Advocaten tenniscoach Mark de J. leggen verdediging neer, zaak ligt voorlopig stil

Een uitzonderlijke situatie, zegt een woordvoerder van de rechtbank Utrecht. 'Zeker voor de nabestaanden is deze gang van zaken zeer onverkwikkelijk.'

Advocaat Pieter Hoogendam had maandag op de eerste dag van de inhoudelijke behandeling van de geruchtmakende strafzaak al gedreigd dat hij de verdediging van zijn cliënt zou neerleggen als de rechter niet zou instemmen met zijn verzoek om aanhouding van de zaak. Volgens Hoogendam is het onderzoek naar de dood van zakenman Koen Everink onvolledig, en is er gewerkt vanuit een tunnelvisie dat zijn cliënt de dader is.

'Veel monsters zijn niet onderzocht, waarin mogelijk sporen van andere daders gevonden hadden kunnen worden', hield Hoogendam de rechter voor. 'Wellicht om budgettaire redenen.'

Voldoende tijd

De rechter wees de eis om aanhouding toen af: 'In weinig strafzaken is zo veel extra onderzoek toegestaan. De verdediging heeft voldoende tijd gehad.' Aan het eind van de lange zittingsdag zei Hoogendam maandag dat hij zich dinsdag opnieuw zou beraden op zijn positie.

Op de tweede zittingsdag vroeg Hoogendam wederom om de zaak aan te houden voor het uitvoeren van aanvullend dna-onderzoek. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het volgens de rechter niet waarschijnlijk is dat met het aanvullende onderzoek een dna-profiel kan worden opgesteld. Daarom is dit onderzoek niet noodzakelijk, zegt de rechter. De advocaten hebben vervolgens de verdediging van de verdachte neergelegd.

Gezien de zwaarte van de zaak is het volgens de rechtbank wel nodig dat de verdachte door een advocaat wordt bijgestaan. Dit betekent dat De J. op zoek moet naar een nieuwe advocaat. Daarom heeft de rechtbank moeten beslissen de zaak aan te houden tot een nader te bepalen tijdstip.

Dood in woning

Koen Everink werd 4 maart 2016 dood in zijn woning in Bilthoven gevonden met 24 messteken. Tijdens de zittingen tot nog toe werd al duidelijk hoeveel belastend materiaal het Openbaar Ministerie heeft verzameld tegen Mark de J.. Het horloge van Everink bleek in zijn bezit te zijn en er zijn dna-sporen van hem aangetroffen op het mes dat naast het lichaam van het slachtoffer lag.

De J. had gegoogeld op termen als 'halsslagader doorsnijden', en is actief op zoek geweest naar een wapen. Hij had bovendien een motief: De J. was Everink tienduizenden euro's schuldig die hij had geleend om zijn gokverslaving te bekostigen. Everink had hem laten weten dat geld terug te willen.

Maar Mark de J. en zijn advocaat houden vast aan hun versie van het gebeurde. De J. zegt dat hij, nadat hij de avond van de moord was weggereden van het huis van Everink, in zijn auto is gegijzeld door een groep onbekende mannen. Hij zou een zak over zijn hoofd hebben gekregen. Toen zouden die mannen Everink hebben vermoord en het horloge van de zakenman in de auto van De J. hebben achtergelaten. Met aanvullend dna-onderzoek had de advocaat ondersteuning willen vinden voor deze hypothese.