nieuws
Arjen Robben speelt 80 minuten, laat Groningen swingen en denkt zelfs aan Oranje
Als hij fit blijft en een rol kan spelen, behoort een terugkeer in Oranje tot de mogelijkheden voor Arjen Robben. Hij laat een traan van ontroering na bijna 80 minuten voetbal in Emmen.
Op het kunstgras van De Oude Meerdijk is daar de demonstratie van vernuft van de oude meester, 37 jaar en opeens weer piepjong. De fitste Arjen Robben van het seizoen wint in de eredivisie eindelijk een wedstrijd met FC Groningen, bij Emmen (0-4), en hij heeft twee prachtige assists, waarin ervaring, slimheid en kwaliteit zijn samengebald. ‘Dit is wat ik wilde. Als het dan mag en lukt, ben ik heel blij. De beloning moest een keer komen. Ik wilde niet alleen een rol in de kleedkamer, maar ook op het veld.’
Het zijn bizarre feiten: zijn eerste beslissende voorzet bij Groningen in bijna twintig jaar, voordat de grote reis als prof begon. Zijn eerste assist in ruim twee jaar, in zijn laatste seizoen bij Bayern. Hij laat een traan voor de camera’s, omdat alles er even uitkomt.
Later, bij de schrijvende pers, komt de onvermijdelijke vraag, na een rustige aanloop. Bondscoach Frank de Boer mag 26 in plaats van 23 spelers meenemen naar het EK, met groepsduels in Amsterdam. Wat als hij belt? ‘Dat zou leuk zijn. Dan kom ik’, antwoordt Robben meteen, en, na wat verbazing bij zijn gehoor: ‘Had je iets anders verwacht?’
Hij geeft toe dat hij in zijn stoutste dromen heeft gedacht aan Oranje, als afsluiting van het seizoen, van zijn loopbaan misschien. Het verloop van deze jaargang maakte dat scenario onrealistisch. Het is ook nog lang niet zover. ‘Ik zie de koppen al in de kranten.’
Maar toch: hij zegt het niet voor niets. Natuurlijk, hij moet fit blijven en een rol kunnen spelen, in de kleedkamer en op het veld. Oranje heeft geen overvloed aan topspelers op de vleugels en met een selectie van 26 kun je een gokje wagen.
Leeg stadion
Robben kijkt om zich heen, op deze lentedag: hier, in een leeg stadion in Emmen, na bijna 80 minuten voetballen. ‘Dit is het wel.’ Dit is waarom hij terugkeerde, na één seizoen inactiviteit. Een uurtje had hij meegedaan tot zondag, in drie duels, waarvan twee als invaller.
Het seizoen is bijna afgelopen en hij zei tegen trainer Danny Buijs: ik wil spelen. Al was het op het vermaledijde kunstgras in Emmen. Hij is tegen kunstgras. ‘Ik heb nog nooit op kunstgras gevoetbald of getraind. Nog nooit.’
Het gaat hem goed af, al stroopt de bal soms. Hij laat het elftal swingen, als echte aanvoerder. Groningen is na moeilijke weken een bewegingsmachine en verzekert zich van deelname aan de play-offs. Telkens, na een doelpunt, draait Robben bij de middenlijn snelle rondjes met zijn hand en moedigt hij ploeggenoten aan. Kom, naar voren weer.
Robben, dribbelaar en aangever. Kind, zo laat hij al zien tijdens de warming-up, als hij goochelt, als de slimmerik van het geluid Live is life van Opus afspeelt en Robben een soort opwarming doet als Diego Maradona in 1989 met Napoli. Hij tikt een balletje met een knulletje aan de zijlijn en vraagt: ‘Ben je links?’
Twee assists op één middag. Na de 0-2 springt hij euforisch met de borst tegen de borst van de doelpuntenmaker, Alessio da Cruz. Zo’n slimme vrije trap, vanaf de rechterflank. Geen hoge voorzet, maar hard, over de grond, waarna Da Cruz de bal inschiet. ‘We hadden even oogcontact’, zegt Robben.
Reddingsplan
Telkens speculeert de radioverslaggever op een wissel, maar nee, hij blijft. En dan is daar de 0-3, de dieptepass op Da Cruz, die doorloopt en de bal verlengt. In het reddingsplan dat Emmen tekende voor ontsnapping aan degradatie waren punten voorzien in thuisduels tegen FC Groningen en/of Heerenveen, om eventueel zelfs de nacompetitie te ontlopen. Emmen blijft nu zestiende, met VVV (zeventiende) - Emmen als laatste wedstrijd.
Robben is met andere zaken bezig. Met de dribbel, de sprint, de dreiging, het jagen, de positiewisselingen. Fijne bijrollen zijn voor de technici Mo El Hankouri, Ahmed El Massaoudi en Alessio da Cruz.
Robben geeft zelf zijn wissel aan, tegen het einde. Nog twee minuten, roept hij naar de kant. Trainers omhelzen hem. Na de 0-4 van Paulus Abraham staat hij op en juicht hij mee. Hij loopt langs de pers. Hij huilt even, bij de camera. Hij denkt na of hij nog een jaar blijft voetballen.
Hoe meer hij de komende weken speelt, hoe lastiger de beslissing zal zijn. Ach, zijn familie weet waarvan hij gelukkig wordt: van voetballen. En ook waarvan chagrijnig: revalideren. ‘Als ik de garantie had dat ik 25 duels kon spelen, ging ik door.’
Die garantie bestaat niet. ‘Alles is nog open.’ Ook Oranje.