshirts. Bijna nooit staat een naam op hun rug. Ze zijn meestal niet voor één speler, ze zijn voor Feyenoord.
In de tempel speelt voor de aftrap rockmuziek. Alive and Kicking van Simple Minds, een band die nog weleens in de Kuip optrad in tijden van kampioenschappen. Zo symbolisch is het allemaal. Dampende rock uit de boxen van positivo's uit Schotland. Feyenoord. Alive. Kicking.
Saamhorigheid, ervaring. El Ahmadi geeft Van der Heijden een bemoedigend handje, als die een doorbraak voorkomt en zo een gele kaart pakt. Toornstra legt de bal af voor de 3-0 van Jörgensen, als hij ook zelf kan gaan. Het is een prettig soort zelfvertrouwen dat vaardig is geworden over Feyenoord, zeker in de Kuip, waar een oceaan van vreugde die eeuwige boosheid en verongelijktheid verdrijft.
Juist in de thuisduels ligt momenteel het verschil met de concurrentie. Ajax verloor al zijn vijf punten in de Arena: thuis tegen Willem II en Roda, dat nota bene twee van zijn drie doelpunten maakte in Amsterdam. Het is onvoorstelbaar voor wie Roda zondag zag ploeteren als een onsamenhangend gezelschap, geleid door een trainer, Yannis Anastasiou, die zich na afloop uit in onsamenhangend Nederlands. PSV verloor eveneens vijf punten thuis: tegen Groningen en Feyenoord.
Van Roda is niets te vrezen. Geen minuut heeft de ploeg dit seizoen op voorsprong gestaan. Bij rust is het al 2-0, door Jörgensen dus, na geknoei van Van Peppen en Brouwers, en dus die knal van El Ahmadi. In de tweede helft is vooral de slotfase interessant, met drie doelpunten, met dank ook aan de brede selectie: de gretige invaller Basacikoglu, met zijn fraaie voorzet op Toornstra bijvoorbeeld.
Het liefst zouden ze in Rotterdam langzaam aftellen naar de titel. Nog 27 wedstrijden. Maar, eerlijk is eerlijk, dat zijn heel veel puntjes.