sport
Afgelopen sportjaar goede opmaat voor de komende Olympische Spelen van Parijs
2022 was een vruchtbaar sportjaar. De medailleoogst van de Spelen van Tokio kreeg het afgelopen jaar een passend vervolg, tot grote tevredenheid van André Cats, directeur topsport NOCNSF: ‘Hier doen de sporters het voor.’
Nederlandse topsporters hebben in 2022 een klinkend vervolg gegeven aan de ongekend succesvolle Olympische Spelen van Tokio. Dit jaar werden bij WK’s in olympische sporten zelfs meer medailles gewonnen: 41 om 36. Het aantal gouden medailles bleef gelijk: tien.
Het zijn fraaie cijfers, vindt André Cats, directeur topsport NOCNSF, aan de vooravond van het Sportgala. ‘Hier doen de sporters het voor. En wij ook. Wat het betekent voor de Spelen van Parijs? Dat we een goede uitgangspositie hebben.’
Het is puzzelen om een goed beeld te krijgen van de Nederlandse prestaties in olympische sporten van het afgelopen jaar. Niet alle disciplines hadden een WK. De hockeymannen bijvoorbeeld en de handboogschutters, goed voor een zilveren medaille in Tokio, kenden geen mondiale titelstrijd. Daarnaast werden er wereldtitels verdeeld op niet-olympische onderdelen, zoals het goud van baanwielrenner Yoeri Havik op de puntenkoers. Of de zege van Jeffrey Hoogland op de kilometer. Die tellen in dit verband niet mee.
Breakdancing
Wie enkel kijkt naar de sporten die in Tokio op het programma stonden, ziet dit jaar een lichte achteruitgang in titels. Negen Nederlandse sporters of ploegen scoorden op die olympische nummers WK-goud, eentje minder dus dan op de Spelen van 2021. Maar gekeken naar de komende Zomerspelen in Parijs mag er een gouden medaille bij opgeteld. Daar maakt breakdancing zijn olympisch debuut. Op dat onderdeel werd de Haagse India Sardjoe afgelopen november in New York tot wereldkampioen gekroond.
Voor Cats was dat een bijzondere prestatie. ‘Want we zijn als Nederland doorgaans niet zo goed in nieuwe sporten.’ Dankzij de zege van de pas 16-jarig Sardjoe komt het totaal in 2022 op tienmaal goud, net als in Tokio waar Nederland de zevende plek in het medailleklassement behaalde, ruim binnen de door NOCNSF geambieerde top-10.
Bij de sportkoepel kennen ze het gepuzzel met medailles. Op Papendal houden ze sinds 2010 bij hoe er gescoord wordt in de olympische disciplines, ook in niet-olympische seizoenen. Daarbij is niet het aantal gouden medailles leidend, maar de complete medailleoogst. Wat dat betreft is 2022 met 41 medailles een van de rijkste jaren en volgens de data van NOCNSF een evenaring van topjaar 2018.
Dubbele wereldtitel
Van de tien wereldtitels in 2022 werden er zeven door vrouwen behaald. Dat is niet zo vreemd. Vrouwen halen al jaren voor Nederland de grootste prijzen binnen. Al dragen de mannen ook heus bij. Neem Harrie Lavreysen. Hij is de enige met een dubbele wereldtitel op zak. Bij de WK baanwielrennen zegevierde hij op zowel de sprint als de keirin.
Nederlanders blinken steevast uit in ongeveer een tiental sporten. Dat zijn niet de mondiaal populairste disciplines, maar die waar materiaal een belangrijke rol speelt. Sporten, met andere woorden, waar geld bij komt kijken. En dus is Nederland traditioneel sterk op de fiets en in de zeilboot, maar ook op het hockeyveld en in het zwembad.
Tegelijkertijd was Nederland de laatste jaren ook in de atletiek aan een opmars bezig. Dat is juist een tak van de olympische familie die wereldwijd heel breed beoefend wordt.
