Zwart is vaak veel minder zwart
Tot hij er bij neervalt, mag prof. dr. Hans Crombag zijn kamer in het statige gebouw van het oude Maastrichtse gouvernement gebruiken....
'Ik ben hier nog bijna elke werkdag en nog steeds ga ik niet naar vergaderingen. Daar heb ik nooit aan meegedaan, behalve aan die van de kunstcommissie.'
Crombag studeerde psychologie in Nijmegen. Dat bracht hem eind jaren zestig bij de Rijksuniversiteit Leiden – als directeur van het bureau voor 'onderzoek van onderwijs' – tot de vraag hoe opleidingen hun studenten maximaal tot leren kunnen motiveren. Hij boog zich over de curricula van studierichtingen. Zo ook die van de juridische faculteit. 'Je kunt je alleen met de inrichting van een studie bemoeien, als je ook vertrouwd bent met de inhoudelijke kant ervan.'
Zo schoolde Crombag zich tot jurist en maakte hij het grensgebied tussen psychologie en rechten tot zijn hobby. 'Ik was geïnteresseerd in hoe rechters tot hun beslissing komen en mijn collega Willem Wagenaar hield zich bezig hoe het geheugen van getuigen wordt beïnvloed.'
Begin jaren zeventig troffen de twee psychologen elkaar. Dat leidde tot een vruchtbare samenwerking, vele boeken en artikelen, de ontdekking dat ook elders onderzoekers zich voor dit thema interesseerden en de oprichting van een internationaal netwerk dat nu enkele honderden onderzoekers telt.
'Ik word gedreven door nieuwsgierigheid. Door het gedrag van mensen. Ik ben er, in de traditie van de behaviouristen, van overtuigd dat wat mensen doen, een product is van hun genetische opmaak, hun biologie en hun omgeving. Dat ze, in grote lijnen, allemaal gelijk reageren in vergelijkbare situaties. Al die kleine onderlinge verschillen, door een slechte jeugd of een getraumatiseerde moeder, is ruis. Dat kun je met experimenten aantonen.'
Het behaviourisme is impopulair onder psychologen. Zij hameren juist op de individuele verschillen, voortkomend uit ingesleten gedachten, de cognitie, door wat mensen tijdens hun leven hebben meegemaakt. 'Ha, heb ik altijd gezegd, ik behoor niet tot de laatsten der oude generatie, maar tot de eersten van een nieuwe. Het behaviourisme moet zijn bloeitijd nog krijgen. En recente wetenschappelijke publicaties, mede op basis van de modernste technieken waarmee we kunnen zien wat er in de hersenen gebeurt, lijken mij gelijk te geven.'
Genen, biologie, omgeving, criminaliteit: herinnering aan prof. Willem Buikhuizen. De Leidse criminoloog werd verguisd (en bedreigd) toen hij eind jaren zeventig suggereerde dat crimineel gedrag een belangrijke biologische oorsprong zou kunnen hebben.
'Ik zat toen ook in Leiden', bekent Crombag. 'Ik was het met Buikhuizen eens, ook al bracht hij het onhandig en was de tijd er niet rijp voor. Ik had toen m'n mond open moeten doen, al had het waarschijnlijk weinig uitgehaald. Het was voor mij een te agressieve discussie. Ik heb het aangezien en niks gezegd. Dat is niet zo mooi.'
En dat terwijl Crombag een krachtig pleitbezorger is van openheid in de wetenschap. Ontdekkingen moeten worden geopenbaard en bediscussieerd. No strings attached. 'Dat wordt steeds moeilijker in deze tijd van toenemende druk op de universiteiten. Onderzoekers zijn aangewezen op opdrachten van buiten. Ik heb mij daar gelukkig verre van weten te houden. Ik wil niet in opdracht werken, wil nergens bij horen. Ook niet bij belangenverenigingen of beoordelingscomités. Want dat corrumpeert uiteindelijk.'
In 1986 kwam Crombag als hoogleraar naar Maastricht, naar de universiteitmet probleem gestuurd onderwijs. Studenten zoeken zich in kleine groepjes zelf een weg door de leerstof, docenten zijn begeleiders. Studenten zijn er zelfstandiger, eigenwijzer, maar of het de besten erg stimuleert, betwijfelt de man die jarenlang het onderwijs onderzocht.
'Ik ben toch meer voor de darwinistische selectie waarin de besten vanzelf boven drijven. Ook al dat gepraat over kenniseconomie. Vooral een kwestie van investeren, daarmee loopt Nederland schandalig achter.'
Crombag maakte naam als getuigedeskundige. Zoals rond de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen. 'Daarvoor neem ik dossiers twee, drie, soms vier keer door. Vaak ben ik verbaasd dat ik dan steeds weer iets tegenkom dat ik eerder over het hoofd zag. Ik schrijf mijn rapport. Soms gebeurt er wat mee, soms niet zichtbaar. Soms lijkt het of de rechters het dossier niet eens hebben gelezen.'
Dergelijke activiteiten behoren tot zijn werk, vindt Crombag. 'Ik kan wel zeggen dat ik maatschappelijk engagement belangrijk vind en daarom het menselijke gedrag bestudeer, maar dat zou te mooi zijn.'
Hij haalt bevrediging uit de lol van zijn onderzoek en dat zijn ideeën, langzaam, doordringen binnen de Nederlandse juridische gemeenschap. Dat zwart veel minder vaak zwart is dan het lijkt en dat er veel fouten worden gemaakt door het veronachtzamen van normale psychologische processen. Zowel bij getuigen, verdachten als rechters.
'Daarom wil ik graag publiceren in Nederlandse juridische bladen die door mijn doelgroep worden gelezen. Ik word liever aangehaald in een arrest van de Hoge Raad dan geciteerd in Science, hoewel me dat meer ”punten” op zou leveren.' Maar nu hoeft hij geen punten meer te scoren. Hij laat zich leiden door zijn laatste boek en waar collega's hem verder in betrekken.
'Maar volgend jaar stop ik daar ook mee. Nee, ik ga niet thuis mijn ongetalenteerd zondagsschilderen uitbreiden tot maandag en dinsdag en ik ga ook niet reizen, daarbij voel ik mij ongemakkelijk. Ik blijf elke dag hier komen en ga mij concentreren op Machiavelli en Spinoza. Ik denk dat ik uit hun teksten, hun generalisaties over het menselijke gedrag, kan afleiden dat ze allebei behaviourist waren.'