Wedstrijdverslag
Ajax doorbreekt één keer bastion van stevige, maar statische Tsjechen
Wie de parkeergarage onder de Arena inrijdt, stuit direct op een azuurblauw bord met daarop Champions Lounge. Het bord dat de meest vooraanstaande gasten de weg wijst naar hun onderkomen, is geschreven met dezelfde letters als de UEFA gebruikt voor de uitingen van de Champions League.
Dat bord krijgt een steeds lulliger aanblik. Gisteravond slaagde Ajax er niet in afstand te nemen van de huidige nummer negen van Tsjechië ten einde een voorschot te nemen op kwalificatie voor de Europa League. De 1-0 van Arek Milik volgde op de nota bene enige geslaagde aanval van de avond.
De return over een week werd na afloop door spelers en trainer met vertrouwen tegemoet gezien. Gelukkig maar, want op basis van het spel is enige angst best op zijn plaats. Ajax, 's lands roemruchtste en rijkste club, moet oppassen niet het lachertje te worden. Of beter gezegd: het huilertje.
Eruit vliegen tegen een stel stevige, maar statische Tsjechen - die feitelijk maar één echte international in hun midden hebben- is na het echec tegen Rapid Wien in de voorronde van de Champions League onverteerbaar.
Al was het voor de verantwoordelijken moedgevend dat de fans de lat al een stuk lager hebben gelegd. Zowel de treffer (een strafschop!) als het eindsignaal werd met luid applaus begroet. Het zei alles over de status van ploeg.
Verzorgd voetbal van achteruit is het streven al niet meer. Coach De Boer nam rond het duel meermalen het lang verboden woord 'opportunistisch' in de mond. 'Twee mensen met dezelfde gedachte', vatte de coach het samen. Om zuchtend te concluderen dat dit zelden het geval was. Tot aan de 53ste minuut zelfs helemaal niet.
Na een een-tweetje met Milik forceerde aanvoerder Klaassen een strafschop. Milik trapte vanaf 11 meter zijn enige kans van de wedstrijd hard binnen.
Makkelijk is het nooit als de tegenstander een cordon optrekt van liefst tien man. Snel scoren is dan het devies. Maar een kansrijke situatie is daarvoor een voorwaarde. Telkens zat er een Tsjechisch been of hoofd dwars. Vrij moeiteloos ging dat de opponent zelfs af. Je gaat bijna denken dat al die besloten trainingen bij Ajax louter uit elf-tegen-nul-oefenvormen bestaan.
Gezeten op de perstribune zullen bondscoaches Danny Blind en Marco van Basten hebben geconstateerd dat ze voor creativiteit niet meer in de hoofdstad hoeven te scouten. Een type-Bergkamp, -Sneijder, of -Eriksen had gemakkelijk een bres geslagen in het door de stramme routinier Hübschman aangevoerde Oost-Europese bastion.
Bij Ajax zeggen ze dat de 18-jarige spelmaker Abdelhak Nouri die lacune zal opvullen. Hij zat niet bij de selectie, wel de 17-jarige Vaclav Cerny. De vederlichte flankspeler mocht heel even meedoen en zat met een geslaagde passeeractie direct in de kopgroep van effectiefste Ajacieden.
De Boer zal in zijn hart blij zijn dát er nog een doelpunt viel na een armzalige eerste helft toen het van kwaad tot erger ging, met als dieptepunt de mislukte breedtepasses van de meest ervaren veldspeler, de voor zes miljoen euro gekochte middenvelder Gudelj.
Met een stampende housebeat werd getracht de jonge ploeg na de pauze een nieuwe impuls te geven. Maar het was Jablonec dat direct demarreerde en via spits Wagner naast schoot. Voor rust was zijn ploegmaat Gregus met een vrije schietkans nog een stuk dichter bij de rechterpaal van doelman Cillessen gekomen.
Goed, veel kansen gaf Ajax verder niet weg. En na het doelpunt was er een korte fase waarin het Amsterdamse eendenkuiken even dacht te kunnen vliegen. Al snel werd de fans duidelijk dat 1-0 het maximaal haalbare was en kwam de serenade voor de teruggekeerde reserve John Heitinga weer van stal. Een lofzang op het fraaie verleden, feitelijk.