Op de atletiekbaan zorgde de mindere vorm van Sifan Hassan – zij nam een halve sabbatical – ervoor dat er dit jaar geen goud werd gescoord. In Tokio werd Hassan olympisch kampioen op zowel de 5.000 als 10.000 meter. Het zilver van Femke Bol op de 400 meter horden was in 2022 het hoogtepunt op de WK atletiek in Eugene.
Hoopvol
Ook in andere sporten zwaaiden succesvolle sporters af of deden het rustiger aan, constateert Cats. En toch had dat geen impact op de Nederlandse successen. Dat is een hoopvol teken, vindt hij. ‘In het roeien zijn na Tokio zo’n twintig sporters gestopt en dat het nieuwe team toch zo goed scoort, zegt veel over de potentie in Nederland.’
Het is voor Cats niet eenvoudig om de medailleoogst van afgelopen jaar te duiden. 2022 is een vreemd jaar. Een ‘overgangsjaar’, noemt Cats het. Omdat de Spelen van Tokio werden uitgesteld is er een jaar minder voorbereidingstijd op weg naar de volgende editie in Parijs. Zo werd het een na-olympisch jaar en aanloop naar de komende Spelen ineen. ‘Dat is heel bijzonder. Dat heb ik nog nooit zo meegemaakt.’
Vroeger betekenden na-olympische jaren standaard een periode van uitblazen. Bijkomen van jaren zware arbeid. En hoewel dat voor sommige sporters nog altijd geldt, zoals Hassan, is dat over de breedte van de sport sinds een jaar of vijftien niet meer het geval, meent Cats. ‘De toernooien van dit jaar waren zeker geen mosterd-na-de-maaltijd-WK’s. Ik hecht daarom wel aan het resultaat.’
Betere graadmeter
In sommige disciplines, zoals de paardensport, begon de kwalificatieprocedure voor de Spelen van Parijs al dit jaar. In 2023 is dat voor het gros van de sporten het geval. ‘De resultaten van volgend jaar zullen een betere graadmeter zijn omdat het dan een pre-olympisch seizoen is. Dan staat kwalificatie nadrukkelijk op de rol.’
Ook dan blijft het in hoge mate koffiedik kijken. De olympische medailleoogst laat zich namelijk maar moeizaam voorspellen. Zo stond Nederland er in het jaar voor de Spelen van Rio de Janeiro uitstekend voor. 37 keer beklom een Nederlander in 2015 het WK-podium. Maar in Rio bleef de teller op slechts 18 podiumplekken steken. Cats: ‘Het is dus geen garantie voor succes. Maar zo’n duik als toen, daar gaan we natuurlijk niet voor in Parijs.’
Cats waakt ervoor om de WK-cijfers al te belangrijk te maken. Dat leidt af van waar het werkelijk om gaat. ‘Als je alleen maar naar zulke staatjes gaat zitten turen, word je daar als Nederland niet beter van. Wij sturen ook niet op medailles. Uiteindelijk is het de ondersteuning die wij op dagelijkse basis aan de sporters proberen te bieden die successen opleveren.’
Wereldkampioenen 2022
Harrie Lavreysen (baanwielrennen – sprint en keirin), Karolien Florijn (roeien – skiff), Annemiek van Vleuten (wielrennen – weg), Ellen van Dijk (wielrennen – tijdrit), India Sardjoe (breakdance), Annette Duetz en Odile van Aanholt (zeilen – 49er FX), Bart Lambriex en Floris van de Werken (zeilen – 49er), Nederlands elftal (hockey – vrouwen), Sharon van Rouwendaal (zwemmen – 10km open water).
41 medailles: 10 goud, 17 zilver, 14 brons.
Goud in: wielrennen, zeilen, zwemmen, roeien, hockey, breakdancing. Zilver in: roeien, atletiek, wielrennen, zeilen, zwemmen, paardensport. Brons in: paardensport, zwemmen, wielrennen, judo, atletiek, boksen, roeien, zeilen.