‘Zwakke school vaak niet zwak’
Schoolhoofd en onderzoeker: meetmethode van Onderwijsinspectie deugt niet...
Groningen Basisscholen die door de Onderwijsinspectie worden aangemerkt als ‘zwak’ zijn dat vaak helemaal niet. De meetmethoden van de inspectie leiden ertoe dat scholen met veel achterstandskinderen vaak als zwak worden bestempeld, terwijl ze goed presteren.
Dat zegt Herman Godlieb, schoolhoofd in het Groningse Nieuwe Pekela. Godlieb heeft op eigen houtje onderzocht in hoeverre uitspraken van de inspectie over zogenaamde leeropbrengsten kloppen met de werkelijkheid. Volgens hem is de Onderwijsinspectie niet in staat vast te stellen wat een school presteert.
Om te zien wat kinderen op school hebben geleerd (de leeropbrengst), kijkt de Onderwijsinspectie vooral naar de uitslagen van de Cito-eindtoets. Kinderen van hoogopgeleide ouders halen makkelijk een hoge Cito-score. Daarom corrigeert de Onderwijsinspectie de schoolprestaties voor het opleidingspeil van de ouders.
Volgens Godlieb is die correctie volstrekt onvoldoende. Daardoor worden scholen met veel achterstandskinderen vaak gebrandmerkt als ‘zeer zwak’, ook als ze goed zijn. Anderzijds lopen scholen met veel kinderen van hoogopgeleide ouders nauwelijks dat risico, ook niet als ze slecht zijn.
De kritiek van Godlieb komt op het moment dat de inspectie overstapt op ‘risicogestuurd toezicht’. De inspecteur komt alleen aan de deur als er signalen zijn dat er met een school iets mis is, en leeropbrengsten (toetsuitkomsten) spelen daarbij een cruciale rol. Volgens Godlieb zal de inspecteur dus heel vaak langskomen bij scholen met veel achterstandskinderen. En als hij binnenkomt met het idee dat de school niet deugt, ‘dan vindt hij altijd wel wat’.
Godlieb vindt dat de betrokken basisscholen naar de rechter moeten stappen en de inspectie moeten aanklagen wegens smaad. ‘Zo’n school zal zonder twijfel door de rechter in het gelijk worden gesteld.’
Een woordvoerder van de Onderwijsinspectie wijst erop dat het predicaat ‘zeer zwak’ nooit alleen op basis van de leeropbrengsten wordt gegeven. ‘Er wordt altijd ook gekeken naar het onderwijsproces.’ De toetsresultaten zijn bij 5 procent van de scholen te laag; slechts een kwart daarvan wordt bestempeld als ‘zeer zwak’.
De methode waarmee de inspectie corrigeert voor het ouderlijke opleidingsniveau is dezelfde als die waarmee scholen extra geld kunnen krijgen als ze veel achterstandsleerlingen hebben. Daarvoor is gekozen om de administratieve last binnen de perken te houden. De inspectie spreekt tegen dat deze methode ondeugdelijk zou zijn, maar zegt wel: ‘We kijken voortdurend of dit instrument wel goed werkt.’