analyse
Aziatische sluiproute voert Russische sporters wellicht alsnog naar Olympische Spelen 2024
Het is een gruwel voor de Oekraïense president Zelensky, maar niet langer ondenkbaar: Russische sporters bij de Olympische Spelen van 2024. De Aziatische sluiproute van het IOC slaat aan, al verzet Oekraïne zich fel tegen het opheffen van de sportboycot.
Russische deelnemers aan de Olympische Spelen, over anderhalf jaar in Parijs? Het vooruitzicht is de Oekraïense president Zelensky een doorn in het oog, ook als de Russen meedoen onder neutrale vlag. ‘We weten hoe vaak dictatoriale staten sport gebruiken voor ideologische doeleinden. Het is duidelijk dat de neutrale vlag van Russische topsporters besmeurd is met bloed.’
Zelensky’s felle verzet is een reactie op het voornemen van het IOC om de huidige sportboycot tegen de Russen te beëindigen. Daartoe is een sluiproute in de maak: Rusland wordt uit de Europese sportcompetities gehaald en voor olympische kwalificatiewedstrijden ondergebracht bij Aziatische bonden – dat kan omdat het land van president Poetin tot beide werelddelen behoort. Het cruciale verschil: anders dan in Europa is in Azië nauwelijks verzet tegen de oorlog in Oekraïne.
Het IOC hecht aan de olympische deelname van Russen. De Duitse voorzitter Thomas Bach draagt voortdurend uit de Olympische Spelen een hoger doel dienen dan sport op topniveau. Het stimuleren van vrede en solidariteit is volgens hem de kerntaak van de olympische beweging. ‘Dit is onze rol: de weg naar vrede te ondersteunen en te versterken, teneinde begrip en solidariteit tussen volken en naties te vergroten en te promoten.’
Volgens Bach is een competitie tussen louter gelijkgestemde naties geen geloofwaardig symbool voor vrede. Alle topsporters, uit 206 erkende landen en gebiedsdelen, behoren welkom te zijn bij de Olympische Spelen, ongeacht de politieke overtuigingen van hun politici en bestuurders.
Behendig diplomaat
De voormalige topschermer Bach, die in 1976 met de Duitse ploeg olympisch goud won, staat te boek als een behendig diplomaat. Hij waakt voor het uiteenvallen van de olympische beweging in politieke kampen. Een jaar geleden, kort nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen, oordeelde hij ‘met bezwaard gemoed’ dat het voor de veiligheid van topsporters en de integriteit van de topsport beter was om Rusland voorlopig uit te sluiten. Nu schat hij de tijdgeest anders in.
Vanuit de sport zijn de eerste reacties op de Aziatische route voor Russische sporters positief. Internationale federaties als turnen, judo en gewichtheffen hebben hun steun al uitgesproken. Er is ook scepsis, bij landen als Polen en Estland, en bijvoorbeeld in de atletiek. World Athletics-voorzitter Sebastian Coe liet in december nog weten dat onmiddellijke terugtrekking uit de Oekraïne voor Rusland de snelste manier zou zijn om in Parijs te kunnen meedoen.
Bij Bach zit de weerzin tegen sportboycots diep. Als schermer werd hem in 1980 de kans op een tweede gouden medaille ontnomen toen een groot deel van de westerse wereld de Zomerspelen in Moskou meed na de Sovjet-inval in Afghanistan. Bach verzette zich destijds fanatiek tegen de maatregel die in zijn optiek honderden topsporters dupeerde. Het vormde het begin van een loopbaan als sportbestuurder, die in 2013 uitmondde in het IOC-voorzitterschap.
Hoezeer Bach en het IOC ook streven naar deelname van de Russen in Parijs, de voorwaarden die aan hun terugkeer worden gesteld kunnen een probleem vormen. Deelname onder neutrale vlag lijkt overkomelijk: sporten als wielrennen en tennissen staan Russen al toe om mee te doen zonder hun afkomst te vermelden. Ingewikkelder zijn twee andere eisen. Russische sporters mogen van het IOC de oorlog in Oekraïne niet actief steunen. En: Russen die in dienst zijn bij de overheid mogen niet worden uitgenodigd.
Propaganda
In veel landen staan olympische sporters direct of indirect op de loonlijst van de staat; vaak zijn ze zelfs in dienst van het leger of de politie. Dat geldt voor westerse landen als Amerika, Duitsland of Italië, maar ook voor Rusland en China. Olympische sportsucces geldt als een nuttige investering: het dient als reclame voor een land of, zeker in het geval van Rusland, propaganda voor een politieke systeem.
De hamvraag is dan ook: hoe neutraal kan een Russische olympiër zijn tijdens een oorlog? En zelfs als een sporter apolitiek is, hoe valt uit te sluiten dat hij door Rusland als propaganda-instrument wordt gebruikt? Het staatsdopingschandaal rondom de Winterspelen van Sotsji toonde aan dat de keuzevrijheid van Russische sporters beperkt was. Ze dienden zich te schikken naar de nukken en grillen van hun valsspelende coaches en bonden als ze carrière wilden maken.
Voor het IOC lijken dat soort afwegingen ondergeschikt aan het hogere doel: het behoud van de olympische beweging als mondiale organisatie ter bevordering van vrede. Om die reden is Bach Rusland al vaker te hulp geschoten: ondanks het staatsdopingschandaal rond Sotsji mochten Russische sporters in 2016, 2018 en 2021 onder neutrale vlag meedoen aan de Spelen.
‘Neutraliteit bestaat niet’
Betekent de berekenende houding van Bach dat Russische en Oekraïense topsporters het in Parijs tegen elkaar zullen opnemen? Dat is allerminst zeker. Rusland heeft al bezwaar gemaakt tegen de voorwaarden die het IOC stelt aan de sporters. En de Oekraïense president Zelensky heeft de IOC-voorzitter uitgenodigd om aan het front met eigen ogen te komen zien dat ‘neutraliteit niet bestaat’.
De Oekraïense minister van Sport, Vadym Guttsait, zet nog hoger in: als Russische sporters welkom zijn in Parijs, dan blijft Oekraïne wellicht weg. ‘Als wij niet worden gehoord, dan sluit ik niet uit dat wij weigeren deel te nemen aan de Spelen.’
Oorlog en Olympische Spelen
In 1948, bij de eerste Olympische Spelen na de Tweede Wereldoorlog (tijdens de oorlogsjaren gingen de Spelen niet door) werden Duitsland en Japan, de aanstichters van de oorlog, geweerd.
Na de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije, in 1956, besloot Nederland met twee andere landen tot een boycot van de Spelen. Hongarije zelf deed wel mee.
Zuid-Afrika werd van 1964 tot 1988 uitgesloten van olympische deelname vanwege de apartheid in dat land.
Tijdens de oorlog in Joegoslavië, met latere staten als Servië, Kroatië en Bosnië, deden sporters als neutrale atleten mee aan de Zomerspelen van 1992.
Tijdens de oorlogen van Amerika en bondgenoten in Irak en Afghanistan deden de westerse landen zonder beletsel mee aan diverse edities van de Olympische Spelen.
Burgeroorlog in uiteenlopende landen als Syrië en Ethiopië hebben topsporters uit die landen niet belet om mee te doen aan de Spelen.